zondag 26 maart 2017

Refurbishing


Wij zijn nog van de "bewaargeneratie". Zo sprak mijn vriend Hans vorige week zondag toen wij, genietend van een copieuse maaltijd in "De Vos", het filmproject afsloten. Hij was in gesprek geraakt met mijn broer en zij waren samen tot deze conclusie gekomen.
Toen ik die avond thuis kwam en mijn overvolle schuurtje overzag, kon ik niet anders dan het roerend met hem eens zijn....

Paul van Vliet sprak in een conference over de verstelnaaister en Truusje Koopmans zong over de herder op de grote stille heide die al breiend (een recht en een averecht) op zijn schaapjes paste.
Beelden uit lang vervlogen tijden.

Ik weet nog hoe mijn moeder 's avonds bij het lamplicht de gaten in onze sokken dicht maasde.
Er werd kleding genaaid, er werden spreien gehaakt en truien gebreid en, als geen van de kinderen hem meer paste, edoch de trui nog niet versleten was, dan werd deze uitgehaald en werd de wol opnieuw gebruikt om er wanten, sokken of een warme wintermuts van te breien.
Oude kleding werd bewaard omdat er lapjes uit geknipt konden worden om andere kledingstukken te herstellen. En als iets ècht versleten was, dan werden de knopen en eventueel nog goed werkende ritsen verwijderd en bewaard in de knopendoos en het naaimandje, wachtend op het moment van hergebruik.

Vlak na de Tweede Wereldoorlog was er bittere armoe en gebrek aan alles. Dat zal gezorgd hebben voor de mindset dat er zuinig en spaarzaam met goederen moest worden omgesprongen. Men trachtte het traditionele leven van vóór die tijd weer op te pakken. Op de lagere school kregen de meisjes weer lessen in "nuttige handwerken" en leerden breien (een recht en een averecht), haken en borduren. Mijn zusje ging nog naar de huishoudschool, waar meisjes werden klaargestoomd voor een leven als volgzame echtgenote en ideale huisvrouw, die met haar kookkunsten haar man zou weten te plezieren.
Maar..... de tijden waren veranderd. Een terugkeer naar de tijd van toen bleek niet meer mogelijk......

In 1968 werd bij invoering van de mammoetwet de huishoudschool bijgezet bij het cultureel erfgoed en werd zij samengevoegd met de LTS tot het LHNO, wat in 1992 de ruimere benaming VBO kreeg. In 1999 werden VBO en MAVO bijeen gebracht tot het nu bestaande VMBO.
De welvaart nam toe en al snel veranderde onze samenleving tot een "weggooi-maatschappij". Vele goederen werden, o.a. door import uit lage-lonen-landen, zò goedkoop, dat reparatie vaak duurder was dan de aanschaf van een nieuw product. Elektronische apparaten werden zòveel beter en maakten een duizelingwekkende ontwikkeling door. We wilden al snel een nieuwere, betere uitvoering en wachtten niet af tot ons mobieltje of onze TV de geest gaf.
De fietsenmaker en de schoenmaker verdwenen langzaam uit het straatbeeld.
En de verstelnaaister van Paul van Vliet.......

Hoewel......
Het lìjkt alleen maar alsof deze beroepen allemaal verdwenen zijn.
Natuurlijk is de wereld enorm veranderd. Maar toch niet zo veel als we soms wel denken.
Want.... de verstelnaaister bestaat nog steeds!
Ze heeft nu alleen een "atelier" in kledingherstel of -reparatie (1107 geregistreerde bedrijfjes in Nederland!).
De fietsenmaker van weleer heet nu rijwielhersteller en de schoenmaker runt tegenwoordig een hippe hakkenbar.
De olieman van Louis Davids kocht voor zeven tientjes een "tweedehandsie" op het autokerkhof.
Wij gaan naar de "dealer" en kopen een buitenkansje, een "occasion". We mogen er wel iets meer voor neertellen, maar het vehikel is meestal ook meer betrouwbaar dan het Fordje van Louis.
Iemand die zich hult in een tweedehands jasje ontkent dit in alle toonaarden en maakt je opmerkzaam op het feit dat dit "vintage clothing" heet.
Vroeger knapte men de huiskamer op met een verfje en een behangetje. Tegenwoordig doet men aan "restylen".
Op het gebied van de electronica doet zich de laatste jaren een nieuw fenomeen voor: "refurbishing".
Het Engelse werkwoord "to furbish" laat zich vertalen met "oppoetsen", wat mij doet veronderstellen dat refurbishing een soort "heroppoetsen" moet zijn.
Het apparaat wordt zeer grondig nagekeken en waar nodig hersteld, zodat het weer "als nieuw" is, en tegen een aanmerkelijk lagere prijs dan een ècht nieuw, wordt aangeboden.
Men spreekt dan ook niet over tweedehands, maar over tweedekàns producten.
Wat zoeken op internet leert mij dat de term niet alleen is voorbehouden voor electronica. Ook meubels en schoenen worden "refurbished".
Eigenlijk niks bijzonders. Mijn moeder deed het al.....
Jammer dat ik de term als kind nog niet kende. Wat een indruk had ik kunnen maken op mijn klasgenootjes als zij lacherig naar het kniestuk op mijn broek wezen. Ik zou mijn neus opgetrokken hebben en hen uit de hoogte hebben toegevoegd: "Dit, waarde vrienden, is geen opgelapte broek, deze broek is refurbished."
Zij zouden als geslagen honden zijn afgedropen......


Nog even en je krijgt, als je na een orgaantransplantatie ontslagen wordt uit het ziekenhuis een stempel op je kont: "Tested & Approved - Refurbished".......





Geen opmerkingen:

Een reactie posten