zondag 21 februari 2016

Noordeinde 104 XIII


Voetbal.

Op zondagmiddag ging ik met mijn vader soms naar de voetbal.
Niet naar het voetbal.
In de Veen ging en gaat men naar de voetbal.
We wandelden dan via het Noordeinde richting watertoren en staken over op de Noordhoek.
De meest noordelijke bebouwing van Roelofarendsveen was de Narcisstraat met de oude brandweerkazerne. Zij werden gescheiden van het ongerepte polderlandschap door de provinciale weg, ooit de spoordijk waarover de trein van Leiden naar Hoofddorp reed.
Hoewel, ongerept, aan de overkant van de weg was een stuk weiland afgezet en omzoomd door hoge populieren, waar de Veense voetbalclub DOSR haar thuiswedstrijden speelde.
Door Oefening Sterk Roelofarendsveen, zo wist mijn vader te vertellen.
Een naam die niet geheel de lading dekte.
De Veense tuinders hadden immers weinig tijd om te oefenen.
Vandaar dat de club nooit de regionale competities ontsteeg.

Dat ik de vraag van mijn vader, of ik mee ging naar de voetbal, welwillend met een "ja" beantwoordde was niet zozeer gelegen in het feit, dat dit spelletje mij mateloos intrigeerde maar meer  om mijn vader te plezieren. Immers, zijn uitnodiging deed mij veronderstellen dat hij mijn gezelschap op prijs zou stellen en daarbij was het een man waar je moeilijk "nee" tegen kon zeggen.
Èn dan was daar natuurlijk altijd de wetenschap dat ik in de rust iets lekkers zou mogen kopen bij het houten keetje aan de westkant van het veld.
Een zakje chips bijvoorbeeld, waarbij het zout apart in een blauw of rood cellofaantje was verpakt.
Een rolletje drop of van die kleverige karamels, die, zich eenmaal aan het gehemelte gehecht, met geen mogelijkheid meer los te krijgen waren en slechts met eindeloos herhaalde tongbewegingen konden worden weggemasseerd.

Mijn vader heeft vroeger ook gevoetbald.
Bij DOSR uiteraard.
Het zal voor een blauwe maandag geweest zijn, want op mijn vraag of hij ooit een doelpunt gemaakt had, moest hij ontkennend antwoorden.
Zijn carrière als voetballer zal niet veel hebben voorgesteld, want hij sprak daar zelden over.
Hij heeft mij ook nooit de plakboeken kunnen tonen waarin gewag werd gedaan over zijn onnavolgbare techniek en zijn gevreesde vliegende tackles.
Hij was "back", vertelde hij ter verontschuldiging, een positie waarin je slechts zelden tot scoren komt.
Hij onderrichtte mij in de spelregels en de gevoerde tactieken.
Zo moest ik mijn ideeën over het voetbal, dat het slechts een grote groep mannen in veel te kleine broekjes en met veel te witte benen was, die ongeorganiseerd achter een bal aan renden, laten varen.
Ik ging het spel met andere ogen bekijken.
Mijn vader zal ongetwijfeld gelijk gehad hebben.
Mijn vader had altijd gelijk. (en zo niet, dan eiste hij het op)
Maar op het veld kon ik weinig van zijn beweringen terug vinden.
Het bleef voor mij een wanordelijke bende, vechtend om een bal.

Voetbal op zondag was in die tijd, naast het bezoeken van oma's en opa's, zo'n beetje het enige verzetje wat er was.
Het stelde mannen in staat om zich eens even lekker te laten gaan en de opgekropte agressie die zij in de afgelopen week hadden opgebouwd als loonslaaf of als kleine zelfstandige (of als onder de plak zittende echtgenoot) eens flink van zich af te spelen of te schreeuwen.
Want ja, ook het publiek kon behoorlijk tekeer gaan.
Alsof er ik weet niet wat op het spel stond!

Later verhuisden we naar Rijpwetering en volgden daar RKVV Rijpwetering.
Het wisselen van cluppie ging net zo gemakkelijk als het aantrekken van een andere trui.
Tenminste, wat mijn vader en mij betreft.
Ik werd mij toen ook meer en meer bewust van de enorme rivaliteit die bestond tussen de verschillende kerkdorpen in onze gemeente.
De "derby's" in die tijd hadden veel weg van stammenoorlogen.
Tegenstanders werden op het veld met alle geoorloofde (en soms ongeoorloofde) middelen bestreden, terwijl het publiek (althans een deel er van) zich vaak meer bezig hield met het beschimpen van de tegenpartij en het uiten van denigrerende opmerkingen richting de inwoners uit "dat gat", dan met het volgen van de wedstrijd.
Er is wat dat betreft, althans in onze gemeente, een hoop veranderd.
Clubs zijn gefuseerd en de bewoners uit de verschillende dorpen treffen elkaar harmonieus in allerlei andere verenigingen.
Niet alles van vroeger was beter.
Al moet natuurlijk helaas vastgesteld worden dat we wekelijks via de buis moeten constateren dat er nog altijd "supporters" zijn die het niveau van holbewoner nauwelijks zijn ontstegen....




Geen opmerkingen:

Een reactie posten