zondag 22 april 2018

Joris 7


Natuur (vervolg)

Joris lurkt aan zijn pijpje en kijkt dan sip in de kop.
Hij is uitgegaan.
Hij klopt zijn pijpje leeg op de hak van zijn slof en kijkt mij zorgelijk aan.
"Weet je wat het probleem is?"
"Nou?", vraag ik nieuwsgierig. Ik ben wel benieuwd hoe Joris de situatie zal omschrijven.
"De mens wil de natuur naar zijn hand zetten, maar weigert de consequenties van zijn handelen onder ogen te zien. Wilde dieren werden gedomesticeerd en door gerichte fokprogramma's ontstonden dieren die dienstbaar waren aan de mens; runderen, paarden, geiten, schapen, honden, ga zo maar door. Ze verrichten arbeid voor de mens, geven hem voedsel, of bescherming. Dieren werden eigendom van mensen, een soort van dierlijke slavernij. Maar dat verplicht de mens ook om goed voor die dieren te zorgen, en dààr gaat het te vaak mis. Terecht dat mensen ageren tegen de bio-industrie, waar economische belangen boven het dierenwelzijn worden gesteld. Maar veel van die "kritische burgers" veranderen in "prijsbewuste consumenten" als ze met hun winkelwagentje door de supermarkt lopen."
Ik moet een paar keer slikken. Ik voel me aangesproken.
"Weet je", gaat Joris verder, "door de veestapel in te krimpen zullen de prijzen van kaas, melk en vlees stijgen en daardoor zal de consumptie vanzelf dalen. Dieren krijgen een beter leven en de milieubelasting door de intensieve veehouderij zal terug worden gedrongen. En door die hogere prijzen zullen de boeren toch een fatsoenlijke boterham kunnen verdienen."
Ik vind dit als echte vleesliefhebber geen aantrekkelijk vooruitzicht.
"Dus.... minder vlees eten?", vraag ik voorzichtig.
"Kan echt geen kwaad.", zegt Joris met een grote grijns op zijn gezicht. "Maar, schaam je niet als je van een stukje vlees echt kunt genieten. De mens is tenslotte een omnivoor, een alleseter, dus het hoort gewoon op zijn menu. Kijk, als mensen de keuze maken om helemaal geen vlees te eten, prima, maar voel je niet bezwaard als jij af en toe wèl van een biefstukje wilt genieten."
"We doen het niet goed hè?", verzucht ik.
Joris moet glimlachen. "Ach, weet je, zoals ik al zei, de mens is van de natuur losgeraakt.
Al die dierenvrienden, hun goede bedoelingen ten spijt, meten vaak met twee maten. Ze spannen zich in voor het welzijn van honden, katten, herten en andere dieren met een hoge aaibaarheidsfactor, maar maken ze zich ooit druk om het welzijn van ratten, muizen, kakkerlakken? 'Ongedierte' noemen ze dat. Als ze een wespennest in hun spouwmuur hebben gaan ze dat met gif te lijf.
Als Moortje de kat met een dode muis aankomt, zeggen ze 'Goed zo', maar als hij met een jong vogeltje aan komt zetten zeggen ze 'Foei!', om even later Moortje weer aan te halen en vergoelijkend te zeggen 'Ach, dat is de natuur, hè'. En 's avonds mag de moordenaar zijn plaatsje weer innemen aan het voeteneind van het bed.
En als ze horen dat de wolf weer gesignaleerd is in Nederland schieten ze in het Roodkapje syndroom. Wolven.... hù.... gevaarlijke beesten. Als ze dan ook nog foto's te zien krijgen van doodgebeten schapen of, God verhoede, uiteen gereten lammetjes, dan vinden ze dat dat echt niet kan. Ze noemen het 'beestachtig'. Ja, dat is het ook. De natuur ìs wreed en beestachtig. En dat is iets wat de mens niet kan of wil accepteren, en dan grijpt hij in en verstoort daarmee het natuurlijk evenwicht.
Ze maken zich druk om de verhongerende dieren in de Oostvaardersplassen. Begrijpelijk. Maar ze beseffen niet dat ze door het bijvoederen van die dieren het probleem in stand houden, zelfs groter maken. Ze staan op hun achterste benen als deze stervende dieren afgeschoten worden, maar accepteren wel dat er jaarlijks miljoenen gezonde dieren de dood vinden in het slachthuis omwille van de voedselproductie."
"Nou, Marianne en Dion accepteren dat echt niet hoor.", werp ik tegen. "Die willen gewoon dat we helemaal stoppen met vlees eten."
"Kijk, dàt bedoel ik nou!", zegt Joris. "Dat is zo tegennatuurlijk als wat! De mens is een onderdeel van het ecosysteem en dient zijn rol daarin te vervullen om het evenwicht in stand te houden."
"Ach, kom nou Joris, dat hele ecosysteem waar jij het over hebt is toch al lang totaal ontwricht."
Hij haalt zijn schoudertjes op en kijkt me schuin aan. "Ik ben bang, dat ik je gelijk moet geven", verzucht hij.
"Wij gaan dit probleem vandaag niet oplossen, is het niet?", zeg ik met een glimlach.
"Nee, dat gaat ons niet lukken vriend", zegt Joris, om vervolgens te vragen: "Heb je nog geen koffie?"
Ik gooi de laatste slok lauwe thee naar binnen en antwoord: "Tuurlijk, zet ik even.", en schiet naar binnen.
Als ik even later met een kop en een vingerhoedje koffie naar buiten kom, zie ik Joris staan op mijn tuintafel, de armpjes over elkaar, turend naar het mooie polderlandschap.
"'t Is toch genieten, hè, zo'n uitzicht?"
"Jij bent een bevoorrecht mens", zegt Joris, zijn blik onverdroten op het zonovergoten weiland gericht.
Een koppel spreeuwen verzamelt zich in de es waaronder mijn auto geparkeerd staat. Ik weet al wat dat gaat opleveren. Nu de bomen nog niet in blad staan, dalen de flatsen als een gestage poepregen op mijn bolide neer. Gatver.....
Zonder mijn gedachten uitgesproken te hebben, kijkt Joris mij aan. Hij schiet in de lach en zegt: "Kijk jochie, jij houdt toch van de natuur? Dàt is ook de natuur. En je weet, de roep der natuur, die hou je niet tegen. Ook niet als je een spreeuw bent.
Haha, wees maar blij dat de koeien geen vleugels hebben."





Geen opmerkingen:

Een reactie posten