zondag 30 december 2012

Kerstdiner


Onze jachtige maatschappij heeft één mooi ding voortgebracht: de "Kant-en-Klaar Maaltijd".
Deze stelt ons in staat om na een dag hard buffelen voor de baas, toch een smakelijk, goed ogend gerecht op tafel te toveren.
Want laten we wel zijn, de kwaliteit en smaak van deze producten is de afgelopen jaren met sprongen vooruit gegaan.
Het hele jaar door maken wij dankbaar gebruik van deze inspanningen van Unilever.
Wat is het toch, dat de mens met Kerst al deze verworvenheden overboord zet en zo nodig zelf moet gaan kokkerellen.....

De soep had hij de dag van tevoren al gemaakt. Een grote pan, want ze zouden met twaalf personen zijn.
Een gezonde, goed gevulde wintersoep, met veel verse groenten.
Naarmate meerdere ingrediënten werden toegevoegd, bleek de grootste pan niet groot genoeg, met als gevolg dat hij al snel in twee, en later in drie pannen soep stond te roeren. Het rook voortreffelijk en er zou in ieder geval genoeg zijn.....
Hij was zeer tevreden.
Toch voelde hij enige onrust voor de nakende Kerstdag en besloot daarom op Kerstavond alvast ook maar even het toetje te maken.
Hij had op het internet een recept gevonden van "luchtige limoenbavarois met kersensaus" en dat moest  immers 3 tot 4 uur opstijven. Hiermee ging hij zeker eer inleggen.
Het werken met gelatineblaadjes was nieuw voor hem, en de verwerking ervan werd in het recept niet echt duidelijk weergegeven. Het vermenigvuldigen van de hoeveelheden ingrediënten (het recept was voor 4 personen) leidde er al snel toe dat alle vier de pitten van het kooktoestel bezet waren.
Hij had aan Sinterklaas toch beter wat grote pannen kunnen vragen in plaats van de prachtige lamswollen kersttrui (dennengroen met ingemaasde galopperende rendieren) waarin hij zich morgen zou hullen.
Het uitpersen van de limoenen kende wat tegenslag toen de kop van zijn volautomatische citruspers bleek te ontbreken. Dan maar gewoon flink knijpen en hopen dat hij voldoende sap kon verzamelen. Het stijf kloppen van de eiwitten duurde lang, maar lukte uiteindelijk. Het opkloppen van de slagroom was een ander verhaal, omdat op zeker moment de turboknop van de mixer bleef steken en hij het kreng met geen mogelijkheid meer uit kreeg. Dan maar de stekker eruit. Hij tilde de draaiende mixer uit de slagroomkom en..... dat had hij beter niet kunnen doen.
Vanuit de huiskamer klonk de zoetgevooisde stem van Bing Crosby: I'm dreaming of a White Christmas.....

Hij veegde zijn bril af en nam de schade op. Plafond en muren waren bespikkeld met kleine vetvlekjes. Het patroon was regelmatig en had zelfs een artistieke uitstraling, zo vond hij. Ook zijn overhemd (een ouwetje) zat vol vetvlekken en met een zucht van verlichting bedacht hij dat hij gelukkig nog niet zijn Kersttrui aanhad.
Het mengen van het gelatinemengsel met limoensap, het opgeklopte eiwit en de slagroom wilde niet erg lukken. In de glazen schaal (die het pannenleger was komen versterken) zag hij, dat deze substanties zich slecht lieten mengen. Steeds weer ontstond een afscheiding van een waterige laag onderin met daarbovenop een sneeuwwitte etage.
Na eindeloos omscheppen leek de strijd toch gewonnen.
Twaalf ijscoupes werden gevuld en op een dienblad gezet om in de schuur af te koelen.
Balancerend met het blad liep hij richting achterdeur.
Toen schoot de kat tussen zijn benen door.....
De keukenvloer werd bedekt met een sneeuwwitte laag.
In de huiskamer zette Bing nog een keer in....

Wonder boven wonder was slechts een ijscoupe gesneuveld, de rest was nog heel.
Op de TV in de huiskamer was inmiddels de nachtmis begonnen en terwijl daar muzikaal kond werd gedaan van het feit dat de herders neerknielden bij het kindeke, knielde hij neer op de keukenvloer en ging met dweil en emmertje sop de witte massa te lijf.
De ijscoupes werden afgewassen en opnieuw gevuld, na het geheel opnieuw flink doorgeroerd te hebben (de witte substantie was weer halsstarrig boven komen drijven). Deze keer bereikte hij de schuur zonder ongelukken. Het restant van de bavarois werd in drie halve liter bakken gedaan en in de overvolle koelkast gepropt. Zonde om weg te gooien, nietwaar?

De volgende morgen stond hij om 8 uur naast zijn bed. Hij trok zijn nieuwe broek en zijn Kersttrui aan om alvast in de stemming te komen. Even een broodje en een kopje thee. Rond half elf zou hij zijn werkzaamheden onderbreken voor het geplande Kerstontbijt.
Op naar de keuken om aan het hoofdgerecht te beginnen: gevulde kipfilet. Een beproefd recept dat hij in het verleden al vaker met veel succes had bereid.
Eigenlijk had hij zijn gasten een exclusief bultrugbiefstukje voor willen zetten en was daarom de afgelopen week naar Texel afgereisd, in de hoop stiekem een mooi lapje uit de daar kwijnende Johannes te kunnen snijden, doch hij had daar, vanwege de grote publieke belangstelling, maar van afgezien.
Gevulde kipfilet werd het dus.
Wel even een schortje voor, want hij had immers zijn goeie goed al aan.
De mooie filetjes werden open gevouwen, afgedekt met folie en daarna met een steelpan flink platgeslagen.
Bij de derde kippenborst vloog echter de pan door de keuken en keek hij verbouwereerd naar de steel die in zijn hand was achtergebleven.
De rest van de kipfilets werd met de vlakke hand in de vorm geslagen. De vulling werd gemaakt en over de filets verdeeld. Daarna werden ze dichtgevouwen en met cocktailprikkers vastgezet. Niet elke filet liet zich gemakkelijk dichtvouwen, zodat enkelen een vrij hoog houtgehalte kregen. Paneren en aanbraden.
Het rook goddelijk!
Na het heerlijke ontbijt, compleet met een van de vier Kerststollen uit de diverse Kerstpakketten, afgebakken kaiserbrötchen en croissants, betrad hij wederom de keuken om te beginnen aan de salade.
Tonijnsalade met koude pasta: gemengde sla, babymaïs, zongedroogde tomaatjes, geroosterde pijnboompitten en nog een heleboel andere lekkere dingen en afgemaakt met een heerlijke dressing.
De tonijn was niet zelf gevangen, maar kwam uit een blikje: tonijn in olijfolie.
Om te voorkomen dat zijn gasten de komende dagen de volledige controle over hun stoelgang zouden verliezen, besloot hij om wat van de olie weg te laten lopen. Hij opende het blikje aan de daarvoor bedoelde ring en drukte zacht op het deksel om de olie er uit te drukken.
Niet zacht genoeg....
Het deksel schoot naar binnen en een golf olijfolie spoot in het rond.
Shit........!!!!!
Na het ontbijt was hij vergeten zijn schort weer voor te doen.....
Op zijn lamswollen trui zaten enkele glanzende donkere vlekken. De rendieren leken slippende bewegingen te maken.....
Die kon zo de zak van Max in.
Ook zijn broek vertoonde een aantal vette plekken.
Enkele flinke spetters hadden zelfs de muur achter hem bereikt.
Het patroon was niet regelmatig en had zeker geen artistieke uitstraling.
Hij wist meteen hoe hij zijn vrije dagen tussen Kerst en Oud en Nieuw zou doorbrengen.....

De gasten kwamen en genoten volop van de smaakvolle gerechten.
Het was een prachtig en gezellig kerstdiner met mooie verhalen, anekdotes en goedgevulde glazen....
Het toetje, afgemaakt met kersensaus, was een gedeeltelijk succes. De meeste gasten kozen ervoor om de glazige, rubberen substantie op de bodem daar maar te laten......

Na afloop overzag hij de restanten en overschotten.
Hij zou in ieder geval tot Nieuwjaar geen boodschappen hoeven doen.
Met de soep en de bavarois haalde hij waarschijnlijk zelfs de Pasen.
De keuken was een ravage.......
Na een afwas van twee uur kwam, bij het wegzetten van de laatste pannen, iets uit het keukenkastje rollen.
De kop van de citruspers.....


Volgend jaar gaat hij het anders doen.
Een zak Franse uiensoep van Unox als voorgerecht, als tussendoortje een zalmslaatje van Johma, als hoofdgerecht Tagliatelle met zalm en spinazie in roomsaus van meneer Iglo en als toetje roomyoghurt met straciatella van Mona.
Een prachtig en smaakvol 4-gangenmenu.
Ook lekker.
Voor nog geen 6 euri p.p. .........
Van zijn Kerstgratificatie koopt hij aandelen Unilever.


Ik wens u een mooie, liefdevolle, gezellige, maar vooral veilige overstap naar 2013!

zondag 23 december 2012

Armageddon


De premier van Australië heeft afscheid genomen van haar bevolking. Ze deed dit met een blij gemoed. Alleen al het vooruitzicht nooit meer te hoeven verschijnen bij saaie persconferenties...
De wereld, zoals wij die kennen zou immers na 21 december 2012 niet meer bestaan.....

Volgens de Mayakalender zou de wereld op die dag vergaan en, omdat u dit nu leest, is het evident, dat dit niet bewaarheid is geworden.
Toch zag ik vrijdag menig voorbijganger schichtig omhoog kijken om te zien, of de hemel nog geen aanstalten maakte om naar beneden te komen. Het zicht was nogal slecht door de kerstmist.....
Behoorde u tot de pessimistische doemdenkers die dit misschien de beste oplossing vonden voor onze jammerlijke wereld? Gewoon de stekker eruit....?
Jammer voor u. Maar....., ik voel met u mee.
U zult als de sodemieter naar de winkels moeten om toch nog kerstcadeautjes en een Kerstkalkoen te kopen.
U zult er waarschijnlijk ook niet onderuit komen om op 2e Kerstdag bij uw schoonmoeder, die absoluut niet kan koken, te moeten dineren.
Een schrale troost voor u. Waarschijnlijk wordt het, zoals bij 80% van de Nederlandse bevolking, gourmetten.
Word je uitgenodigd om te komen eten, moet je je eigen vreten klaar gaan zitten maken in zo'n rottig klein pannetje. Maar goed, alles beter dan de culinaire escapades van uw schoonmoeder.
En... hopen dat de brutaliteiten die u zich veroorloofde tegenover uw baas met het oog op de komende Apocalyps u niet noodlottig worden, en dat u na het Kerstreces nog welkom bent bij uw werkgever.
U zult weer goede voornemens moeten maken, want, zoals het er nu naar uit ziet, draait de wereld voorlopig gewoon door......

De laatste weken werd er met regelmaat aandacht aan geschonken.
Zo verscheen de burgemeester van het Franse gehucht Bugarach op het Journaal. De man maakte zich ernstige zorgen omdat velen de overtuiging waren toegedaan dat de "Pic de Bugarach", een afgetopte berg in de omgeving, een uitvalsbasis huisvestte van buitenaardse wezens en dat deze toegestroomde mensen hoopten met deze extraterrestrials, die uiteraard de vernietiging van de aarde zouden ontvluchten, te mogen meerreizen en zo het einde van onze wereld te ontlopen.
De berg zou worden afgezet om te voorkomen dat mensen hem zouden beklimmen. De burgemeester vreesde dat velen van hen zich in het ravijn zouden storten als onverhoopt de wereld toch niet zou vergaan. Uit teleurstelling.
Beetje rare gedachte van de burgemeester. Die mensen wilden immers de dood ontvluchten? Waarom zouden zij zich dan van de berg storten.
Hoe deze doemdenkers in hemelsnaam bij de gedachte zijn gekomen dat dit Franse gehucht een ontsnappingspoort zou zijn aan het onvermijdelijke, is voor mij een raadsel. Ik kan me niet voorstellen dat dit plaatsje in de oude Maya geschriften vermeld stond.

Een wetenschapper trachtte de mensheid gerust te stellen met de vergelijking de Maya kalender te bezien als de kilometerteller in een auto. Ja, de cyclus eindigt. Maar als de teller in de auto na 999.999 weer op 000.000 springt, betekent dat niet het einde van de auto.
Ook de wereld begint gewoon weer op 0.
Kijk, en dat opent toch weer geheel nieuwe perspectieven.
Dat zou toch mooi zijn.....
Dat we als mensheid nou echt weer opnieuw zouden kunnen en mogen beginnen.
Zo vaak krijgen we die kans niet.......

Als we al onze geschillen, ruzies en vooringenomenheid nu eens gewoon vergeten, overboord zetten.
Binnen ons gezin, onze vrienden- en kennissenkring.
Tussen landen, rassen, religies.
Op wereldschaal.
Streep eronder. Zand erover.
We beginnen met een schone lei.
Als alle leden van de mensheid vanaf nu eens gewoon open, eerlijk en met respect met elkaar om zouden gaan.....

Een mooiere Kerstgedachte kan ik niet bedenken.......


Rekening houden met de gevoelens van anderen.
Ook met die van uw schoonmoeder.
Controleer even of de os in uw kerststalletje met zijn rug naar de boom staat.
Ook dieren hebben tenslotte gevoel.......

Ik wens u niet alleen mooie Kerstdagen toe, maar ook een mooie, nieuwe wereld.......





zondag 16 december 2012

Schijt


Op 23 oktober gaf mijn oudste kleindochter blijk van grote cognitieve vermogens toen zij, na twee maanden leesonderwijs, haar moeder een blad papier met tekst toonde en haar meedeelde: "Kijk mam, ik heb een stout woord geschreven!!!"
Niet alleen word je als opa vervuld van trots omdat jouw kleindochter aan het begin lijkt te staan van een veelbelovende carrière als schrijfster van realistische romans, maar vooral vanwege het feit dat dit kind van zes, met jouw genen, reeds haarscherp in de gaten heeft wat kan en niet kan.
Sgijt is een stout woord! Sgijt hoort niet!
Als kinderen van zes dit onderkennen is er nog hoop voor onze maatschappij.

Er is vandaag de dag te veel schijt in onze samenleving.
Schijt aan politie, aan hulpverleners, leerkrachten.
Schijt aan gezagsdragers in het algemeen.
Schijt aan scheids- en grensrechters, met als afschuwelijke apotheose de gebeurtenissen van 2 december.
Een gebeurtenis die nu al twee weken het nieuws blijft beheersen.
Een grensrechter werd dusdanig in elkaar geslagen, dat hij een dag later overleed.
Geert zag zijn kans schoon om weer eens wat van zich te laten horen en maakte er meteen een Marokkanen probleem van.
Feit is dat Marrokaanse jongeren procentueel vaker betrokken zijn bij geweldsdelicten, maar deze simplificatie vind ik toch wat kort door de bocht.
We zijn het afgelopen jaar te vaak geconfronteerd met onacceptabele vormen van agressie waar Marokkanen part nog deel aan hadden. Denk maar aan de toestanden in Haaren.
Simpele mensen zullen Geerts uitspraken echter ongetwijfeld gretig omarmen.
De geschiedenis heeft al zo vaak aangetoond hoe gevaarlijk en misplaatst het is om hele bevolkingsgroepen over één kam te scheren naar aanleiding van de misstappen van enkele individuen binnen zo'n groep.
Zo werd de moordenaar van Marianne Vaatstra al snel gezocht onder de bewoners van een asielzoekers centrum in de buurt.
Jasper S. blijkt een gewone Friese boer te zijn, zonder Marokkaanse of Antilliaanse roots.

Na een prachtige sportzomer is een sportherfst aangebroken vol incidenten en kwalijke praktijken.
Kickboksers die hun sport buiten de ring beoefenen, de ontluisterende ontmanteling van de beroeps wielersport.
En nu, als ultiem dieptepunt, het doodschoppen van een grensrechter.
Er wordt weer van alle kanten geschreeuwd, dat er iets moet gebeuren.
Zelfs JC heeft zich in de discussie gemengd.
En ik ga deze keer een heel eind met hem mee.
Kinderen zijn zich van nature wel degelijk bewust van wat wel en niet kan. Ze schamen zich als welpje kapot als hun vader of moeder schreeuwend, scheldend en tierend langs de zijlijn staat tijdens een potje voetbal op zaterdagmorgen.
Maar... kinderen zijn zeer gevoelig, beïnvloedbaar, en spiegelen zich aan hun opvoeders.
Als pappa of mamma de leerkracht, de scheidsrechter of welke gezagsdrager dan ook in het bijzijn van hun kinderen een trut of klootzak vindt, zullen zij dit gedrag overnemen, gaan na-apen. Wat pappa of mamma zegt is immers waar.
En zo kan het gebeuren dat ze, eenmaal in de A1, dezelfde woordenschat bezigen tegenover de spelleiding als hun ouders, de leraar voor klootzak uitmaken en hulpverleners en andere gezagsdragers respectloos benaderen.
Kleur of religie heeft daar niets mee te maken.

Het meest pijnlijk is, dat onze leiders zelf van tijd tot tijd zo'n verschrikkelijk slecht voorbeeld geven. Ook kinderen krijgen via het journaal de beelden binnen van het respectloze gekissebis in ons parlement: "Doe eens normaal man. Doe zelf eens normaal".
Zo ondermijnen ze de inspanningen van ouders die wèl hun best doen om hun kinderen respect voor andersdenkenden bij te brengen.
En dan nu hun afschuw uitspreken over de vreselijke gebeurtenissen en de mond vol hebben over respect, vind ik ronduit hypocriet.
Er wordt gezegd, dat we allemaal eens goed bij ons zelf te rade moeten gaan, in hoeverre wij in onze opvoedende taken tekort schieten.
Een boodschap die bepaalde volksvertegenwoordigers zich zeer ter harte zouden moeten nemen.
Hoe kun je respect verwachten van een bevolkingsgroep als je deze groep straffeloos in de media als tweederangsburgers wegzet, hun religie of cultuur belachelijk maakt en hen bewust krenkt in het diepst van hun ziel. Mensen die zich zo uiten zijn niet bezig het probleem op te lossen, maar zijn er zelf een onderdeel van.
Nee, ik geef ze niet de schuld van de gebeurtenissen, maar dat ze door hun gedrag en hun uitingen hierin een zware medeverantwoordelijkheid dragen, staat voor mij als een paal boven water.

Sport verbroedert.
De Coubertin had mooie idealen.
"Het belangrijke in het leven is niet de triomf, maar de strijd, het essentiële is niet om te hebben gewonnen, maar om goed te hebben gestreden."
Sport als alternatief voor de primitieve drang in de mens om elkaar te bekampen. Volgens afgesproken regels, met respect voor de tegenstander.
Maar veel strijders wensen zich niet aan de regels te houden, gaan respectloos de strijd aan.
En zo verwordt een sportwedstrijd soms tot een ordinaire, primitieve stammenoorlog.
"Voetbal is oorlog", zei De Generaal.
En volgens het spreekwoord is in liefde en oorlog immers alles geoorloofd......



Sport verbroedert,
Nee, sport verloedert.
Of, met onze Chinese vrienden te spreken: Sport verbloedert.
Overigens, ooit gezien dat een Chinees door het lint ging tijdens een sportmanifestatie omdat hij het niet eens was met de scheidsrechter?
Kunnen wij nog een hoop van leren........



zondag 9 december 2012

Noordeinde 104 IV


Melktandjes

Zodra het eerste tandje bij de kleine verschijnt, wordt tegenwoordig een tube kindertandpasta aangeschaft en een borsteltje. Elke avond wordt het tandje grondig geschrobd. De poetsbeurt gaat langer duren naarmate er meerdere tandjes verschijnen. Elk half jaar gaat de kleine mee met pappa en mamma om de tandarts tegen een tarief van €35 even in de mond te laten kijken en te horen dat het er keurig uitziet.
En dan kom je goed weg.
Want als het er nièt keurig uitziet, overstijgen de kosten de €35 meestal ruimschoots. De investering in meters flosdraad en een elektrische tandenborstel is daarom ten allen tijde gerechtvaardigd.
Wee het ouderpaar, wiens kind in het bezit is van een onregelmatig gebit, van een over- of underbite, of, God verhoede, een crossbite. De kosten om dit door de specialisten te laten reguleren noopt velen tot het afsluiten van een tweede hypotheek en dat is in deze tijden bepaald geen sinecure.

In de tijd dat ik aan het wisselen was, speelden dit soort zaken nog niet.
De dagelijkse verzorging van het gebit had nog geen prioriteit.
Ik kan mij daar tenminste niets van herinneren.
De enige borstels die ik kende, zaten in het schoenpoetsmandje van moeder.
Wij hadden in het dorp geen tandarts.
Op het platteland heersten toen nog toestanden die zich, met enige fantasie, laten vergelijken met de huidige Afrikaanse binnenlanden. Een aantal keren per jaar(maand?) streek een tandentrekker neer in het dorp, huurde een zaaltje af in een café of andere openbare ruimte en was dan beschikbaar voor de lijdende bevolking. Volwassenen met kies- of tandpijn zagen zich tussendoor waarschijnlijk genoodzaakt om naar "de grote stad" (=Leiden) te gaan om daar uit hun lijden verlost te worden.
Wij kinderen moesten wachten op de rondtrekkende smoelensmid.
Overigens voor de hand liggend, dat leden van deze beroepsgroep een trekkend bestaan leidden.

Mijn ouders hadden een vooruitziende blik. Met twee broertjes boven mij hadden zij waarschijnlijk al geleerd, dat tijdig ingrijpen in deze een verstandige keuze was. In hun bezorgdheid voor mij, en om toekomstig leed te voorkomen, hadden ze daarom besloten dat het slim was om mijn melkgebitje preventief te ruimen, zodat er ruimte vrij kwam voor de doorkomende blijvende tanden en kiezen.
Op de dag dat de reizende bijtspijkerspecialist zitting hield, was er bij ons thuis een feestje.
Een van mijn broertjes was jarig.
Ooms en tantes kwamen op visite.
Het krioelde van de buurkinderen.
Mijn moeder had het er druk mee, dus werd ik opgehaald door Sjaan (de Jong), een ouder buurmeisje, die met mij wel even naar de tandarts zou gaan.
Achterop gezeten op het bagagerekje van haar fiets hield ik haar stevig vast.
Niet wetend wat mij te wachten stond, onderging ik gelaten het schijnbaar onafwendbare noodlot.
De verhalen van mijn oudere broertjes hadden er bepaald niet toe geleid dat ik de confrontatie met de tandarts vol vertrouwen tegemoet zag.

Antoinetti heette de man. Een prachtige naam.
We kwamen in een kamertje, naar ik meen ergens achter het schildersbedrijf van Van Beek.
We moesten lang wachten. Het wachtkamertje zat vol met schichtig rondkijkende mensen.
Er werd nauwelijks gesproken, wat mij een onbehaaglijk gevoel gaf.
Toen ik eindelijk aan de beurt was, moest ik in een grote stoel gaan zitten.
Ik keek gebiologeerd naar de enorm behaarde armen van de man voor mij.
Hij glimlachte en vroeg mij om mijn mond open te doen.
Mond open, oogjes stijf dicht.
Ik schatte in, dat ik de aanblik van de tangen en andere martelwerktuigen, secuur door mijn broertjes omschreven, zeker niet zou overleven en koos daarom voor deze struisvogelpolitiek.
In rap tempo rooide hij zeven melktandjes.
Ik weet niet meer of het zeer deed.
Ik weet niet meer of ik gehuild heb.
Wat ik wel weet is, dat toen we thuis kwamen, het feest in volle gang was.
Er was limonade en taart, er waren pannekoeken (dat schreef je toen nog zonder tussen-n), lekkernijen die slechts sporadisch bij ons op tafel kwamen.
Maar Pietje hoefde niet.
Pietje had een zere bek.
Ik heb mezelf, na die dag, nooit meer zò zielig gevonden.....

Op het gebied van mondhygiëne had Nederland nog een flinke inhaalslag te maken.
De schooltandarts deed zijn intrede.
Met mij zullen nog velen het klamme zweet voelen uitbreken bij de herinnering van het voorrijden van "de bus" voor de school.
Meteen gonsde het op de speelplaats van de meest bloederige verhalen, zodat op het moment van betreden van de bus het "Morituri te salutant-gevoel" groot was.
In die bus werd mijn eerste kies gevuld.
Hoewel de boor aanzienlijk kleinere afmetingen had dan mijn klasgenoten mij hadden doen geloven, weet ik nog wel dat het een zeer pijnlijke ervaring was.
Sinds die tijd ben ik de leden van het tandartsengilde gaan beschouwen als uitermate sadistische mensen, die blijkbaar kicken op de pijnbeleving van hun patiënten.
Volledig ten onrechte overigens.
Menigmaal ontpopten zij zich tot ware weldoeners op de momenten dat pijnscheuten door mijn kaken raasden.
Tot mijn grootste vrienden heb ik ze echter nooit gerekend.


De preventieve ruiming had niet het beoogde effect.
Ik ontwikkelde een probleemgebit, dat in deze tijden beslist had geleid tot een verwijzing naar de orthodontist.
Dank zij de inspanningen van mijn tandartsen (hulde!) heb ik het nog aardig lang uit kunnen zingen, maar een aantal jaren terug hebben we, na rijp beraad, de handdoek geworpen.

Als ik nu nog een enkele keer last heb van een zere mond, flikker ik mijn tanden en kiezen in een glas water met de toevoeging: "Jonges, foek het lekke felf uit........"




zondag 2 december 2012

Noordeinde 104 III


Hij komt, hij komt.....

In mijn kindertijd waren de "Close Encounters" met Sinterklaas nogal schaars.
Ja, hij werd ingehaald bij het sluisje. Maar de Veen kende toen vele kinderrijke gezinnen, met als gevolg dat ik, als klein menneke, aan de hand van mijn moeder, toch niet meer dan een glimp opving van de Goedheiligman.
Ik weet nog dat hij een keer zitting hield in de winkel van de plaatselijke manufacturier (B.H. Stockmann, what's in a name) en dat ik hem daar met mijn moeder heb bezocht. Diep onder de indruk, was ik niet bij machte om mijn verlanglijstje op te dreunen, met als gevolg dat ik al die schatten ook nooit heb gekregen.
Ja, hij is zelfs een keer bij ons aan huis geweest! Jammer dat mijn vader niet thuis was. Dan had ik hem kunnen wijzen op het feit dat Sint Nicolaas door de week gewoon op zondagse schoenen liep, net zulke als hij ook had.
Verder zag je Sint Nicolaas niet. Maar ja, hij moest ook naar zoveel plaatsen toe!

Daar heeft de Sint blijkbaar iets op gevonden, want tegenwoordig is hij op televisie nog maar net uit de boot gestapt of hij maakt al zijn opwachting in vele dorpen en steden in ons land en verschijnt in optochten, buurthuizen, bejaardenhuizen en op personeelsfeesten. Hij komt te paard, per stoomboot, per auto, in een motor met zijspan, op rolschaatsen of op de step naar alle scholen van Nederland en komt ook nog eens bij de meeste kinderen aan huis om daar een zak cadeautjes af te leveren.
Sint heeft het mystieke geheim van de alomtegenwoordigheid doorgrond.
Waarom was hij in mijn kindertijd niet zo inventief en energiek.
Hij was toen per slot van rekening nog een stuk jonger....

Op weg naar school vergaapten wij ons aan de etalages van de bakker, waar de mooiste suikerbeesten stonden uitgestald, naast de banketstaven en de worsten en varkentjes van marsepein. Omdat er bij ons nog geen boekjes van Bart Smit of Intertoys op de mat vielen, waarin we alles konden aankruisen, stonden we kwijlend voor de winkelruit van de plaatselijke speelgoedzaak om ons vooral goed in te prenten hoe de auto eruit zag die we graag wilden hebben, zodat we 's avonds, bij de kachel, het vehikel minutieus konden beschrijven, hopend dat Zwarte Piet, die in de schoorsteen luisterde, de boodschap goed zou overbrengen.

Elke avond zongen we bij het potkacheltje ons de longen uit het lijf, in de hoop dat hij wat brengen zou in de keurig voor het kacheltje opgestelde schoentjes.
Soms werden wij verblijd met een chocolade kikker of muis, een paar pepernoten of chocolade sigaretjes, toen nog een zoete delicatesse en geen verderfelijke waar, en daarom thans bij Europees decreet verboden.....
Vaak bleek echter ons gezang niet het beoogde effect teweeg te hebben gebracht. Moeder vertelde ons dan, dat Sint echt niet elke avond langs kon komen; er waren immers zovèèl kinderen die iets in hun schoentje verwachtten. Ik begreep dat wel, maar vond het toch betreurenswaardig als bleek, dat hij op zo'n avond wèl bij de buren was geweest. Uit het oogpunt van efficiëntie was dit toch niet te verklaren?
Daar komt nog bij, dat ik een zeer braaf jongetje was, veel braver dan mijn buurjongetje, en daarom veel meer recht kon doen gelden op een lekkernij in mijn schoen.
Maar goed, ik hield wijselijk mijn mond.
Zwarte Piet hoorde immers alles en gemor van mijn kant zou kunnen leiden tot helemààl niets krijgen op de grote dag.

Mijn moeder wist ons meesterlijk te bespelen met verhalen, dat ook de beurs van Sinterklaas een bodem had en dat we daarom onze verwachtingen niet te hoog moesten stellen. Dat het al heel mooi zou zijn als we überhaupt iets zouden krijgen.
Door deze voorbereiding slaagde zij erin om bij ons een brede lach van dankbaarheid tevoorschijn te toveren als we op 6 december 's morgens de kamer inkwamen en daar een tafel aantroffen met cadeautjes. Een kleurboek, een doosje kleurtjes, een taai-taai-pop, een suikerbeest, een blokkendoos!

Ik weet nog dat wij, de drie oudste jongens, een keer een bestuurbare auto kregen! (Sinterklaas had blijkbaar een goed jaar achter de rug) De auto zat met een snoertje aan een doosje (waarin de batterijen zaten), met daarop een stuurtje en een aan/uit knop. Geweldig! Je moest er natuurlijk wel hard achteraan hollen, want het autootje werd beperkt in zijn bewegingen door het snoertje.
Toen de batterijen leeg waren, was het uit met de pret. Nieuwe batterijen kwamen er niet.
Veel te duur.
Onze aandacht verlegde zich toen al gauw naar de pop die ons zusje van de Sint had gekregen. Het was wel geen BabyBorn die kon poepen, plassen, kotsen, huilen, kruipen en liedjes zingen, maar het was voor die tijd een zeer geavanceerd exemplaar. De pop kon "mamma" zeggen.....
Je moest de pop dan wel eerst naar voren buigen en dan naar achter, iets wat bij een echte baby gegarandeerd het fruithapje of de laatste fles doet uitstappen, maar het resultaat was steeds weer verbluffend: "Mamma.... Mamma...."
Terwijl onze auto's door de lege batterijen geen enkel teken van leven meer vertoonden, bleef de pop "mamma" zeggen. Dit intrigeerde ons.
En wel zodanig, dat we de pop aan een nader onderzoek hebben onderworpen om dit magische mysterie te ontraadselen.
Kortom, wij hebben de pop vakkundig gesloopt en vonden in haar buik het doosje, dat het "mamma"-geluid voortbracht.
Mijn zusje heeft het ons nooit helemaal vergeven......


Later heb ik de Sint leren kennen als een zeer aimabel man. Ik kom hem ook in de loop van het jaar regelmatig tegen. We maken dan wel eens een praatje. Ik mag ook gewoon "je" en "jij" tegen hem zeggen.
Maar....., hij wordt nu toch wel oud hoor.
Deze week keerde hij per openbaar vervoer huiswaarts, terwijl hij 's morgens toch op zijn schimmel het bisschoppelijk paleis verlaten had. Stond het arme dier de hele dag in een troosteloze Haagse parkeergarage te wachten op zijn baasje.
Vergeten.....
Ik hoop dat hij nog wel weet, wat ik graag in mijn schoentje wil hebben......