zondag 28 februari 2016

Wat zegt een naam?


Shakespeare liet het Juliet zich al afvragen.
What's in a name?
Zal een roos anders ruiken als we haar naam veranderen?
Zo probeert ze Romeo over te halen om zijn familienaam af te leggen, een andere naam aan te nemen.
Hijzelf zal daardoor niet veranderen.
Een naam zegt immers niets?
What's in a name?

Nou......
Soms denk ik wel eens dat een naam juist wèl een diepere betekenis kan hebben.
U kent allemaal de rolstoelen van de firma Beenhakker?
En slagerij Van der Ham is ook wel erg toepasselijk.
Onnadenkende vaders en moeders hebben hun kinderen soms opgezadeld met een voornaam, die in combinatie met de achternaam soms tot hilarische combinaties kan leiden.
(zie: rare namen)
Kijk, als je Niks van je achternaam heet, noem je kinderen dan geen Ben en Wil.
Ze zijn bij ieder sollicitatiegesprek op voorhand kansloos.
Want ook al zegt een naam in wezen niets, wij mensen, we zoeken er vaak toch wat achter.
Ik ook.

"Infantino"
De naam van de nieuwe FIFA baas, opvolger van Sepp Blatter.
Waarom werd hij gekozen? Op basis van zijn naam misschien?
Want "infant" of "infante" betekent in veel van de ons omliggende landen "zuigeling".
De achtervoeging "ino" maakt onze baby nòg liever, nòg leuker en schattiger.
En wat is er onschuldiger dan een pasgeboren kind?
Zal men misschien onbewust gedacht hebben, dat iemand met zo'n naam de FIFA haar onschuld terug kan geven, het ontstane beeld van corruptie en malversaties kan doen verbleken?
Zo'n imago kan de FIFA wel gebruiken.
Want onder het voorzitterschap van Blatter is de Wereldvoetbalbond, als we alle onderzoekscommissies mogen geloven, verworden tot één groot roversnest, waar eigenbelang en zelfverrijking bij vele leden op de eerste plaats staat, en niet het belang van het voetbal.
Is Infantino de aangewezen man om de FIFA te veranderen in een eerlijke, transparante organisatie?
Ik ben bereid hem het voordeel van de twijfel te geven.
Maar hij komt wel voort uit de UEFA burelen en was zes jaar lang als secretaris generaal de rechterhand van Michel Platini.
Ook zo'n voetbalbestuurder die geschorst is vanwege vermeende malversaties.
Goed, Infantino heeft zijn naam mee, maar of dat genoeg is?
Tenslotte, what's in a name?

Zolang in het voetbalwereldje astronomische bedragen omgaan in de vorm van spelers salarissen en transferbedragen zal het hoogstwaarschijnlijk dweilen blijven met de kraan open.
Zolang op de FIFA burelen de miljarden over tafel blijven stromen, zal de verleiding voor een aantal mensen te groot blijken.
De gelegenheid maakt immers de dief?
Wie appelen vaart, die appelen eet.
Het ware te wensen dat alle grote sponsoren zich uit deze wildernis zouden terug trekken en hun gelden zouden inzetten voor het verbeteren van sportbeoefening onder de kansarmen op deze aarde.
Niet om ze op te leiden tot nieuwe geldwolven, maar gewoon, omdat sporten gezond is en leuk.
Omdat sport, om de juiste beweegredenen beoefend, leidt tot harmonie en respect voor elkaar.
En als je héél, héél goed bent, kun je er misschien je beroep van maken en zo mensen in extase brengen met je prestaties.
En dan misgun ik je zeker geen fatsoenlijk inkomen (met het accent op fatsoenlijk).
Hun miljarden zouden op die wijze beter besteed zijn en aantoonbaar meer effect hebben.
Ja, zegt de FIFA, maar wij doen juist veel aan de ontwikkeling van de voetbalsport in allerlei landen, vooral voor de kansarmen. We starten overal projecten om de jeugd in staat te stellen om in aanraking te komen met het voetbal.
Slechts een fractie van de miljarden die binnen stromen wordt daaraan besteed.
En wat is de drijfveer van die arme, kansloze kinderen?
Om lekker met elkaar te sporten en daar plezier aan te beleven?
Nee, een kans, een mogelijkheid om zich aan de armoede te ontworstelen, om te dromen van mooie auto's, dure huizen, rijkdom, miljoenen.
Maar, lieve mensen, daarvoor is het spelletje nooit bedoeld.....


Op 6 april mogen we naar de stembus om een ja of nee te laten horen aangaande het Associatieverdrag met Oekraïne.
Tegenstanders wijzen vooral op de corruptie die in dat land nog welig tiert.
En hier dan? In ons eigen Europa? In ons eigen Nederland?
Zijn we al die parlementaire enquêtes al weer vergeten?
Wie zonder zonden is, werpe de eerste steen.....

What's in a name.
Volgens mij ruikt Jan Roos helemaal niet lekker........




zondag 21 februari 2016

Noordeinde 104 XIII


Voetbal.

Op zondagmiddag ging ik met mijn vader soms naar de voetbal.
Niet naar het voetbal.
In de Veen ging en gaat men naar de voetbal.
We wandelden dan via het Noordeinde richting watertoren en staken over op de Noordhoek.
De meest noordelijke bebouwing van Roelofarendsveen was de Narcisstraat met de oude brandweerkazerne. Zij werden gescheiden van het ongerepte polderlandschap door de provinciale weg, ooit de spoordijk waarover de trein van Leiden naar Hoofddorp reed.
Hoewel, ongerept, aan de overkant van de weg was een stuk weiland afgezet en omzoomd door hoge populieren, waar de Veense voetbalclub DOSR haar thuiswedstrijden speelde.
Door Oefening Sterk Roelofarendsveen, zo wist mijn vader te vertellen.
Een naam die niet geheel de lading dekte.
De Veense tuinders hadden immers weinig tijd om te oefenen.
Vandaar dat de club nooit de regionale competities ontsteeg.

Dat ik de vraag van mijn vader, of ik mee ging naar de voetbal, welwillend met een "ja" beantwoordde was niet zozeer gelegen in het feit, dat dit spelletje mij mateloos intrigeerde maar meer  om mijn vader te plezieren. Immers, zijn uitnodiging deed mij veronderstellen dat hij mijn gezelschap op prijs zou stellen en daarbij was het een man waar je moeilijk "nee" tegen kon zeggen.
Èn dan was daar natuurlijk altijd de wetenschap dat ik in de rust iets lekkers zou mogen kopen bij het houten keetje aan de westkant van het veld.
Een zakje chips bijvoorbeeld, waarbij het zout apart in een blauw of rood cellofaantje was verpakt.
Een rolletje drop of van die kleverige karamels, die, zich eenmaal aan het gehemelte gehecht, met geen mogelijkheid meer los te krijgen waren en slechts met eindeloos herhaalde tongbewegingen konden worden weggemasseerd.

Mijn vader heeft vroeger ook gevoetbald.
Bij DOSR uiteraard.
Het zal voor een blauwe maandag geweest zijn, want op mijn vraag of hij ooit een doelpunt gemaakt had, moest hij ontkennend antwoorden.
Zijn carrière als voetballer zal niet veel hebben voorgesteld, want hij sprak daar zelden over.
Hij heeft mij ook nooit de plakboeken kunnen tonen waarin gewag werd gedaan over zijn onnavolgbare techniek en zijn gevreesde vliegende tackles.
Hij was "back", vertelde hij ter verontschuldiging, een positie waarin je slechts zelden tot scoren komt.
Hij onderrichtte mij in de spelregels en de gevoerde tactieken.
Zo moest ik mijn ideeën over het voetbal, dat het slechts een grote groep mannen in veel te kleine broekjes en met veel te witte benen was, die ongeorganiseerd achter een bal aan renden, laten varen.
Ik ging het spel met andere ogen bekijken.
Mijn vader zal ongetwijfeld gelijk gehad hebben.
Mijn vader had altijd gelijk. (en zo niet, dan eiste hij het op)
Maar op het veld kon ik weinig van zijn beweringen terug vinden.
Het bleef voor mij een wanordelijke bende, vechtend om een bal.

Voetbal op zondag was in die tijd, naast het bezoeken van oma's en opa's, zo'n beetje het enige verzetje wat er was.
Het stelde mannen in staat om zich eens even lekker te laten gaan en de opgekropte agressie die zij in de afgelopen week hadden opgebouwd als loonslaaf of als kleine zelfstandige (of als onder de plak zittende echtgenoot) eens flink van zich af te spelen of te schreeuwen.
Want ja, ook het publiek kon behoorlijk tekeer gaan.
Alsof er ik weet niet wat op het spel stond!

Later verhuisden we naar Rijpwetering en volgden daar RKVV Rijpwetering.
Het wisselen van cluppie ging net zo gemakkelijk als het aantrekken van een andere trui.
Tenminste, wat mijn vader en mij betreft.
Ik werd mij toen ook meer en meer bewust van de enorme rivaliteit die bestond tussen de verschillende kerkdorpen in onze gemeente.
De "derby's" in die tijd hadden veel weg van stammenoorlogen.
Tegenstanders werden op het veld met alle geoorloofde (en soms ongeoorloofde) middelen bestreden, terwijl het publiek (althans een deel er van) zich vaak meer bezig hield met het beschimpen van de tegenpartij en het uiten van denigrerende opmerkingen richting de inwoners uit "dat gat", dan met het volgen van de wedstrijd.
Er is wat dat betreft, althans in onze gemeente, een hoop veranderd.
Clubs zijn gefuseerd en de bewoners uit de verschillende dorpen treffen elkaar harmonieus in allerlei andere verenigingen.
Niet alles van vroeger was beter.
Al moet natuurlijk helaas vastgesteld worden dat we wekelijks via de buis moeten constateren dat er nog altijd "supporters" zijn die het niveau van holbewoner nauwelijks zijn ontstegen....




zondag 14 februari 2016

Tappen


Het wordt al eeuwen lang gedaan op de Braziliaanse en Indonesische rubberplantages.
De metaalbewerker doet het.
Ginger Rodgers en Fred Astaire deden het in de film "I'm singing in the rain", de horecaondernemers in het zuiden des lands hadden er het afgelopen carnavalsweekend de handen aan vol.
Rutte deed zijn uiterste best op woensdagavond en de politie is er blijkbaar dagelijks druk mee bezig, zo bleek uit het rapport over de Teeven-tapes, dat deze week verscheen: tappen.
Die Fredje toch.
Bonnetjes, telefoontaps.
Ik herken dat type uit de tijd dat ik nog voor de klas stond. Je hebt van die jongetjes die echt alles zoek maken.....
In het programma Nieuwsuur op vrijdagavond zette de advocaat van Jos van Rey alle "toevallige omstandigheden", waaronder het bewuste "verloren" gegane telefoongesprek, nog eens op een rijtje.
Nou, dat zijn wel héél, héél veel toevalligheden.
En dan blijkt als klap op de vuurpijl uit het rapport, dat het verzamelen van taps is uitbesteed aan een commercieel buitenlands bedrijf dat weigert informatie te verstrekken die zou kunnen leiden tot het achterhalen van de waarheid. De regering, notabene de opdrachtgever, heeft geen volledige toegang tot alle gegevens!
Ik citeer Jaap nog maar eens: Het mot nou toch niet gekker worden.....

Maandagavond liet Victor Mids in het programma Mindf*ck een auto verdwijnen.
Ook zo'n jongetje dat van alles zoek kan maken.
In zijn programma nodigt hij altijd een BN'er uit, waar hij dan het een en ander mee uithaalt.
Kan hij niet Fred Teeven, of een andere politicus (er zijn er genoeg die daarvoor in aanmerking komen) uitnodigen en deze dan aan het eind van het programma voorgoed laten verdwijnen?
Oeps...... mag ik dat zeggen?
Je moet zo op je woorden passen, want voor je het weet wordt jou demonisering verweten, of het aanzetten tot moord.
Hans Spekman, voorman van de PvdA, haalde het in zijn hoofd om in een interview Geert Wilders een gevaar voor de democratie te noemen.
Witte Willy was verbolgen. Het verleden heeft al uitgewezen waartoe dit soort uitlatingen kunnen leiden. Kijk naar Pim Fortuin. Geert stelde dat in dit geval de kogel van links zou komen.
Het relletje werd nog eens opgeklopt door de tweet van Den Hertog, voorzitter van de PvdA Katwijk, die, naar aanleiding van de uitlatingen van Geert, hem een natuurlijke dood toewenste.
Goed, zijn formulering was wat ongelukkig gekozen, dat heb je met tweets, je mag slechts 140 tekens gebruiken. Maar hopen we niet allemaal dat we ooit een natuurlijk einde aan ons leven zullen kennen?
Geert was furieus en wees Spekman nog eens haarfijn op zijn gelijk, dat uitlatingen, gedaan door politici, gevaarlijke krachten binnen de maatschappij kunnen losmaken.
Maar..... Geert zelf dan?
Durft hij nog steeds te ontkennen dat de agressie die we zien rond moskeeën en AZC's
mede een gevolg zijn van zijn denigrerende uitlatingen omtrent Marokkanen, de Islam, Syriërs, enz. en zijn oproepen tot verzet?
Typisch gevalletje van de pot verwijt de ketel?
Bovendien was de uitlating van Spekman geen oproep tot geweld jegens Dhr. Wilders, maar de constatering van een feit.

Er was deze week gelukkig ook nog wat te lachen in politiek Den Haag.
Tijdens het Correspondent's Dinner in de Beurs van Berlage, waar Mark de getapte jongen uit mocht hangen door moppen te tappen over het Nederlands journalistenvolkje.
Hij deed het niet onaardig, maar als je dan hoort dat er een heel leger bijeen geroepen is om de teksten voor hem te schrijven dan verbleekt zijn ster toch enigszins.
Hij bracht het leuk, maar was geen cabaretier. Die schrijft zijn teksten zelf.
Gewoon een moppentapper dus.
Dolf Jansen, wel een echte cabaretier, kreeg na Rutte het podium.
Zijn taak was het eigenlijk om de premier eens flink op de hak te nemen, maar Dolf koos er toch vooral voor om zijn eigen politieke statements te maken.
De conclusie die we na dit vermakelijke avondje kunnen trekken: Schoenmaker, blijf bij je leest.

De beste grap werd woensdagmorgen in de tweede Kamer verteld door Geert Wilders.
Hij prees de premier voor zijn optreden tijdens het Correspondent's Dinner en voegde er aan toe dat hij er een hele kluif aan zou hebben om hem volgend jaar te overtreffen.
Mark ging bijna onder tafel van het lachen.
En terecht.
De kans dat Wilders in februari 2017 onze premier is, acht ik uiterst gering.
Daarvoor zal eerst het kabinet moeten vallen en gezien de verhoudingen in het politieke speelveld verwacht ik na verkiezingen een kabinetsformatieperiode die wel eens erg lang kan gaan duren.
Maar... stel je nou toch eens voor!
Dat Geert wèl onze premier is in februari 2017.
Zal hij dan zijn verkapte belofte dat hij dan deel zal nemen aan een Correspondent's Dinner gestand doen?
Ziet u Geert Wilders al als moppentapper?
Hij heeft in Martin Bosma in ieder geval een goede tekstschrijver in de gelederen.
De bovenomschreven grap schijnt ook uit Bosma's koker te komen.
Ik hoop dan wel één ding......
Dat Youp voldoende hersteld zal zijn om na het optreden van Wilders het podium te bestijgen.
Dàt wordt pas lachen!


Eerlijk gezegd geloof ik niet dat hij het aan zal durven en zijn keutel snel zal intrekken.
Nee, dat heeft hij niet beloofd.
"Politiek is een serieus vak", zal hij overtuigend en met een strak gezicht beweren. "En we moeten er geen poppenkast van maken. Dat laat ik liever over aan Mark Rutte en zijn politieke vriendjes. We hebben de afgelopen jaren gezien waar dat ons land gebracht heeft".
"Dat was maar een grap, dat begrijpt u toch wel?"
Nee, meneer Wilders, dat begrijp ik niet.
Een grap vertel je met een glimlach om je mond.

Wilders die een grap maakt?
Nee.... hoe geloofwaardig is dat?



zondag 7 februari 2016

Snurkers en snijbonen


Zo op het eerste gezicht hebben ze niets met elkaar gemeen.
Afgezien van een fijne alliteratie is er niets wat beide bij elkaar brengt.
De slaapverstoorder en de groente.
Maar met de toevoeging van het bijvoeglijk naamwoord "rare" zijn ze plots onderling inwisselbaar.
Een rare snurker en een rare snijboon, daar bedoelen we toch min of meer hetzelfde mee.

In hoeverre ik een rare snurker ben, dat oordeel laat ik graag aan anderen.
Maar een snurker ben ik wel.
Althans zo is mij door mijn omgeving meermaals verteld.
Ik ben van mijzelf nog nooit wakker geworden.
En als ik slapend misschien geluid produceer, vind ik het flauw om mij dit te verwijten, daar ik al slapend toch min of meer in een staat van ontoerekeningsvatbaarheid verkeer.

Mijn gesnurk is in het verleden menigmaal als wapen in de strijd geworpen.
Vooral tijdens de vele schoolkampen die ik mocht meemaken.
Het kamertje, dat ik deelde met de andere mannelijke leiding had ik al snel voor mij alleen. De anderen verkozen het om na een nagenoeg doorwaakte nacht een bedje te zoeken tussen de jongens.
U weet misschien hoe dat gaat op schoolkampen. Het naar bed gaan is voor de jeugd altijd het sein om lekker te gaan keten. En ach, die ruimte moet je ze ook geven.
Maar er zijn natuurlijk grenzen
Na herhaalde waarschuwingen dreigde een van mijn collega's dat degene die hij nu nog zou horen, bij mij op de kamer zou moeten slapen.
Er was een onverlaat die dit dreigement in de wind sloeg en hij werd gesommeerd zijn boeltje te pakken en te verhuizen naar "mijn" kamer.
Mokkend kroop hij in zijn nieuwe bedje.
Toen de leiding om een uur of twee ook het bed opzocht, sliep hij nòg niet.
En dat was zijn fout.
Ik slaap namelijk heel snel in.
Rond een uur of vier werd ik wakker van gestommel. Toen ik opkeek zag ik het manneke met zijn beddengoed onder de arm naar de deur sluipen.
"Wat gaan we doen?"
"Ik kan niet slapen van uw gesnurk", piepte het ventje met een huilerig stemmetje.
"Ik wel", zei ik. "Vooruit, terug in je bed. Vanavond heb jìj iedereen wakker gehouden, nu is het mijn beurt."
Kreunend van ellende kroop hij terug in zijn bed en trok het kussen over zijn hoofd.
De volgende morgen stond ik kwiek en uitgerust op.
Het ventje, uiteindelijk toch weggezakt in een hazenslaapje werd door mij wakker gemaakt.
"Kom op joh, wassen en ontbijten. We hebben nog een lange dag voor de boeg."
Nog slaapdronken en mopperend voegde hij zich bij zijn kornuiten.
Één ding wist ik zeker: die zal wel slapen vannacht.....

Mond tot mond reclame werkt toch het beste.
Dit bleek de volgende avond.
Één keer dreigen deed het lawaai in de jongenszaal verstommen.
Geen kik meer gehoord.....
Het verhaal deed de ronde en nog jàren lang zijn werk.

Een andere keer dat ik keihard met mijn gesnurk werd geconfronteerd was, toen we met ons toneelgezelschap een weekendje Texel deden om daar een voorstelling te verzorgen van "Het Gebroken Licht van Troost".
Na een geslaagde voorstelling gingen we richting Jeugdherberg, waar we de nacht zouden doorbrengen. Eerst feesten natuurlijk en dan naar bed.
We gedroegen ons als waren we op schoolkamp. Keten dus, maar geen leiding die ons tot de orde kwam roepen.
Uiteindelijk besloten we toch maar te gaan slapen.
Het gezelschap was verdeeld over twee slaapzalen.
In het bed naast mij lag een vrouwelijke collega die in de loop van de nacht blijkbaar matras en al had opgepakt en op de vloer van de andere slaapzaal een goed heenkomen had gezocht.
Toen ik mij namelijk de volgende morgen omdraaide om haar een goede morgen te wensen, was het enige wat ik zag.... haar spiraaltje.
Ik keek opgewekt rond en wenste mijn andere kamergenoten een "goede morgen".
Een grommende groet was het antwoord en een van hen vroeg zich af hoe ik in godsnaam zo'n uitgeruste indruk kon maken daar ik in de afgelopen nacht minstens een hectare bos had omgezaagd.
Met een kettingzaag.
Ik zag hun vermoeide blikken.
Hadden ze soms al die bomen met de hand het bos uitgesleept?
Had niet gehoeven....

Toen onlangs mijn twee oudste kleindochters een nachtje bij opa kwamen logeren, mochten ze samen in het grote bed. Opa nam het logeerbed in het kleine kamertje. Deuren open, zodat ik het zou horen als ze mij gedurende de nacht nodig mochten hebben. Toen ik de volgende morgen wakker werd, was de deur van mijn kamer gesloten....
De reden laat zich raden.

"De snurkende snijboon".
Zou zo maar een titel kunnen zijn uit de Suske en Wiske serie.....