Deze week is mijn oudste kleindochter al weer zes jaar geworden...
Kleinkinderen.
Dat is het mooiste wat er is.
Menig opa of oma zal dit volmondig beamen.
Met het klimmen der jaren moet je soms wat zaken inleveren, maar die worden ruimschoots gecompenseerd als dit grote geluk je ten deel valt.
Natuurlijk zijn kinderen leuk, maar kleinkinderen zijn nog veel leuker! Omdat je er niet meer midden in zit, heb je een veel beter overzicht. Je kunt op een afstandje genieten.
Je mag ze knuffelen en een flesje geven.
De vuile luiers en doorwaakte nachten zijn voor pappa en mamma.
Oké, als er gerit moet worden naar dokters of ziekenhuizen, kun je ook als opa wel wat van de leg raken.
Maar toch.
Je hebt vroeger die ritjes ook gemaakt. Met je eigen kinderen. En je weet dat het vaak allemaal best meevalt.
Achteraf dan.
Als je plotseling tijdens een toneeluitvoering weggeroepen wordt omdat je vrouw met de kleine met spoed naar het ziekenhuis is, slaat je hart wel een slag over. In je geest is plotseling alleen nog maar ruimte voor dat ene bericht. Niet afgeschminkt als de sodemieter naar het ziekenhuis.
Die dokter zal wel gedacht hebben....
Maar natuurlijk viel het achteraf best mee.
Of je dochtertje, dat vanwege steeds terugkerende blaasontstekingen voor onderzoek naar het ziekenhuis moet, op een groot apparaat wordt vastgesnoerd en dan rondgedraaid wordt. Die angstige blikken die pappa en mamma zoeken. Dat beeld draag je je leven lang mee.
Maar ook dat is goed gekomen.
Ze kunnen je ook aardig te kijk zetten.
Als je met je zoontje naar het ziekenhuis moet om het gips te laten verwijderen na een botbreuk in de onderarm. Je moet hem ophalen bij de huttenbouw, waar hij met vriendjes de hele week al volop bezig is om een onderkomen te realiseren. Daar aangekomen zie je vol afgrijzen hoe hij met zijn gipsen onderarm, bij gebrek aan een hamer, drieduims spijkers in een pallet hengst. U kunt zich voorstellen hoe het gipsen omhulsel eruit zag. Met schaamrood op de kaken meld je je bij de dienstdoend arts.
Die dokter zal ook wel gedacht hebben....
Maar verder..... Wat bloedneuzen, tanden door de lip, schaafwonden. Mag geen naam hebben.
Ik realiseer me dat wij, wat dat betreft, goed zijn weggekomen en ons daarom gelukkig mogen prijzen.
Dat doen we dan ook.
Het kan natuurlijk ook anders.
Mijn kinderen moeten al deze zorgen nog doorleven.
Nu maar hopen dat ze net zo goed wegkomen.
Ik weet nog goed hoe het was.
Je stelt je er van alles van voor: vader worden.
En als het moment daar is, is het toch zo heel anders.
Je realiseert je plotseling dat je leven niet langer van jou is.
Tot die tijd mag je zelf je leven indelen.
Natuurlijk houd je wel rekening met anderen.
Maar wel tot op zekere hoogte.
Als er liefde in het spel is, kun je soms best ver gaan in het wegcijferen van jezelf.
Er zijn echter grenzen.
Je eigen kind in de armen doet je beseffen dat dat voorbij is.
Dat kleine wurm is volledig afhankelijk van jou.
Het moet gevoed en beschermd worden, gekleed en getroost.
Niet alleen wanneer het jou uitkomt.
Het is de kunst om met die verantwoordelijkheid soepel om te gaan, anders kun je wel eens vergeten om te genieten.
Niet dat het altijd genieten is hoor. We moeten wel realistisch blijven, toch?
Ze bezorgen je soms grijze haren, een sik of een punthoofd.
Ze kunnen je er soms toe brengen dat jij je de haren uit het hoofd trekt.
Ik wil wel even kwijt dat de karige bedekking van mijn hoofdhuid een genetische oorzaak heeft, en dus niet verwijtbaar is aan mijn kinderen.
"Ouder worden is een gunst, ouder zijn een grote kunst"
Zou ook zo maar op een tegeltje kunnen en zowel mij als mijn kinderen kunnen inspireren hoe verder te gaan in het leven.
Dat is misschien wel het allermooiste van kleinkinderen.
Ze brengen je eigen kinderen dichter bij jou.
Ik ben misschien oud.
Maar zij zijn ouder.
Nu maar hopen dat ze net zo goed wegkomen.
Ik weet nog goed hoe het was.
Je stelt je er van alles van voor: vader worden.
En als het moment daar is, is het toch zo heel anders.
Je realiseert je plotseling dat je leven niet langer van jou is.
Tot die tijd mag je zelf je leven indelen.
Natuurlijk houd je wel rekening met anderen.
Maar wel tot op zekere hoogte.
Als er liefde in het spel is, kun je soms best ver gaan in het wegcijferen van jezelf.
Er zijn echter grenzen.
Je eigen kind in de armen doet je beseffen dat dat voorbij is.
Dat kleine wurm is volledig afhankelijk van jou.
Het moet gevoed en beschermd worden, gekleed en getroost.
Niet alleen wanneer het jou uitkomt.
Het is de kunst om met die verantwoordelijkheid soepel om te gaan, anders kun je wel eens vergeten om te genieten.
Niet dat het altijd genieten is hoor. We moeten wel realistisch blijven, toch?
Ze bezorgen je soms grijze haren, een sik of een punthoofd.
Ze kunnen je er soms toe brengen dat jij je de haren uit het hoofd trekt.
Ik wil wel even kwijt dat de karige bedekking van mijn hoofdhuid een genetische oorzaak heeft, en dus niet verwijtbaar is aan mijn kinderen.
Zou ook zo maar op een tegeltje kunnen en zowel mij als mijn kinderen kunnen inspireren hoe verder te gaan in het leven.
Dat is misschien wel het allermooiste van kleinkinderen.
Ze brengen je eigen kinderen dichter bij jou.
Ik ben misschien oud.
Maar zij zijn ouder.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten