mijn brug tussen hemel en aarde
mijn schakel tussen nu en straks.
Want als ik eens die lange reis moet gaan
zal zij mij zoveel lichter vallen
nu ik weet
dat jij op me wacht.
Jij bent mijn regenboog
mijn brug tussen hemel en aarde
mijn schakel tussen nu en straks.
Ik ben een deel van jou
jij bent een deel van mij.
Ik zal je nooit missen,
want je zult altijd bij mij zijn.
mijn schakel tussen nu en straks.
Want als ik eens die lange reis moet gaan
zal zij mij zoveel lichter vallen
nu ik weet
dat jij op me wacht.
Jij bent mijn regenboog
mijn brug tussen hemel en aarde
mijn schakel tussen nu en straks.
Ik ben een deel van jou
jij bent een deel van mij.
Ik zal je nooit missen,
want je zult altijd bij mij zijn.
ad
daalt de regen langzaam
in een wereld koud en kil
windloos grijs, geruisloos stil
alsof het nimmer anders is geweest.
En zachtjes fluister ik jouw naam.
Maar als ik opkijk is de wereld groen,
loopt de postbode langs m'n raam,
zwaait vriendelijk goede morgen.
Een kind speelt zonder zorgen
met z'n skelter in 't plantsoen.
En zachtjes fluister ik jouw naam.
ad
door de
grote glazen ruit.
Zijn kano
gewikkeld in zeildoek
bij de poort
het bordje: uit…..
ad
Een jochie staart omhoog,
wadend door een gouden zee.
Fluistert tot de zilv'ren vogels:
Neem me, neem me mee....
ad
Ik leg wat lauwe bloemen
op 't blauw gesteente neer
en elke keer
als
ik hier kom
vraag ik mij af
waarom...
ad
Ik zal je nooit vergeten
Ik zal je vrees'lijk missen
In mijn hart plant ik een tuin
vol goudgele narcissen
ad
Ik zal je vrees'lijk missen
In mijn hart plant ik een tuin
vol goudgele narcissen
ad
Hij leerde mij met eerbied kijken
naar bloemen, vogels in het veld.
Hij zei zoveel, met weinig woorden.
Hij heeft het met zijn hart verteld.
Hij leerde mij met liefde kijken
naar woorden, ritmisch op een rij.
De stille schoonheid van gedichten
die
openbaarde hij aan mij.
Hij leerde mij de vreugde kennen
van de illusie, van binnenuit beleefd.
Dat toneel, gespeeld met goede vrienden
zoveel vreugde en voldoening geeft.
Daarom, als ik de merel straks hoor zingen,
gedichten lees, speel met plezier,
weet ik, ook al ben je dan gestorven,
je bent niet weg, want jij bent
hier.
ad
Wat koop ik voor: 't Is Gods wil?
Wat heb ik aan: Zo is het leven?
Als dit is wat het heeft te geven
Zeg mij, hoe ik pijn en woede stil.
De feiten onder de neus gedrukt?
Het doet jezelf bewuster leven?
Wie kan zich zo gewonnen geven
als een dierbare zo wordt weggerukt!
Maar stilaan komt de rede toch
die zorgt dat je je neerlegt
bij de wens van hogere machten.
Zo wordt de pijn te dragen nog.
Zoals de rivier de bergen slecht,
zullen tranen het verdriet verzachten.
ad
omdat je nog zoveel van elkaar verlangt.
Bid niet om tijd
omdat je samen nog zo aan het leven hangt.
Bid niet om tijd
omdat je nog zoveel meer wilt van dit leven.
Bid om tijd
omdat je elkaar nog zoveel hebt te geven.
ad
En dan
is daar plotseling
die aardverschuiving.
Het water
van de rivier
verdwijnt in de aarde.
Wat rest
is het litteken
van haar bedding
in
het landschap van mijn hart...
ad
De mens is als een boom.
De zonnestralen zijn verliefdheid,
die de knoppen van de boom
in de lente doen zwellen en openbarsten
en de boom zijn levenskracht geven.
Zij voeden de bladeren, de boom als geheel.
Maar een deel van de zonnestralen,
de verliefdheid,
dringt dieper door in de boom
en wordt als liefde opgeslagen in haar wortels,
Zo wordt zij een onlosmakelijk deel van de boom.
Als dan de eerste herfststormen het land teisteren,
verkleurt de verliefdheid en raakt los van de boom.
Maar de liefde blijft, diep onder de grond,
en trotseert de kou en de duisternis,
de overvloed aan water of de droogte.
Zelden zijn de omstandigheden ideaal.
Maar de wortels verankeren de boom stevig in de grond
en voeden haar,
zoals de liefde de mens sterk in het leven doet staan
en hem voedt en geluk verschaft.
Als de boom toestaat, dat een van haar wortels sterft,
zal ook zij een beetje sterven.
Verliefdheid vergaat, maar de liefde, de wortels van de boom,
zullen pas eindigen als ook de boom uiteindelijk sterft.
Maar de liefde vòòr de boom leeft voort
in ieder die onder haar bladerenkroon
beschutting en bescherming zocht en vond...
die de knoppen van de boom
in de lente doen zwellen en openbarsten
en de boom zijn levenskracht geven.
Zij voeden de bladeren, de boom als geheel.
Maar een deel van de zonnestralen,
de verliefdheid,
dringt dieper door in de boom
en wordt als liefde opgeslagen in haar wortels,
Zo wordt zij een onlosmakelijk deel van de boom.
Als dan de eerste herfststormen het land teisteren,
verkleurt de verliefdheid en raakt los van de boom.
Maar de liefde blijft, diep onder de grond,
en trotseert de kou en de duisternis,
de overvloed aan water of de droogte.
Zelden zijn de omstandigheden ideaal.
Maar de wortels verankeren de boom stevig in de grond
en voeden haar,
zoals de liefde de mens sterk in het leven doet staan
en hem voedt en geluk verschaft.
Als de boom toestaat, dat een van haar wortels sterft,
zal ook zij een beetje sterven.
Verliefdheid vergaat, maar de liefde, de wortels van de boom,
zullen pas eindigen als ook de boom uiteindelijk sterft.
Maar de liefde vòòr de boom leeft voort
in ieder die onder haar bladerenkroon
beschutting en bescherming zocht en vond...
ad
Het donker was al vele jaren
haar metgezel, haar reisgenoot
Wij konden dan ook niet verklaren
Dat ze steeds zei: ‘k Wil nog niet dood
Haar sterke lichaam, door de tijd
gebroken
Het duister dat haar steeds omsloot
Van licht, van beeld, van kleur
verstoken.
Toch zei ze steeds: ‘k Wil nog niet
dood.
Toch is hij ’s avonds laat gekomen
Ze heeft zijn boodschap goed verstaan
Want vrede lag op haar gezicht.
Hij heeft haar bij de hand genomen
En rustig is ze meegegaan
Om te gaan wandelen in het Licht.
ad
Dag kleine
vrouw
Met je
pretoogjes
Je altijd
bezige handen
Zo
verzorgend, al die jaren
Al vroeg
alleen, maar geen geklaag
Zorgend voor
je lievelingen
Oma uit Den
Haag
Ik zie je
prevelende lippen
Je zegt iets,
ik versta je niet
Niet langer
in staat
De woorden
uit te spreken
Die ergens in
je hoofd ontstaan
In je blik
een stil verdriet
Dag kleine
vrouw
In je
pretoogjes
Zie ik een
blik van vage herkenning
Zoekend in de
databank van je geheugen
Vind je mij
niet meer
Je mompelt
wat tegen je dochter
“Een aardige
meneer”
Sluipend is
het verval gekomen
En heeft je
langzaam weggenomen
Als het leven
is geleefd
Als het
afscheid is begonnen
Liefde,
vreugde zijn beleefd
Als de tijd
haar sporen trekt
Gaten vallen
in je brein
Geliefden nog
slechts schimmen zijn
Komt de tijd
van het vertrek
Ondanks
verdriet en ondanks smart
Heerst er
vrede in ons hart
Rust de rust
die je verdient
ad
daar, waar de zon de aarde raakt
en een lijn getrokken is
tussen het blauw van lucht en zee
daar zoek ik, wat ik mis
jij verkoos ons te verlaten
iets wat ik respecteer
maar jou te moeten missen
doet zo ontzettend zeer
de pijn was niet te dragen
je lichaam heeft verzaakt
toch weet ik, dat jij daar bent
waar de zon de aarde raakt
ad
Geen opmerkingen:
Een reactie posten