Liedjes



Keesje

Juffrouw, moet u horen, ik heb zo het idee,
dat Keesje niet gaat scoren, het valt voor hem niet mee
Hij lijkt mij wat autistisch, dus ’t reguliere onderwijs
‘k Bezie dat pessimistisch, wordt voor hem geen paradijs.
Hebt u voor hem geen plekje, graag op zeer korte termijn
Een school, een veilig stekje, waar hij zichzelf mag zijn.

Wij begrijpen uw bezorgdheid, dus als ik u vragen mag:
Vul deze formulieren in, dan gaan we aan de slag
De zaak eerst adapteren, het kind goed observeren
dan adviezen vragen, het schrijven van verslagen.
Dat is onze rol, zo luidt het protocol.

Juffrouw, moet u horen, Keesje is onderzocht,
maar ’t verslag dat ging verloren, er is wel naar gezocht
Men deed een observatie, men denkt aan een fobie.
Maar Keesje is ongelukkig, dat is slechts wat ik zie.
Hebt u voor hem geen plekje, graag op zeer korte termijn
Een school, een veilig stekje, waar hij zichzelf mag zijn.

Wij begrijpen uw bezorgdheid, dus als ik u vragen mag:
Vul deze formulieren in, dan gaan we aan de slag
Diagnosticeren, en ook analyseren
de zaak nog eens bekijken, zo zijn onze praktijken
Dat is onze rol, zo luidt het protocol.

Juffrouw, moet u horen, uit ’t laatste onderzoek
lijkt het iets aangeboren, men zoekt het in die hoek.
Een nieuwe therapeut gaat met Keesje aan de slag
Maar kan het niet wat vlotter, wat ik u bidden mag.
Hebt u voor hem geen plekje, graag op zeer korte termijn
Een school, een veilig stekje, waar hij zichzelf mag zijn.

Wij begrijpen uw bezorgdheid, dus als ik u vragen mag:
Vul deze formulieren in, dan gaan we aan de slag
Goed communiceren en dan evalueren
Vervolgonderzoeken, studeren in de boeken
Dat is onze rol, zo luidt het protocol.

Juffrouw, moet u horen, het lijkt geen MBD
zo zeggen de doktoren, misschien ADHD.
PDD-NOS sluit men niet uit, lees ik in dit verslag
Maar Kees wordt steeds gepest, vanwege zijn gedrag.
Hebt u voor hem geen plekje, graag op zeer korte termijn
Een school, een veilig stekje, waar hij zichzelf mag zijn.

Wij begrijpen uw bezorgdheid, de diagnose is gesteld
Door grondig onderzoeken is autisme vastgesteld.
Een schooltje is gevonden, waar we Keesje plaatsen konden
Kleinschalig en vertrouwd, maar helaas, hij is te oud.
Ik weet, het klinkt tè dol....
.... maar zo luidt het protocol……
  

De moeder is nu een depressieve suïcidale borderliner met een eetstoornis en een dwangneurose.
Ze is nog niet onder behandeling, de wachtlijsten zijn lang…….




De school (melodie: Het Dorp)

Ik denk met weemoed soms aan toen, ik was nog jong, ik was nog groen
en nog vervuld van idealen.
Schoolmeester zijn dat was m’n ding, vandaar dat ik er ook voor ging
om mijn papiertje te behalen.
Ik weet nog goed hoe het toen was, wel veertig kind’ren in de klas
met tijd voor dollen en voor leren
Dat Jantje beter was dan Mien, dat was geen punt, dat kon je zien
maar we konden ’t accepteren.
Vandaag de dag heet ’t differentiëren en ieder kind krijgt zorg op maat
Hoe kan ’t dat ondanks dit investeren, het toch nog niet echt beter gaat.

Je had er altijd wel een paar, lastige kind’ren, zeg ik maar
die soms de zaak konden verstieren
En ook vandaag zit je daarmee, ’t heet nu alleen ADHD
maar ’t blijven lastige kind’ren.
Hij ging bij pa over de knie, maar kind’ren slaan, dat doe je nie
een beschaafd mens kan dat niet pikken
Maar soms dan denk ik Miep of Loek, na een stevig pakje op je broek
zou jij die dingen niet meer flikken.
Nu gaan we naar de dokter wand’len, een pil en dan in therapie
Zo wordt het pedagogisch handelen, verkwanseld aan de farmacie.

Jij doet je best, jij krijgt een acht, maar van jou had ik meer verwacht,
een onvoldoende zal je leren.
De een toont trots zijn mooi rapport, de ander foetert zacht en mort
maar gaat dan toch beter presteren.
Nu is het Cito aan de macht, toetsresultaten bijeen gebracht
zullen jouw toekomst gaan bepalen.
Je bent een A, je bent een E, ’t verschil is groot tussen die twee.
’t is hallelujah  of ’t is falen.
We toetsen en analyseren, dictee, het rekenen, de taal
Maar door dat vele administreren, wordt de leertijd wel erg marginaal.

Je deed gewoon wat moest gedaan, wat op je pad kwam nam je aan,
vergaderen, eens per vier weken.
En vrijdagmiddag na de les verscheen op tafel dan de fles
en werden plooitjes glad gestreken.
Nu is de normjaartaak daar met als gevolg: het werk nooit klaar,
vergaderen tot kunst verheven.
Want uren tellen enzovoort, kost heel veel tijd, ’t is ongehoord,
verslag, rapport beheerst ons leven.
Van ’t onderwijs was ik bezeten, nu is het slechts een drukke baan.
Ik was nog jong, hoe kon ik weten, dat dat voorgoed voorbij zou gaan.




Erfelijk belast

Els kan niet goed spellen, ’t is zwaar onder de maat.
Open lettergrepen, ze weet niet hoe dat gaat.
En dubbele medeklinkers is helemaal een ramp
terwijl ik toch mijn best doe en de regels erin stamp.
Maar krijg ik dan een briefje van haar moe dan denk ik vast.
Elsje kan er niets aan doen, ze is erfelijk belast.

Refrein:      ’t Zit in haar genen, ’t zit in haar genen.
                  Ze is ermee behept, ’t zit in haar concept.
                  ’t Zit in haar genen, ’t zit in haar genen,
                  van haar kruin tot in haar tenen.

Koos kan niet goed spreken, ik doe het dagelijks voor.
Maar wat binnensmonds gemompel is alles wat ik hoor.
En ook de logopediste die komt geen steek vooruit.
Na drie jaar begeleiding versta ik nog geen fluit.
Maar laatst sprak ik zijn vader, toen stond het voor me vast.
Koosje kan er niets aan doen, hij is erfelijk belast.

Refrein:      ’t Zit in zijn genen, ’t zit in zijn genen.
                  Hij is ermee behept, ’t zit in zijn concept.
                  ’t Zit in zijn genen, ’t zit in zijn genen,
                  van zijn kruin tot in zijn tenen.

Ansje heeft een snotneus, dat is een vies gezicht.
De and’re kinderen mijden haar, moeten haar niet, allicht.
Ik probeer haar te beschermen, ik doe mijn best, ja heus
Dat valt niet mee, want zij blaast groene bellen uit haar neus.
Maar als ik dan haar moeder zie, ben ik niet meer verrast.
Ansje kan er niets aan doen, zij is erfelijk belast.

Refrein:

Joop kan niet goed rekenen, het is voor hem een straf.
Alleen vermenigvuldigen dat gaat hem heel goed af.
’t Is werkelijk wonderbaarlijk zoals hij de tafels kent.
Maar hoe of hij moet delen, dat is hem niet bekend.
Maar Jopie is de derde van de twaalf in het gezin.
Jopie kan er niets aan doen, het zit er gewoon in.

Refrein:

Robbie is zwaarlijvig, ’t is werkelijk gênant
Hij vult de halve klas, het is een kamerolifant
Hoe komt een kind zo dik, hoe komt hij zo gezet
Hij heeft tijdens de gym een medeleerling haast geplet
Maar toen zag ik zijn vader: die moet plassen op de tast.
Robbie kan er niets aan doen, hij is erfelijk belast.

Refrein:




Moeders aan het hek

Wij moeders aan het hek, wij zijn graag in gesprek
we leuteren en roddelen aan spraakstof geen gebrek
Wij moeders op het plein, wij spreken vol venijn
over elkaar en over hoe het op de school zou moeten zijn.
We weten het veel beter dan de meester en de juf
En ook die directrice is een muts, een trut, een nuf.
Want als we op vakantie willen zegt ze glashard: nee.
En ga je toch dan krijg je prompt een brief van B & W.
Terwijl we altijd klaar staan, als er iets moet gedaan.
Dan kun je toch wel soepel wezen en ons laten gaan.

Wij moeders aan het hek, wij zijn graag in gesprek.
Het lijkt wel op een kippenhok, gekakel en gekwek.
Wij moeders op het plein, wij spreken vol venijn
over de escapades van de buurvrouw en haar bikinilijn.
En over het functioneren van het hele onderwijs
want dat dat niet veel beter kan, dat maak je ons niet wijs.
Mijn zoon is hoogbegaafd en mijn dochter wordt gepest.
Maar breng je dat naar voren, krijg je nul op het rekest.
Terwijl we altijd klaar staan, als er iets moet gedaan.
Dan mag je toch voor mijn suggesties wel meer open staan.







Brombeer

De ijsbeer en de pandabeer, die zie je bijna nergens meer.
Hun habitat werd snel verwoest, omdat de mens zo nodig moest.
De jacht op tijgers, ongekend, zijn snorhaar maakt de man potent.
De walvis bejaagd door de Jap onder het mom van wetenschap
En Greenpeace voert een harde strijd waarbij zij zelfs geweld niet mijdt.
De haai heeft ook zijn actiegroep, niet langer vinnen in de soep.
Het volk dat reageert misprijst, plaatst dieren op de rode lijst.
Gebelgd dat dat zo maar kan, de mensheid spreekt er schande van.

En ieder maakt zich druk daarom, misschien terecht, maar waarom
lees ik nergens over Teddy, brombeer Teddy,
brombeer Teddy, waarmee ik ben opgegroeid,
brombeer Teddy, brombeer Teddy, brombeer Teddy, volledig uitgeroeid.
Ik keerde je voorzichtig om en hoorde dan een zacht gebrom.
Maar niemand maakt zich druk daarom.
Waarom...

De schappen in de speelgoedzaak bieden allerlei vermaak
Het aanbod dieren, ’t is een feit, is de laatste tijd flink uitgebreid.
Giraffe, neushoorn en dolfijn, de hond, de haas en het konijn
zijn ongebreideld opgerukt, maar hebben beer wat weggedrukt.
De beren die ik tegen kom zeggen van alles, maar geen brom.
Ze kunnen tellen, geven licht, geven in ’t Engels onderricht.
Ze zingen liedjes, ruime keus, als je ze knijpt in oor of neus
of fluisteren je zachtjes toe met een erotisch: I love you.

Maar een beertje met gewoon een brom, vind ik niet meer, dus waarom
lees ik nergens over Teddy, brombeer Teddy,
brombeer Teddy, waarmee ik ben opgegroeid,
brombeer Teddy, brombeer Teddy, brombeer Teddy, volledig uitgeroeid.
Ik keerde je voorzichtig om en hoorde dan een zacht gebrom.
Maar niemand maakt zich druk daarom.
Waarom…






Een lied over Cornelis Castelijn
beter bekend als Kees de Klunt

Ik zing hier van een verwerman uit het rijke Veens verleden
In 1826 werd hij geboren in Ter Aar
Hij kwam naar Alkemade en is aldaar ook overleden
Hij schilderde, naast deuren, ook een oeuvre bij elkaar.
Hij was een verwer, wat men heden ten dage noemt een schilder.
Zijn werkplaats was gevestigd aan ’t Noordeinde in de Veen
Maar naast het saaie lakken was bij hem toch veel gewilder
Het schilderen van landschapjes, gebouwen om hem heen.

Ik zing hier van een verwerman uit het rijke Veens verleden
Een schilderende schilder en dat vond de Veen maar vreemd
Zijn kunstenaarsschap werd schijnbaar door menigeen bestreden
De Veender oordeelt hard als iets naar buitenissig zweemt
Was het soms jaloezie waarom ze zo minachtend deden
Zijn naam: Cees Castelijn, maar zo was hij niet bekend
Want Veenders geven bijnamen, ja, zelfs tot in het heden
En zo werd hij door iedereen als Kees de Klunt gekend

’t Is…. matsen, mullen, morsen, smeren, kladden, slonzen, lorsen,
’t is klodderen en klungelen, ’t is broddelen en prossen.
Een klunt dat is een beunhaas, prutser, moocher, intrigant,
Een haspelaar, een koekenbakker, knoeipot, dilettant.
Maar klunten staat niet in Van Dale, waar of ik ook zoek.
Klunt en klunten staan alleen in ’t Veense woordenboek.

Ik zing hier van een verwerman uit het rijke Veens verleden
Van Kees de Klunt, en wat hij maakte was geen knoeierij
Zo vereeuwigde hij de huizen van veel familieleden
en schilderde in opdracht van de gegoede burgerij
Toen bij pastoor van der Stoot langzaam het plan begon te rijpen
Om een nieuwe kerk te bouwen, hij durfde het aan
De gelovigen begonnen toen al heel snel te begrijpen
Hun oude kerkje zou gesloopt, voorgoed verloren gaan

Ik zing hier van een verwerman uit het rijke Veens verleden
Die menig doek het licht liet zien, van het kerkje dat daar stond
De geplande afbraak van die kerk dat was misschien de reden
Dat Kees het penseel ter hand nam, dat hij dat nodig vond.
Hij schilderde het kerkje werkelijk van alle kanten
En ook het interieur dat legde hij op linnen vast
Het resultaat: de Veense kerk in een twaalftal varianten
Door Kees de Klunt vereeuwigd met olieverf en kwast.

’t Is…. matsen, mullen, morsen, smeren, kladden, slonzen, lorsen,
’t is klodderen en klungelen, ’t is broddelen en prossen.
Een klunt dat is een beunhaas, prutser, moocher, intrigant,
Een haspelaar, een koekenbakker, knoeipot, dilettant.
Maar klunten staat niet in Van Dale, waar of ik ook zoek.
Klunt en klunten staan alleen in ’t Veense woordenboek.

Kees was misschien geen kunstenaar, maar toch geen kruk of broddelaar
Te boek gesteld als Kees de Klunt, een be’tre naam zij hem gegund
’t Is Kees die beelden van weleer tot leven heeft gebracht
En zo de oude Veen bewaard heeft voor het nageslacht.






De Bullebak van de Braassem

Wat mij laatst toch is overkomen:
maakte een wandelingetje langs de Noordka,
liep in het zonnetje te dromen,
zo langs de Braassem, ga maar na.

Plots grote golven in het water.
Ik schrok me rot, er ging iets vreselijk te keer!
Ik zag een kop en even later
een heel groot monster in het meer.

Refrein 1
         Er zit een monster in de Braassem.
         Het is een grote boze bullebak, ja heus!
         Hij heeft een stinkende asem
         en er komt rook uit zijn neus.

Een dinosaurus uit ’t verleden,
misschien een neefje van het Monster van Loch Ness,
kwam uit het water aangegleden.
Ik schoot volledig in de stress.

Hij keek me aan met schele ogen.
Zijn tanden flikkerden gevaarlijk in de zon.
Hij hapte naar me, ongelogen!
‘k Ging aan de haal zo hard ik kon.

Refrein 2
         Er zit een monster in de Braassem.
         Een vrees’lijk beest, het is echt waar wat ik beweer!
         De Bullebak van de Braassem
         woont in de diepten van het meer.

Er zit een monster in de Braassem (2x)

Refrein 1 en 2

Geen opmerkingen:

Een reactie posten