zondag 9 maart 2014

Noordeinde 104 XI

Laatbloeier.

Ik weet alle titels nog van de boeken die ik heb gelezen in mijn jeugd.
Nou is dat niet zo verbazingwekkend als het op het eerste gezicht lijkt.
Als kind heb ik zegge en schrijve één boek gelezen.
Naast de boeken die tijdens de leeslessen op school werden aangeboden, uiteraard.
Maar privé slechts één boek.
Ik kreeg het van mijn peettante ter gelegenheid van mijn Eerste H. Communie.
"Bibo het wonderkonijn".
De precieze inhoud weet ik niet meer, maar het ging waarschijnlijk over een konijn dat kon vermenigvuldigen en worteltrekken, of zoiets.
Bij nader inzien niet zo bijzonder voor een konijn.
Het zal wel iets anders geweest zijn.

Als kind vond ik lezen helemaal niet leuk.
Misschien dat Bibo wel heeft bijgedragen tot de aversie die ik voor het lezen ontwikkelde.
Ik leerde lezen op de Ignatiusschool.
Bij juffrouw Van Dijk en bij meester Van Leeuwen.
Het was toen nog de taak van onderwijzend personeel in de eerste klassen van de lagere school om de kinderen, naast het rekenen, ook te bekwamen in het verwoorden van geschreven en gedrukte teksten.
Niet meer en niet minder.
Zij hebben zich uitstekend van hun taak gekweten.
Kinderen enthousiasmeren om te lezen was toen nog geen issue.
Misschien deden ze het wel, maar dat is dan aan mij niet besteed geweest.
Ondanks het feit dat het leren lezen niet kon rekenen op mijn onverdeelde interesse, kreeg ik het vlot onder de knie.
Vooral het chocoladereepje dat juffrouw Van Dijk in het vooruitzicht stelde als ik het alfabet kon opzeggen, was zeker een stimulerende factor.
Daarnaast was ik een volgzame leerling die gewoon deed wat er van hem gevraagd werd.
Kom daar vandaag nog eens om......

Lezen was een klassikaal gebeuren.
Goede lezers kregen slechts een korte beurt.
Ten eerste omdat zij de oefening niet meer nodig hadden en ten tweede omdat het boekje anders te snel uit was.
Want het aantal leesboekjes voor een leerjaar was beperkt.
Boekjes werden soms twee tot drie maal herlezen.
De zwakke lezers (de term dyslexie was nog geen gemeengoed in die tijd) kregen wel lange beurten.
U begrijpt, voor de goede lezers was de leesles meer een oefening in geduld, zelfbeheersing en sociale empathie.

Thuis beperkte het lezen zich tot de Donald Duck welke wekelijks op de deurmat viel.
Mijn vader las wel eens een boek in zijn schaarse vrije tijd.
Mijn broertjes en zusje lazen wel.
Ze leenden zelfs boeken uit de schoolbibliotheek.
Ik niet.
Ik vond er niks aan.

Zelfs tijdens mijn middelbare schoolperiode heb ik het lezen van boeken tot een minimum weten te beperken.
Ik moest wel, omdat je voor Nederlands nou eenmaal een fiks aantal boeken voor je "lijst" moest lezen.
Literatuur.
Ook dat nog.
Soms zat er wel iets aardigs tussen, maar nooit werd ik door een boek echt gegrepen.
Ik heb er enkele doorgeworsteld (de dunste) en mijn lijst verder aangevuld met uittreksels van medeleerlingen, waarin overigens een levendige handel bestond.

Na mijn studie heb ik mij plechtig voorgenomen om alle boeken, waarvan ik beweerd had dat ik ze gelezen had, ook werkelijk te gaan lezen.
Het was het boek "De Kleine Johannes" van Frederik van Eeden, wat mij de ogen opende.
Voor het eerst vergat ik de wereld om mij heen en voelde me eenzaam, verlaten en zelfs een beetje verdrietig na het omslaan van de laatste bladzijde......
Zò'n boek wilde ik wel weer lezen.
Het verbazingwekkende is, dat door mijn veranderde leeshouding, vele boeken, die ik in het verleden na een paar bladzijden lezen al als waardeloze stenen in een hoek gegooid had, plots parels bleken te zijn.


Ik heb gelezen.
Alles, elk genre.
Boeken verslonden.
Ik ben overal geweest.
Van donker Afrika tot in de Hymalaya.
Van de Steentijd tot in de verre toekomst.
Een soort tijdmachine.
Ik heb kennis gemaakt met de gedachten van grote geesten, ben gedoken in de donkere krochten van misdadige breinen, heb me mee laten voeren op de emoties van liefde, wanhoop, teleurstelling en geluk.
Het lezen van boeken doet je een klein beetje de oneindigheid van het universum beseffen.
Wie leest, leeft duizend levens.
Ik lees, dus ik besta.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten