dinsdag 3 januari 2012

Prisma op een stronthoop


In mijn herinnering luisterde mijn vader op Oudejaarsavond altijd naar de radio.
Ik weet niet hoe oud ik was toen ik gebiologeerd naar mijn vader keek die, licht gebogen naar de radio-ontvanger, met een glimlach rond zijn lippen, het gebrabbel tot zich nam. Het moest wel erg leuk zijn wat die meneer zei want zijn spreken was doorspekt met lachsalvo’s en zelfs mijn vader moest soms hoorbaar lachen, iets wat hij in het dagelijks leven weinig deed.
Wij, zeven kinderen en ma, zaten aan tafel, aten oliebollen die mijn moeder elk jaar bakte en deden waarschijnlijk een spelletje. Ik weet het niet meer zo goed.
Oudejaarsavond was oliebollen en mijn vader bij de radio. 
Ik was waarschijnlijk gefascineerd door het feit dat een radioprogramma in staat was om mijn vader los te weken van de alledaagse werkelijkheid die zeker niet makkelijk en zorgeloos was.
Op mijn vragen wie dat was, vertelde mijn vader dat die meneer Wim Kan heette en dat hij vertelde wat er in het afgelopen jaar, vooral op politiek gebied, gebeurd was en dat op een grappige manier deed.
Ik wist niet wat politiek was en vroeg dus door (dat doen kleine jongetjes nu eenmaal) en kreeg het eerste onderricht in de staatsinrichting van ons land.
Ik geloof niet dat ik het toen begrepen heb, want het jaar daarop (waarschijnlijk twee jaar later, want Kan sloeg regelmatig een jaartje over) luisterde ik mee met mijn vader. En weer bleek die meneer Kan rake opmerkingen te maken, gezien het gelach uit de radio en het glimlachen van mijn vader. Ik begreep er niets van en vond het helemaal niet leuk. Ik besefte echter wel dat dat niet aan meneer Kan lag, maar aan mij.
Maar elke volgende oudejaarsconference ben je een paar jaar ouder en langzaam begin je de grappen te doorgronden. Toch heeft dat er niet toe geleid dat ik mij voor de politiek ging interesseren. Maar dat lag volgens mij meer aan de politiek dan aan mij.
Politiek is voor de gemiddelde Nederlander, waartoe ik mijzelf reken, een ver van mijn bed show. De kloof tussen politiek en burgerij, waarover zo vaak gesproken wordt, bestaat. Althans voor mij.
Politiek is saai.
Behalve op Oudejaarsavond.

Ik heb ze deze keer bijna allemaal gezien. Lang leve de herhalingen en Uitzending Gemist!
Nee, Maarten niet, want die is helaas niet op TV uitgezonden.
Maar Youp, Freek, Dolf , Sjaak en Beau heb ik gezien!
Ik ben nou eenmaal een “oudejaarsconferenceaholic” (leuke voor wordfeud, past denk ik niet eens op het bord)
Ik heb genoten. Van allemaal.  Dat zegt waarschijnlijk meer over mij dan over onze cabaretiers.
Ik ben misschien te weinig kritisch en vind het al gauw leuk als bepaalde mensen of instanties eens flink op de hak genomen worden. En ik roep niet zo gauw “ohhh”, als ze soms wat grove moppen debiteren of zaken wel erg zwart-wit afschilderen.
Dat heeft een conference nu eenmaal nodig om de zaken helder en scherp te krijgen. De blunders die ons in de loop van het jaar ter ore komen en ons dan een glimlach ontlokken doen ons op Oudejaarsavond, uitvergroot en overtrokken, schaterlachen.
Het afgelopen jaar wordt met ferme streken in felle, schreeuwende  kleuren, met hier en daar vileine nuances, neer gepenseeld en vormt een beeld waarin we allen kunnen zien hoe, waar, wanneer en waarom het fout ging.
Als we met een grote kwast alle kleuren op het doek met elkaar vermengen, vervagen de details en laat het jaar zijn gemiddelde kleur zien: een ondefinieerbare poepkleur….
Alsof deze cabaretiers een prisma hebben gelegd op een stronthoop…

Onze Oudejaarsconferanciers zijn de regendruppels die op een saaie grijze dag met behulp van wat zonlicht de wonderlijkste kleuren aan de hemel toveren... voor even...

Ik verheug me al weer op het einde van 2012.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten