Toen onze dirigente afgelopen woensdag ons orkestleden de vraag stelde of we wisten wat een rondo was, riep ik enthousiast dat dit een soort koek was. Ik schaam mij er wel een beetje voor, maar ik heb nou eenmaal de onhebbelijkheid dat ik graag mijn kennis, gevraagd maar ook ongevraagd, met mijn medemens deel. Een eigenschap die ongetwijfeld een gevolg is van, dan wel de aanleiding vormde voor de carrière die ik tijdens mijn werkzaam leven had binnen het onderwijs.
Een vorm van beroepsdeformatie.
Deze kennis had ik opgedaan tijdens het zien en beluisteren van de televisieregistratie van de cabaret voorstelling "Noord West" van Paul van Vliet in 1971.
Hierin vertelde majoor Kees, in het kader van de democratisering binnen het leger, het volgende:
"Samenstelling maaltijden, luisteren!
Voorgerecht: spritsen, hoofdgerecht: gevulde koeken en nagerecht naar keuze: rondo's, kano's, dan wel pennywafelen."
U kent de rondo, ook wel pencee genoemd, ongetwijfeld. Die heerlijke brosse, zoete koek, gevuld met amandelspijs en getopt met een halve amandel.
Inderdaad, familie van de kano en de gevulde koek.
Dit was echter niet de betekenis die onze dirigente voor ogen had en ik had dit, als ik even had nagedacht en mijn impulsiviteit had weten te onderdrukken ook wel kunnen bevroeden.
Een rondo (ook: rondeau of rondeel) is óók een dans. Natuurlijk! Elke zichzelf een beetje respecterende componist heeft wel één of meerdere rondo's geschreven. Tenminste, de componisten van weleer. Het is immers een dicht- en muziekvorm die stamt uit de Middeleeuwen en die tot en met de Romantiek gebruikt werd. Een rondo, geschreven door Guus Meeuwis, Baas B of Lange Frans, daar hoeven we niet op te rekenen en kunnen we wel vergeten.
Zowel in de muziek als in de dichtkunst was (is) het rondo / rondeel aan strenge regels gebonden. Kenmerkend is vooral de herhaling van het hoofdthema of versregels.
Ooit schreef ik zelf, ter illustratie van deze dichtvorm, een rondeel, met de titel:
Rondeel
Hiep hiep hoera, ik ben morgen jarig,
vandaar dat ik dit liedje kweel.
Ik heb snoepjes rood en groen en geel.
Neem er maar drie, ik ben niet karig.
vandaar dat ik dit liedje kweel.
Ik heb snoepjes rood en groen en geel.
Neem er maar drie, ik ben niet karig.
Het is misschien wel wat voorbarig
dat ik vandaag voor feest'ling speel.
Hiep hiep hoera, ik ben morgen jarig,
Vandaar dat ik nu snoep rondeel.
dat ik vandaag voor feest'ling speel.
Hiep hiep hoera, ik ben morgen jarig,
Vandaar dat ik nu snoep rondeel.
Schud nu uw hoofd niet zo meewarig,
omdat ik zo een dagje steel.
Of vindt U drie misschien te veel.
'k Krijg een gitaar, wel twaalfsnarig!
Hiep hiep hoera, ik ben morgen jarig,
Vandaar dat ik nu snoep rondeel.
omdat ik zo een dagje steel.
Of vindt U drie misschien te veel.
'k Krijg een gitaar, wel twaalfsnarig!
Hiep hiep hoera, ik ben morgen jarig,
Vandaar dat ik nu snoep rondeel.
Ach, taal is en blijft een gebrekkig communicatiemiddel, zeker zolang bepaalde woorden meerdere betekenissen hebben en zo een bron zijn voor misverstanden en miscommunicatie.
Blijkt "rondo" ook nog een druivenras te zijn, de titel van een TV programma en de naam van een spelletje dat tijdens voetbaltrainingen gespeeld wordt.
Ik bedoel maar......
Geen opmerkingen:
Een reactie posten