zondag 23 februari 2014

Tranen


Er vloeiden er vele de afgelopen weken.
Tranen van vreugde.
Tranen van teleurstelling.
Opmerkelijk dat elke uiterste emotie deze zelfde fysieke uiting kent.
Want ook ultieme woede, verdriet, angst en ontroering doen de waterlanders vloeien.

Als de tranen gedroogd zijn, rest een brede lach bij de overwinnaar, een strak en nors gelaat bij de verliezer.
Sommigen noemen het slechte verliezers die met een sip bekkie hun bronzen of zilveren plak in ontvangst nemen.
Onzin. Slechte verliezers bestaan niet.
Want als je een reële droom in rook ziet opgaan, dan mag je best sikkeneurig kijken.
Als jouw reële droom is, eindigen bij de beste zes, en je wordt derde, dan ben je overwinnaar.
Maar als je als gedoodverfd kampioen aan de start staat en je wordt slechts tweede of derde, dan ben je een verliezer. Dan heb je de pest in.
Dat mag je laten zien en je mag er dan best een dag voor uittrekken om die teleurstelling te verwerken.
Ze worden slechte verliezers genoemd, als ze voor de camera trachten te verklaren waarom het mis ging.
Wij zijn niet meer gewend om eerlijke antwoorden te krijgen via de TV.
We kijken te veel naar vraaggesprekken met politici.

Kramer werd een vraag gesteld en hij gaf antwoord.
Hij voegde er meteen aan toe dat hij het niet als excuus aanvoerde en dat Bergsma een geweldige tijd had neergezet, waaraan hij, ook in goede doen, een hele kluif zou hebben gehad.
Hoe eerlijk wil je het hebben?
Dat zijn achilleshiel tussen zijn schouders en billen zit is algemeen bekend.
De problemen met zijn rug hebben hem zelfs een vol jaar aan de kant gehouden.
Dat het verhaal over zijn verlies groter werd dan het relaas over de overwinning van Bergsma is Kramer niet te verwijten.
Het is logisch dat de media deze story groter brachten, gezien de onfortuinlijk verlopen race in Vancouver in 2010 en de gedrevenheid waarmee de sporter de afgelopen 4 jaar naar deze dag had toegeleefd en deze passie ook met het publiek gedeeld had.
Dramatiek wint het bij de HH journalisten tenslotte altijd van euforie.

Ik hoor een hoop naijver doorklinken in de lullige reacties op diverse fora en in de media na de voor Kramer teleurstellend verlopen 10 km.
Is dat iets typisch Nederlands, dat er gegniffeld wordt als iemand van zijn voetstuk wordt gestoten?
Het "doe-maar-gewoon-dan-doe-je-gek-genoeg" principe?
Het "kop-boven-het-maaiveld" motto?
Ondanks de meer dan geweldige prestaties van onze Nederlandse atleten tijdens deze Olympische Spelen weet een aantal mensen toch altijd wel wat te zeiken.
Dat Koen zo chagrijnig keek na zijn tweede plek op de 1500 m.
Hallo, hij hàd een kans, maar dacht enkel af te moeten rekenen met Davis.
Wordt-ie ineens door een Pool voorbijgereden.
Mag je best een beetje schijt-ziek van zijn.
Dat Ireen niet kon lachen bij haar tweede plek op dezelfde afstand.
Dat onze koning en koningin wel erg enthousiast juichten.
Wat een azijnpissers.
Is één Johan Derksen niet genoeg?

Ik heb de afgelopen weken meer dan genoten van de prachtige sport die tot ons kwam.
En van onze Nederlandse sporters.
Allemaal, stuk voor stuk, hebben ze gestreden voor wat ze waard waren en hebben ons kleine landje een medaille-oogst gegeven, als nooit tevoren.
Een oogst, die waarschijnlijk nooit meer geëvenaard, laat staan overtroffen zal worden.
Dank je wel, Jillert, voor de manier waarop je de Amerikaanse TV-commentatoren van repliek diende.
Dank je wel Jeroen en de gehele shorttrack ploeg.
Jullie hadden op meer gehoopt, oké, maar jullie hebben het shorttrack op een geweldige manier gepromoot.
En tot slot, dank je wel Ireen en Sven.
Ook al hadden jullie misschien meer verwacht, het waren jullie prestaties in de afgelopen jaren die Nederlandse jongeren inspireerden en jullie collega's tot grotere hoogten stuwden.

Het dreigde een on-Nederlands toernooi te worden.
Gelukkig hield Jorrit een aloude traditie in ere door op het laatst nog een relletje te schoppen.
Slechts het in stand houden van deze traditie kan zijn doel geweest zijn, want zijn actie was verder natuurlijk kansloos.
Hij wist tenslotte voor het begin van het toernooi al dat hij als reserve was opgesteld.
Het is logisch dat gekozen werd voor de drie sterkste midden-lange afstanders.
De keuze van bondscoach Koops bleek gerechtvaardigd.
Maar laten we wel zijn, een Nederlands schaatstoernooi (wat het uiteindelijk werd) zou niet compleet geweest zijn zonder een relletje.


Gelukkig hebben we Erica nog.
Als iemand het predikaat sportfan (=fanatiek aanhanger) mag dragen, is zij het wel.
Konden alle Nederlanders maar zo betrokken meeleven met onze sporters.
In voor- en tegenspoed.
Nooit zag ik euforie en diepe teleurstelling in een split second zo mooi in beeld gebracht als tijdens de kwart-finale afdaling snowboard reuzenslalom van Nicolien Sauerbrei.
Klik hier en spoel door naar 0.32.10




zondag 16 februari 2014

Schaatsgek


Nederland is een schaatsgek land.
Kijk, dat Nederland, als waterrijk land, mondiaal op bescheiden schaal zijn partijtje meeblaast op het gebied van de zeilsport, het zwemmen en roeien, is begrijpelijk.
Maar hoe is te verklaren dat een land, dat slechts drie maal per decennium een redelijke schaatswinter kent, het mondiale schaatsen, zeker de laatste decennia, zo kan domineren.

Die liefde voor het schaatsen heeft in Nederland altijd bestaan.
De eerste Wereldkampioenschappen all round werden op initiatie van de Nederlandse Schaatsbond vanaf 1889 in Amsterdam gehouden, tot de ISU in 1893 de organisatie overnam.
Goed, we hadden in die beginperiode Jaap Eeden die tot drie keer toe wereldkampioen werd, maar de eerste 75 jaar waren het vooral rijders uit "ijslanden" die met de hoogste eer gingen strijken: Noren, Zweden, Finnen en Russen.
Af en toe deed ook Nederland mee.
Na Jaap Eeden werd Coen de Koning een keer wereldkampioen en Kees Broekman bereikte in 1953 één keer het hoogste treedje bij de Europese Kampioenschappen.
Totdat in 1966 Ard en Keesie Nederland definitief als schaatsland op de kaart zetten.
Als ook de dames hun kampioenschappen gaan houden eisen de eerste decennia de dames uit de DDR (Duitse Doping Republiek) de podiumplaatsen op.
Alleen Atje Keulen-Deelstra en Tonny de Jong weten enkele keren de Duitse hegemonie te doorbreken.
Vanaf de 80-er, 90-er jaren wordt de dominantie van de Nederlandse schaatsers steeds groter.
Door het binnenhalen van de commercie (en dus geld), waartoe Ard Schenk de eerste aanzet gaf en wat Sanex Rintje verder uitbouwde, professionaliseerde de sport in rap tempo.
Terwijl andere landen met moeite een paar schaatsers van niveau op de ijzers kunnen krijgen, moet in Nederland een heel leger van schaatsers elkaar op het scherpst van de snede bekampen tijdens het nationaal kampioenschap om een plaatsje te veroveren in een van de teams voor internationale wedstrijden.
Enkele rijders, die het topniveau in Nederland niet (meer) haalden, namen een andere nationaliteit aan en werden in hun "nieuwe vaderland" met twee vingers in de neus Nationaal Kampioen en konden via deze achterdeur alsnog aan de internationale wedstrijden deelnemen.
Diverse schaatsers uit andere landen dragen Nederlandse achternamen omdat hun voorouders van Nederlandse afkomst zijn.
Zou het dan toch echt in onze genen zitten?

De honger naar het schaatsen en de spaarzame schaatswinters hebben er toe geleid dat ons land met 20 kunstijsbanen verreweg de hoogste dichtheid in ijsbanen ter wereld heeft.
Elk dorp of gehucht heeft zijn ijsclub.
Als de temperatuur ook maar even onder de barrière van 0 graden dreigt te duiken, worden velden en pleinen onder water gezet om natuurijsbanen te creëren.
Boeren uit gehuchten in het oosten des lands rijden in het holst van de nacht dan met hun giertanks, voor deze gelegenheid gevuld met water, hun rondjes over de banen, om toch maar de première te hebben van de eerste marathon op natuurijs.
Negen van de tien keer een voorbarige en nutteloze actie.

Marathonschaatsen.
Een groot en machtig peloton van Nederlandse mannen en vrouwen, met hier en daar een verdwaalde Fransman of Duitser, strijdt tijdens het winterseizoen bijna elk weekend voor een of andere cup.
Al vele jaren trekt een peloton van zo'n 6000 schaatsers, bij gebrek aan ijs in eigen land, naar de Weissensee om daar een alternatieve Elfstedentocht te rijden.
Dit jaar trok zelfs een vijftig-tal Nederlanders naar China om daar, op de Gele Rivier, hun baantjes te trekken.
Wat is dat toch, dat die Nederlanders de hele aardkloot over zwerven, op zoek naar glad, zwart ijs?
Het is en blijft een verbazingwekkend fenomeen.


En toch..... het zijn slechts trainingsrondjes.
Ze willen er gewoon klaar voor zijn.
Voor het moment suprème.
Als hij komt......
As it oan giet.......








zondag 9 februari 2014

Niet storen s.v.p.


Ik ben er klaar voor.
De voorraadkasten goed gevuld, de tent redelijk aan kant.
De komende twee weken is de tijd voor boodschappen doen, stofzuigen en andere huishoudelijke bezigheden, beperkt.
De live uitzendingen beginnen 's morgens rond 6 uur en eindigen om een uur of 8 's avonds.
Boodschappen doen wordt dus al heel lastig.
Even een afwasje wegwerken of een stofdoek hanteren in de avonduren is nog net haalbaar.
Na de samenvattingen.
Het is begonnen.
En ik wil alles zien.....

Ik hou van sport.
Nee, ik ben op sportgebied geen producent, maar consument.
En het liefst in een goed verwarmde kamer, gezeten in een comfortabele stoel met een drankje en nootjes onder handbereik.
Ik vind het prachtig en heerlijk om naar sport te kijken op TV.
Sommige mensen begrijpen dat niet en verklaren mij voor gestoord.
Dat mogen ze.
Maar dat vind ik niet zo aardig.
Ik begrijp bijvoorbeeld niet dat er mensen zijn die dwepen met programma's als Utopia, de verschillende varianten van "So you think you can vul maar in", de "Sterren doen weer iets heel raars"-programma's en Voetbal International (wat dus absoluut niets met sport te maken heeft).
Maar ik verklaar deze mensen niet tot verstandelijke twijfelgevallen.
Dat zou niet aardig zijn.
Nee hoor, als ze het leuk vinden moeten ze er vooral naar kijken.
Als ik maar niet hoef.....

Nu, met de Olympische Winterspelen op de buis is het dus genieten voor mij.
Prachtig, die langlaufers en snowboarders.
Spannend dat ijshockey.
Mooi dat ijsdansen.
Maar het hoogtepunt is natuurlijk het langebaan schaatsen!
Terwijl dit voor de rest van de wereld slechts een sportje in de kantlijn is, is dit voor ons Nederlanders het meest prominente onderdeel. (hoewel ook het shorttrack de laatste jaren een groeiende belangstelling kent.)
Waarom?
Omdat we er goed in zijn!

Zaterdag werd het bewijs maar weer eens geleverd.
Goud, zilver en brons op de 5 km bij de heren.
Wat een magistrale races!
Er was niet eens een uitgelaten jubelstemming.
Ach, er werd al een beetje op gerekend.
Zo stond Nederland heel even op nummer één in het medailleklassement.

De verwachtingen blijven hooggespannen.
Want er komt nog meer!
En tussen het schaatsen door vermaak ik me met ijshockey, biathlon, rodelen en slalom.
Dag in, dag uit ga ik genieten!!!!

En dan is het straks,
plotseling,
zomaar ineens,
voorbij........


Ze zeggen dat de winter voorbij is.
Sneeuwklokjes staan in volle bloei en de narcissen staan al 15 cm boven de grond in mijn voortuintje.
Bij de supermarkt liggen de paaseitjes al weer in de schappen.
Nee, "de Tocht" komt er weer niet dit jaar.
Maar de winter voorbij?
Lariekoek.
Hoe kan iets voorbij zijn, dat nooit begonnen is..........


zondag 2 februari 2014

Moverende redenen


Fransje Weekers.
Ach......
Het lag in de lijn der verwachtingen.
What's in a name?
Als je een sterke man op financiën zoekt, kies je niet iemand die de vergrotende trap van ondoortastendheid als naam draagt.
In het meervoud nog wel!

Terwijl Fransje mei vorig jaar al spitsroeden moest lopen tijdens het "Bulgarendebat" en een motie van wantrouwen aan de broek kreeg, werd hij toen nog, zij het morrend, door de PvdA en CU fractie in het zadel gehouden.
Afgelopen woensdag, tijdens het debat over de toeslagenkwestie, ging hij alsnog onderuit.
Het was pijnlijk en tenenkrommend om te zien hoe de staatssecretaris tijdens het kamerdebat langzaam maar zeker kopje onder ging.
De scherpe vragen vanuit de Kamer deden het uh-uh-gehalte in zijn antwoorden tot grote hoogte stijgen, om uit te monden in een angstig en hulpeloos gepiep.
Hij moet zich gevoeld hebben als een muisje in een slangenkuil.
Fransje zag de bui hangen.
Hij hield de eer aan zichzelf en gaf de pijp aan Maarten.
Onder of zonder druk van zijn partijgenoten.
Zo ontnam hij zijn tegenspelers de kans om hem, overdekt met pek en veren, de laan uit te bonjouren.
En dan hoor je diezelfde politici, die hem zojuist tot bij de enkels afgezaagd hebben, spreken over "respect" voor zo'n moedig besluit.
Dan denk ik maar één ding: Teiltje!!!!!!!!

Donderdag de maidenspeech van VVD fractielid Perjan Moors.
Een vlammend betoog, bol staand van idealistische bevlogenheid.
Maar ach, zo is Fransje waarschijnlijk ook begonnen.
Kijken hoe lang Moors het vol gaat houden in de Haagse slangenkuil.
Qua naam verwacht ik hem terug te zien in het Zwarte Pietendebat dat ongetwijfeld aan het eind van dit jaar weer op zal laaien.
Moors is de opvolger van Matthijs Huizing, die zich in december vorig jaar om "moverende redenen" (zijn eigen woorden) genoodzaakt zag om zijn functie als parlementariër neer te leggen.
Matthijsje was gepakt met een borreltje te veel op achter het stuur en ging daarom met het schaamrood op de kaken via de Kamerzijdeur af.
Kamerleden hebben nu eenmaal geen recht op een auto met chauffeur zoals ministers en staatssecretarissen en kunnen zich dus niet straffeloos laten vollopen.
Was Matthijs even vergeten.
Wel recht op een riante wachtgeldregeling.
Dat dan weer wel.
Ontvangt in het eerste jaar €5.600 per maand en zakt in het tweede jaar terug naar €4.900.
Kan ie een hoop borreltjes voor kopen.....
Nu heeft hij waarschijnlijk spijt dat hij tijdens zijn kamerlidmaatschap niets heeft gedaan aan die hoge accijnzen....


Heeft iemand Mark nog gezien?
Ik niet. Althans niet op de dag zelf.
Het zou hem gesierd hebben als hij lijfelijk aanwezig was geweest, dan wel snel een reactie had gegeven op tv, om zijn staatssecretaris en partijgenoot, die tenslotte mede zijn beleid trachtte uit te voeren en te verdedigen, moreel te steunen, en zo aan de mensen in het land duidelijk te maken dat hij mede verantwoordelijk is voor dit falend beleid en de puinhoop bij de belastingdienst.
Hij laat via een woordvoerder aan persbureau Novum weten het besluit van Weekers te respecteren en dankt hem voor zijn grote inzet de afgelopen jaren.
Wat een dooddoener.
Pas een dag later legt hij (waarschijnlijk onder druk van zijn spindokter) een korte verklaring af.
Hij beweert met droge ogen dat hij er alle vertrouwen in had dat Frans Weekers in staat geweest zou zijn om de problemen bij de belastingdienst op te lossen, mits hij daarvoor de tijd had gekregen.
Dat kan hij toch niet menen?
Indien dit werkelijk zijn overtuiging is, is hij toch echt de enige Nederlander die er zo over denkt en lijkt het gerechtvaardigd om de kwaliteit van zijn verstandelijke vermogens in twijfel te trekken.
Ook Mark heeft waarschijnlijk "moverende redenen" voor dit gedrag en dit soort uitlatingen.
Natuurlijk meent hij dit niet. Hij kan zich wel voor de kop slaan dat hij deze lichtgewicht in het verleden op deze belangrijke post heeft geplaatst. Goed, hij was toen misschien overtuigd dat Fransje het kon, maar heeft zich schromelijk vergist.
Maar ja, dat kun je natuurlijk niet hardop zeggen.
Het zou een toegeven zijn van eigen falen en van weinig respect getuigen richting Fransje.
Respect.
Het dreigt een beladen woord te worden indien het een eufemisme wordt voor: niet de ballen hebben om te durven zeggen waar het op staat.

Ach, Mark heeft eigenlijk geen tijd voor dit soort futiliteiten.
Moet ie verdorie weer op zoek naar een nieuwe staatssecretaris.
Terwijl hij het al zo druk heeft met het inpakken van zijn koffertje voor het snoepreisje richting Sotsji.
Handschoenen, oorwarmers, lange jaeger onderbroeken, oranje toeter.....
Is toch veel belangrijker.

Ik zou ook maar een paar oogkleppen inpakken, Mark.
Wat zeg ik?
Ik begin langzamerhand te vermoeden dat ze al tot je standaard uitrusting behoren......