zondag 29 november 2015

Geen woorden.....




dat de vreugde om jouw komst
de pijn mag verdrijven uit ons hart

❤️❤️❤️❤️❤️


terwijl jouw opa het leven verliet
trad jij er in binnen
klein, teer, hulpeloos
daarom ben jij zo bijzonder,
zo ongelofelijk kostbaar,
kleine, lieve Pem

alsof opa het stokje van het leven aan jou doorgeeft
estafette van het leven
ik hoor hem nog roepen:
vooruit Pem, je kunt het!
hij zal het blijven roepen
je leven lang
jouw grootste supporter

tranen vloeien
maar de veroorzakende emotie 
blijft onduidelijk

❤️❤️❤️❤️❤️





Donderdag, 26 november, zag Pem het levenslicht. Dochter van Laura en Pieter, zusje van Malu.
Op diezelfde dag, misschien zelfs op hetzelfde moment verliet Gerard, 
opa "boot" van Malu,
vader van Laura,
schoonvader van Pieter,
echtgenoot van Herma,
vader, schoonvader en opa van Luc, Melloney en Noa
en jouw opa, lieve Pem,
het leven


dat de vreugde om jouw komst
de pijn mag verdrijven uit ons hart

ik zoek woorden van troost
ik kan ze niet vinden





zondag 22 november 2015

Een kind van na de oorlog


Ik ben van 1950.
Een kind van na de oorlog.
Ik luisterde naar de verhalen.
Ik las de boeken.
Ik zag de films.
Vanaf mijn eerste herinneringen heb ik nooit de dreiging gevoeld die doorklonk in die verhalen.
De angst voor de bezetter.
De inperking van vrijheden.
Het onderlinge wantrouwen.
Ik groeide op in een land van vrede.

Ja, er waren brandhaarden in de wereld.
Korea, Vietnam, spanningen in Zuid-Afrika,
de zesdaagse oorlog in het Midden-Oosten.
Er was de Koude Oorlog, de wapenwedloop.
Soms waren er gebeurtenissen in die verre wereld die de gezapige rust in Nederland verstoorden.
De moord op Martin Luther King.
Op John F. Kennedy.
Het Varkensbaai-incident.
Toch geloofde bijna niemand dat het ooit nog zo mis kon gaan als in '40 - '45.

De jeugd van de wereld trok naar San Francisco en geloofde in de vrede.
John Lennon zong "Imagine".
Stel je voor.......
Maar hij gaf het in het lied al aan.
Misschien ben ik een dromer.......
Ik wil graag geloven in zijn droom.
Nee, ik blijf geloven in die droom.

De Kamer sprak deze week naar aanleiding van de gebeurtenissen in Parijs, een week geleden.
Eenieder is geschokt en zoekt naarstig naar oplossingen voor de problemen waarvoor de vrije wereld zich gesteld ziet.
De Minister President sprak over oorlog.
Ik heb het antwoord niet.
Oorlog ìs een antwoord.
Maar niet het goede.
Oorlog is nóóit het goede antwoord......


                         ik ben een kind van na de oorlog
                         kende slechts vrede en geborgenheid
                         geen obsessief geweld, of onderlinge strijd,
                         geen angsten die mijn rust verdrijven

                         ik ben een kind van na de oorlog.... nog
                         maar langzaam wijkt de zekerheid
                         ze zeggen dat hun God hen leidt
                         misdadigers, die terreur bedrijven

                         ik ben een kind van na de oorlog
                         en zou dat zo graag blijven

Imagine.......
dat alle kinderen die vanaf nu geboren worden
kinderen van na de oorlog zullen zijn.......
Imagine.......




zondag 15 november 2015

Lekkage


We hebben het allemaal al eens meegemaakt.
Kapot dakleer op het schuurtje, een gescheurde loodslab bij de dakkapel, een kapot gevroren leiding van de buitenkraan als we vergeten zijn bij de naderende winter deze af te tappen.
Dit laatste ongemak zal echter steeds minder voorkomen, gezien de aldoor milder wordende winters.
Vaak een hoop narigheid. Vervelend ook.
Maar.... het is te verhelpen. Een kapotte leiding is te vervangen en bouwmarkten grossieren verder in allerlei middelen om gaten, kieren en scheuren definitief af te dichten.
Slechts de na iedere schilderbeurt steeds terugkerende vochtplekken op plafond en muur blijken in de praktijk vaak hardnekkige stille getuigen van het eens voorgevallen ongemak.

Het menselijk lichaam is als een bouwwerk.
De apostel Paulus leert ons al: "U bent de tempel van God" (1Kor 3,16)
Maar ook een tempel heeft een dak, en ramen en deuren en is dientengevolge aan het gevaar van lekkage onderhevig.
Het enige verschil is, dat bij de mens het naar buiten treden van vocht als lekkage wordt beschouwd, terwijl het binnen komen van vocht meestal het gevolg van een bewuste handeling is.
Zweten bij warm weer of bovenmatige inspanning zien we nog niet als lekkage en wordt hooguit als hinderlijk ervaren vanwege de daarmee vaak gepaard gaande geuren.
Ook het regelmatig aftappen van overtollig vocht wordt niet als lekkage beschouwd.
Maar elke kraan zal na verloop van tijd toch af en toe een druppel gaan verliezen, als het kraanleertje na vele jaren trouwe dienst langzaam zijn souplesse heeft verloren en niet langer in staat is om de kraan afdoende af te dichten.
Bij de kraan kan het leertje vervangen worden.
Bij de mens is dat wat lastiger.

Vrouwen zien zich al op jongere leeftijd genoodzaakt tot het gebruik van middelen om vochtverlies te bestrijden.
Maar, inlegkruisje en maandverband zijn niet meer dan lapmiddelen of een doekje voor het bloeden, toch?
Zij bestrijden slechts de gevolgen en niet de oorzaak van de "lekkage".
Naarmate wij ouder worden laat ons lichaam zich steeds meer vergelijken met elastiek.
De rek raakt eruit.
We merken dat, als we op latere leeftijd na de zoveelste lijnpoging moeten constateren dat ons vel niet langer spontaan terugspringt naar de oorspronkelijke positie.
Het verlies aan elasticiteit kent in onze taal een prachtig woord: lubberen.
Alleen al de klank van dit woord roept precies het beeld op van wat het wil omschrijven.
Maar ook onderhuids beginnen bepaalde spieren na een leven lang samentrekken en ontspannen hun elasticiteit te verliezen en als dit sluitspieren betreft, leidt dat onontkoombaar tot lekkage, en als de spieren het uiteindelijk helemaal opgeven, tot incontinentie.
Reparatie is meestal geen optie. Het is immers geen kwestie van "even het kraanleertje vervangen".
Alleen het bestrijden van de gevolgen is nog mogelijk.
Letterlijk en figuurlijk..... dweilen met de kraan open.

Naast fysieke, komt ook mentale lekkage voor.
Op het moment dat ik dit zit te schrijven, hoor ik achter mij het Sportjournaal, waarin gewag wordt gemaakt van het lekken van een onderzoeksrapport bij voetbalclub Ajax.
Ach, lekken van vertrouwelijke informatie komt in alle sectoren voor.
Ook in de politiek is het lekken van informatie een steeds vaker voorkomend euvel.
Het lekken uit de miljoenennota, enkele weken voor Prinsjesdag, is een jaarlijks terugkerend fenomeen en is net zo voorspelbaar als de jaarlijkse Zwarte Pieten discussie.
Het wordt al min of meer als "gewoon" aanvaard.
Dat zo'n (onterechte) acceptatie van lekkage plaats vindt, leidt echter wel tot een verschuiving van standaarden.
Zo bleek deze week, toen in het nieuws kwam dat een van de fractievoorzitters heeft gelekt uit de "Commissie Stiekem", de commissie waarin de politieke leiders worden geïnformeerd over stukken die de staatsveiligheid betreffen.
Dat kan niet en dat mag niet! Heel het politiek journaille stortte zich deze week op kamervoorzitter Van Miltenburg die wist te melden dat....... er een onderzoekscommissie zal worden ingesteld.
Hèt antwoord van politiek Den Haag op hete politieke hangijzers.
Het instellen van een onderzoekscommissie.......
De uitkomsten van dit soort commissies zijn meestal teleurstellend.
Hoewel er misschien harde woorden in het eindrapport zullen staan, zal dit waarschijnlijk niet leiden tot ferme maatregelen, met als gevolg een verdere devaluatie van het begrip "vertrouwelijk".
Indien stevige consequenties achterwege blijven, zal dit leiden tot een steeds vaker lekken vanuit deze commissie en zullen uiteindelijk alle staatsgeheimen op straat belanden.
Kijk, ik ben vóór transparantie en openheid, maar of we dit nou moeten willen.....?


Onze Haagse politici lijken zich steeds vaker schuldig te maken aan het lekken van vertrouwelijke informatie.
In sommige gevallen kunnen we bijna spreken van geestelijke incontinentie.........





zondag 8 november 2015

Bon appétit


De Heer heeft onze tong ruimhartig bezet met smaakpapillen en, in combinatie met ons
reukvermogen, ons in staat gesteld om ultiem te genieten van de gaven der aarde.
Hoe goed heeft Hij het met ons voor, daar hij ons niet heeft veroordeeld tot een menu van louter gras, zoals de runderen, of enkel vlees of insecten waartoe andere schepselen zich beperkt zien.
Hij rustte de mens zelfs uit met het vernuft om de verschillende voedingsmiddelen die ons ten dienste staan op verschillende manieren te bereiden en onderling te combineren om grootse smaakervaringen te kunnen ondergaan.
Waar het eten bij de andere schepselen der aarde slechts een noodzakelijk kwaad is om te kunnen overleven, heeft de mens de maaltijd verheven tot een der grootste geneugten des levens.
Het bereiden van voedsel is tot ware kunst verheven.
De Griekse dichter Archestratus schreef 4 eeuwen vóór Chr. het eerste kookboek en kende in de opvolgende eeuwen vele navolgers, wat dit jaar in Nederland culmineerde in een heuse kookboekenweek.
De koks zijn, in verschillende kookrubrieken, niet van de buis te slaan en "Heel Nederland bakt" behaalde ongekende kijkcijfers.
Het verkrijgen van een Michelin-ster staat voor restaurants gelijk aan het behalen van een Olympische medaille.
De Fransen kloppen zichzelf op de borst vanwege hun culinaire hoogstandjes en spreken van "haute cuisine".

Éénmaal was het mij vergund om kennis te maken met zo'n hoogstandje.
Niet in Frankrijk, maar in Engeland tijdens een weekendje met toneelvrienden.
Een nichtje van Bob en Trees, wier dagelijkse taak het was om chique zakenlieden op zakenreis onder te brengen in hotels en hen Londen te laten zien, had het tripje voor ons uitgestippeld.
Door haar connecties was zij in staat om riante kortingen te bedingen (heel belangrijk voor Nederlanders) zodat het reisje nèt binnen ons budget paste.
We arriveerden op vrijdagavond en, na ingecheckt te zijn in ons hotel, gingen we chique uit eten.
Wij gingen dineren in het luxueuze Dorchester in Londen, op een steenworp afstand van het stulpje van Elisabeth.....
Bij aankomst werden we uit de taxi geholpen door heren in prachtige kostuums en bestegen we de majestueuze trappen.
Wat een pracht, wat een praal!
Bij binnenkomst een enorme lange hal van zo'n 10 meter breed met hoogpolig tapijt dat bijna tot de knieën reikte.
Centraal een prachtige vleugel, welke bespeeld werd door een vriendelijk glimlachende pianist (of is het vleugelspeler? Nee.... klinkt toch een beetje als een term uit het voetbaljargon).
Aan beide zijden van de hal ruime deuren die toegang gaven tot de verscheidene eetzalen.
Het was niet druk.
Opvallend was dat de aanwezige koppels nogal verschilden in leeftijd: veel oudere heren met veel te jonge vrouwen. Na enig overleg trokken wij de voorzichtige conclusie, dat dit niet allemaal vaders konden zijn die met hun dochter even een vorkje kwamen prikken.
Wij werden verwezen naar een ruime ronde tafel waaraan wij plaats namen.
De gérant (de aanspreektitel ober zou hij zeker als beledigend hebben ervaren) kwam informeren wat we wilden drinken.
Ik keek mijn goede vriend Dirk aan en we bestelden beiden een biertje.
Fout! Fout! Helemaal fout!
De goede man trok een gezicht alsof we een hondendrol hadden besteld en maakte ons zeer voorzichtig en uiterst vriendelijk duidelijk dat bier niet paste bij de luxueuze ambiance van het gerenommeerde Dorchester. Kortom, dat biertje konden we vergeten.
Ondanks zijn vriendelijke glimlach dacht ik zijn werkelijke gedachten te kunnen lezen: "Wat voor plebs heb ik nu in mijn tent".
De wijnkaarten werden gebracht.
Een mèt en een zònder prijzen.
Trees en Bob, die wisten hoe de hazen lopen, vertelden ons niet een wijn van de kaart zonder prijzen te kiezen, daar dit wijnen waren die wij ons financieel absoluut niet konden veroorloven.
Wij kozen voor de goedkoopste wijn van de andere kaart.
Nog altijd voor een prijs waar je bij de Digros twee tot drie dozen koopt.
Het voorgerecht bestond uit kleine smaakvolle broodjes. Daar namen we niet te veel van, want ja, we wilden wel ruimte vrij houden voor het hoofdgerecht, nietwaar?
Dit bleek achteraf onze tweede fout.
Dan, het "moment supreme"......
De gérant knipte met zijn vingers en uit het niets verschenen een aantal witgejaste heren die elk op beide witgehandschoende handen een bord droegen, afgedekt door een grote bolvormige zilverkleurige dekschaal.
Zij plaatsten het bord voor onze neus en, na een vingerknip van de gérant, verwijderden zij in een volkomen synchrone beweging de dekschalen van de borden......
Voor ons stond een groot wit plat bord van ongetwijfeld het fijnste aardewerk.
In het midden lag een stukje ondefinieerbare paté o.i.d. van 4 bij 4 cm in gelei met daarop een toefje groen, op afstand geflankeerd door vier spruitjes die een perfect vierkant vormden.
Ik keek gebiologeerd naar mijn bord, durfde Dirk niet aan te kijken.
Uit zijn hoek hoorde ik een snik.
Was dit het geluid van de onderdrukking van een gierende lachbui, zoals ik ook bij mijzelf voelde opkomen, of een snik van spijt, dat hij niet ruimer van de broodjes had genomen.
Ik begreep direct de functie van de zilveren afdekschalen.
Bij een iets te snelle pas van de obers zouden "de gerechten" ongetwijfeld van het bord waaien.
We wachtten tevergeefs op de bakken met friet.
Toen die niet kwamen en het langzaam tot ons doordrong dat "dit het was", zijn we maar "aangevallen". Heel voorzichtig, heel rustig, om niet binnen twee minuten ons bord leeg te hebben, brachten we de "delicatessen" naar de mond om ze uitgebreid te proeven.
De spruitjes smaakten naar spruitjes en de paté naar paté.
Het diner werd afgerond met verschillende kazen, welke werden opgereden in een rijdend vitrinekastje. Kazen is misschien letterlijk en figuurlijk een te groot woord, want de stukjes hadden afmetingen die ons noopten zeer bescheiden te nemen.
Mijn blik kruiste die van Dirk en onze ogen vertelden dezelfde boodschap: We hadden meer van die broodjes moeten eten.....
Na een uurtje stonden we weer buiten, barstend van de honger.
Het nichtje wist raad.
In een paar taxi's werden we naar het Londense Chinatown gereden, waar we bij een Chinees naar binnen doken en ons tegoed deden aan een overvloedige maaltijd.
Mèt bier, al was dat, eerlijk gezegd, niet te zuipen.....


Op zaterdag, na een volle drukke dag van allerlei bezoeken aan bezienswaardigheden en lauw bier zagen Dirk en ik plots in een supermarkt trays staan met halve liter blikken Heineken!
Onze ogen glansden op en zonder overleg doken we de winkel in en kochten een traytje bier.
Op onze hotelkamers trokken we elk een blik open, ons reeds verkneukelend op de komende, heerlijke herkenning van het oer-Hollandse gerstenat...... en namen een slok......
Gatver! Wat was dit voor uilenzijk?
Ik bekeek het blikje en ontwaarde in kleine lettertjes een alles verklarende tekst:
Specially brewed for the English market......
Mijn goede vader zei het al:
Altijd eerst goed de kleine lettertjes lezen......



zondag 1 november 2015

Maria Joentje


U kent ongetwijfeld die bundels wel.
Met rijmpjes en versjes uit vroeger tijden.
Schijnen meestal uit een oude doos te komen.
Ik weet niet of daar een oude schoenendoos mee bedoeld wordt, of.....
Een versje zoals:

A, b, c, d, e, f, g,
Meester, de jongens nemen knikkers van me mee.
Stoute jongen, je mag niet klikken,
Anders krijg je zeven tikken!
Meester ga gerust je gang-
'k Ben voor een tik zoo gauw niet bang.

Ja, ja, er was een tijd dat lijfstraffen de gewoonste zaak van de wereld waren.
En wat te denken van een liedje zoals "Moriaantje zo zwart als roet"?
Naast de corrigerende tik mag dit versje heden ten dage ook niet meer.....

Ik ben niet zo van: Oh, dat màg niet meer, dat kàn niet meer.
Veel van dit soort kinderliedjes en versjes geven immers een prachtig tijdsbeeld, geven aan, hoe toen tegen dingen aangekeken werd.
En dan, wat wordt er miszegt in het liedje van Moriaantje?
Dat ze zwart was. Nou en?
Gewoon een feitelijke constatering.
Wordt het meisje op grond van dit feit als minderwaardig weggezet? Welnee!
Ze wordt zelfs van een parasolletje voorzien omdat de zon zo op haar bolletje schijnt.
We zijn bezorgd om haar!
Ik durf te veronderstellen dat in de tijd dat dit versje ontstond, het woord discriminatie nog moest worden uitgevonden.
Sneeuwwitje kreeg haar naam omdat haar huid zo wit als sneeuw was.
Ik hoor daar niemand over zeuren, niemand die van Sneeuwwitje af wil (de sprookjesfiguur dan).

We moeten zuinig zijn op dit cultureel erfgoed.
Want oude liedjes en versjes behoren daar ook toe.
Ook als de inhoud niet meer geheel strookt met de vandaag geldende opvattingen, moeten we ze bewaren en niet uit de boeken scheuren.
Zij vertellen hoe de wereld er vroeger uitzag, hoe mensen met elkaar omgingen.
Soms op een manier die wij nu niet meer tolereren.
Maar het verbannen van dit soort geschriften is een verdoezelen van wat gebeurde, een ontkennen van de geschiedenis.
We moeten deze dingen juist bewaren, zodat we onze kinderen kunnen vertellen hoe het ooit was.
Alleen met die kennis zullen ze de wereld van vandaag kunnen begrijpen en de valkuilen uit het verleden kunnen vermijden.
Wie zijn geschiedenis niet kent, kent zich zelve niet.

Gelukkig zijn de meeste versjes onschuldig en nodigen uit om aan de kleintjes te vertellen of aan te leren.
Die versjes, in de kindertijd geleerd, staan vaak onuitwisbaar gebrand in ons geheugen.
Zo ontdekte ik deze week, toen een oud versje plotseling bij mij opborrelde.
Misschien doordat ik uitgenodigd was op Facebook om een aantal oude foto's te plaatsen en die mij noopten in mijn verleden te gaan graven.
Ik zal het waarschijnlijk nog foutloos en vlot kunnen opzeggen als ik later zo dement als een deur ben.
Een versje, dat mijn vader mij leerde.
Een onschuldig versje, hoewel, het woord "wijf" komt er in voor.
En dat is toch een woord waarbij wij tegenwoordig de jeugd misprijzend aankijken, als zij het bezigt.
Gek eigenlijk.
Mijn vader was meer van de gezwollen gedichten van Guido Gezelle en Jaques Perk.
Hoewel, hij leerde mij ook een minder verheffend gedicht declameren......

Maar waar had hìj dìt versje vandaan?
Geen idee. Ik kan het hem helaas niet meer vragen.
Googlend kon ik het nergens vinden, en, om te voorkomen dat het in de vergetelheid raakt, schrijf ik het hier op.
Het is een onzinversje, dat louter ten doel heeft om snel te leren spreken.
Het is namelijk de bedoeling dat het in één ademtocht wordt opgezegd.
Probeer maar eens.

Maria, Joentje, Tijf en Toentje
Toen en Tijf, Kaas en Wijf,
Wijf en Kaas, Zot en Dwaas,
Dwaas en Zot, Oor en Pot,
Pot en Oor, Vis en Voor,
Voor en Vis, Stoel en Dis,
Dis en Stoel, Water en Woel,
Woel en Water, Kat en Kater,
Kater en Kat, Muis en Rat,
Rat en Muis, Storm en Huis,
Huis en Storm, Wind en Worm,
Worm en Wind, Kalf en Kind,
Kind en Kalf, Heel en Half,
Half en Heel, Maria, Joentje,
Tijf en Toentje, allebei Heel.

Ik heb de aanvechting om "allebei Heel" te vervangen door "allemaal Scheel", maar zoals hierboven omschreven, heeft mijn vader het mij geleerd.


Het weinig verheffende gedicht dat mijn vader mij leerde behoef ik hier niet af te drukken.
Dat is, in vele variaties, wèl terug te vinden op het internet.....