zondag 23 februari 2020

Mormelen


Twee weken geleden moest ik, na negen jaren trouwe dienst, afscheid nemen van mijn zeer gewaardeerde en betrouwbare iMac. Aangekomen bij de computerdokter zag ik mij gesteld voor het dilemma dat tegenwoordig ook in de maatschappelijke ethische discussie steeds vaker oppopt: gezien de leeftijd van de patiënt, reanimeren of niet.....
Negen jaar is in computerland een respectabele leeftijd, sommigen spreken zelfs van hoogbejaard en de keuze was dan ook snel gemaakt, waarschijnlijk mede omdat het hier een machine en geen levend wezen betrof. Mijn ouwe iMac zou plaats moeten maken voor een nieuwe. Want dat het weer een iMac moest worden, dat stond buiten kijf.
Aangezien ik nog wat specifieke eisen had waaraan de nieuwe computer moest voldoen, was het geen kwestie van simpelweg een doos uit het rek trekken. Mijn nieuwe machine moest worden besteld en aangepast aan mijn persoonlijke wensen. Dat gaat even duren, zo werd mij gemeld.

En zo rolde ik een computer loos tijdperk binnen en ik kwam er achter dat ik nu ineens heel veel vrije tijd over had! Een prima moment om een tijdsintensief projectje ter hand te nemen.
Eind januari kreeg ik van mijn lieve nichtje uit Frankrijk een appje over het dobbelspelletje "Mormelen" wat zij van thuis had meegenomen en dat nu in het café door de vaste stamgasten fanatiek werd gespeeld. Volgens haar vader had ik dat vroeger gemaakt. Of dat klopte.
Ik antwoordde haar dat dat goed zou kunnen. Uit de krochten van mijn geheugen kwam traag een herinnering naar boven, dat ik in een grijs verleden inderdaad een aantal van deze spellen had gemaakt en ik zal Milou ook zo'n spel gegeven hebben. Ze vroeg mij of ik zin had om nog een aantal van die spellen te maken, want ze dacht die wel aan haar klanten te kunnen slijten.
Nou, het leek me wel leuk om dit karweitje nu maar ter hand te nemen. Bovendien, een kleine extra bron van inkomsten is welkom. Zo'n nieuwe computer moet tenslotte ook betaald worden, nietwaar?

Het spel, wat ik op het internet terugvind als Super six, Würfelspiel, Porque siempre yo? (Waarom altijd ik?) leerde ik tijdens de jeugdjaren van mijn kinderen als "Mormelen" kennen via de VJR (Vrije Jeugd Recreatie), een jeugdvereniging in Roelofarendsveen. Tot op de dag van vandaag kan de jeugd van 9 tot 15 jaar bij de VJR wekelijks op zondagochtend elkaar in een veilige omgeving ontmoeten en deelnemen aan diverse activiteiten, waaronder het spelen van spellen. Op de Facebookpagina van de vereniging las ik, dat ook Mormelen nog steeds gespeeld wordt. Overigens lijkt het erop dat het spelletje alleen in De Veen onder deze naam bekend is en het staat eenieder dus vrij om het anders te noemen. Zelf vind ik "Fruttelen" wel een aardige naam. Of "Droedelen"........
Mijn kinderen vonden dat Mormelen een leuk spel en omdat ze het ook thuis wilden spelen, heeft pa het spelletje nagemaakt en blijkbaar in meervoud. Bij navraag bleek "ons" spel thans te huizen bij mijn jongste zoon.
Een simpel spel. Gewoon een vierkant houten kistje met in het deksel zes openingen, waarvan de middelste iets groter is èn volledig doorgeboord. De spelers krijgen een gelijk aantal houten stokjes ("mormels"). Om beurten gooien ze met de dobbelsteen en plaatsen een stokje in het gaatje dat correspondeert met het gegooide aantal ogen op de dobbelsteen. Staat er al een stokje in het betreffende gat, dan moet de speler dat stokje uitnemen en toevoegen aan zijn speelstokjes. Als er "zes" gegooid wordt, gaat het stokje in het middelste gat en verdwijnt zo uit het spel. Wie het eerst al zijn mormels kwijt is, heeft gewonnen. Variaties op deze spelregels zijn natuurlijk zelf te verzinnen.
Het spel is door zijn simpelheid niet alleen te spelen door heel jonge kinderen, maar ook, indien we de berichten uit Frankrijk mogen geloven, door zwaar benevelde kroegtijgers. Kortom, een spelletje voor jong en oud.
Kwam deze week nog een mooie "omdenker" tegen:


Volgende week komt mijn nieuwe computer. Kan ik ook mijn blog weer wat makkelijker produceren want dat schrijven op een iPad is toch een beetje behelpen.
Intussen heb ik een flink aantal mormelspellen gereed staan. Genoeg voor de export en ook nog een aantal om weg te geven als cadeautje. Misschien dat er nog een paar overblijven voor de losse verkoop.......
Interesse?










zondag 16 februari 2020

Tegenwind


Vorige week raasde de storm Ciara over ons land en dit weekend is het de beurt aan Dennis.
Ja, er waait een hoop wind weg dezer dagen. De aangerichte schade door Ciara viel mee, in vergelijking met stormschades in het verleden. Verzekeraars schatten haar op zo'n 150 miljoen euro. Niettemin waren er vele berichten over ontwortelde bomen, afgewaaide daken en verpletterde auto's. Door de hoge waterstand in de rivieren liepen op diverse plaatsen kaden en huizen onder door het opgezweepte water. Geen wonder dat deze week het bericht kwam dat de waterschapslasten komend jaar flink zullen stijgen......
De gevolgen van klimaatverandering lijken onontkoombaar en hoewel de berichtgeving in deze verwarrend en vaak tegenstrijdig is, lijkt een nog langer ontkennen van dit fenomeen toch veel op struisvogelpolitiek oftewel het hebben van een enorme plaat voor je kop.

Het zijn echter niet alleen dèze winden die schade berokkenen aan ons milieu.
De stikstofcrisis waaronder ons land gebukt gaat, wordt voor een groot deel óók veroorzaakt door wind. Niet alleen de mestproductie van onze veestapel is verantwoordelijk voor de te hoge stikstofuitstoot, ook de scheten en boeren van onze varkens en koeien dragen daar in belangrijke mate aan bij. Zo produceert één koe dagelijks zo'n 140 liter methaangas! (een tochtige koe waarschijnlijk nog iets meer). Met zo'n 4 miljoen runderen in Nederland betekent dat een behoorlijke gasbel.
Zelfs Joël Voordewind is, al zou zijn naam anders doen vermoeden, tègen deze ongebreidelde windproductie en vindt, samen met zijn partijgenoten, dat het roer om moet en dat er een omslag gemaakt moet worden naar kringlooplandbouw om zo de stikstofuitstoot te verminderen.
Het laat zich raden dat deze transitie heel wat gaat kosten.
In ieder geval meer dan een scheet en drie knikkers.......

Maar..... nu kunnen we met de beschuldigende vinger wel naar onze dieren wijzen, zelf kunnen wij er ook wat van.
Nee, het is niet iets waarvoor wij ons moeten schamen. Koning, keizer, admiraal, scheetjes laten we allemaal. En non, pastoor en dominee, doen er net zo hard aan mee.
Broekhoest, scheet, poepje, buikwind, ruft of ruggentuffer, de menselijke wind kent vele namen. Èn vele verschijningsvormen. Zo kennen we de harde knallers en de zachte piepers, de geluid- maar zeker niet reukloze. En natuurlijk die vermaledijde onbetrouwbare windjes. Dat je denkt een zacht en bescheiden windje te laten en dan, ......oeps! Even een schone broek aantrekken......
Eigenaardig is dat, zonder te willen beweren dat ze lekker ruiken, de meeste mensen de geur van hun eigen windjes prima verdragen, terwijl de darmgassen van anderen vaak als ondraaglijk stinkend worden omschreven. Terwijl het geluid vaak nog wel weggedrukt kan worden, is de geur van een wind niet te maskeren en zal, zeker als zij gelaten wordt in een besloten ruimte waarin zich meerdere personen bevinden, leiden tot verwijtende blikken, opgetrokken neuzen en soms minachtende opmerkingen, alsof de spreker zelf nooit een windje laat. Een veel gebruikte strategie in zulke gevallen is dat de windmaker direct reageert met een: "Wie heeft er hier een wind gelaten?", wat vaak terecht de opmerking ontlokt: "Wie het eerste ruikt, heeft zijn poepertje gebruikt."
Goed, met een darmgasproductie van zo'n 0,5 tot 1,5 liter per dag, verpakt in zo'n 12 tot 25 dagelijkse scheten, blijven we ver achter bij onze koeien, maar wij zijn wel met ruim 17 miljoen.
En zoals het spreekwoord zegt:


Niettemin zouden we kunnen proberen om onze eigen gasproductie te verminderen. Gewoon maar ophouden is geen optie. Het gas zal toch zijn weg naar buiten wel vinden en een krampachtig onderdrukken zal leiden tot hoge luchtdruk, gevolgd door depressies.
Enige aanpassingen in onze voedingsgewoonten kunnen wèl leiden tot een lager schetenquotum. We zien ons hier echter gesteld voor een nieuw dilemma. Het terug dringen van de vleesconsumptie omwille van het milieu vraagt om eiwit vervangers zoals peulvruchten. En laten dìe nou juist de oorzaak zijn van verhoogde winderigheid...... met als gevolg een verhoogde uitstoot van broeikasgassen........

Erasmus schreef: Suus cuique crepitus bene olet ("U vindt uw eigen winden prima ruiken.")
Thierry zou hier aan toe willen voegen: Olfacies meum, et casia ("En de mijne naar lavendel.")




zondag 9 februari 2020

Moordenaars en moorkoppen


Dat agrariërs mannen (en in de huidige tijd ook vrouwen) zijn die niet met zich laten sollen en eventueel fysiek geweld niet uit de weg gaan, is niet alleen van deze tijd. Een verre voorvader van mij, Willem Claesz. Pau werd veroordeeld tot het betalen van tien rijnsguldens omdat hij tijdens de jaarlijkse "Sinte Louwerijs Scouwe" op 17 augustus 1506 in Schieland een molenmeester tegen de grond had geslagen, hem toeschreeuwend: "Waerom en wilt ghij niet malen?"
Ik las dit in het boek "Van Pau tot Pouw", een familiegeschiedenis geschreven door Tom van der Meer en Theo van der Poel. Jarenlange navorsingen van deze twee hebben uiteindelijk geleid tot een lijvig naslagwerk wat in 2009 het licht zag.
Er van uitgaand dat Willem ten tijde van de matpartij volwassen was, zal hij rond 1480 geboren zijn. Zijn naam doet vermoeden dat hij een zoon was van Claes Pau, die dus rond 1450 geboren zal zijn en die tevens de oudste achterhaalde stamvader is van het geslacht der Pauen, Pauwen, Pouen, Pouwen, Van der Pouwen, Pauwkranen en nog een handvol andere variaties op deze achternaam.
Claes Pau woonde, evenals zijn eerste nazaten in Moordrecht en pas na 1700 verspreidden de Pauen zich naar andere streken.
Van Moordrecht, een dorp gelegen op de rechteroever van de Hollandse IJssel, wordt voor het eerst melding gemaakt in 1248 (Mordreth). Drecht betekent doorwaadbare plaats in een rivier, oversteekplaats of veer.
"Moor" of "moer" betekent moeras of veengrond en heeft dus geen enkele link met de donkergekleurde mensen uit Noord-Afrika die vroeger met deze naam werden aangeduid. En "moer" heeft hier dus niets te maken met de dikke zeskantige ring met intern schroefdraad welke op een bout gedraaid kan worden, noch met een bijenkoningin of bezinksel in wijn.

Dat is het lastige.
Veel woorden hebben meerdere betekenissen. En terwijl ze in de ene betekenis onbekommerd in de spreektaal gebruikt kunnen worden, kunnen ze in een andere betekenis als aanstootgevend worden ervaren, dan wel tot grote misverstanden leiden.
Zo werd in het verleden Moordrecht in de volksmond ook wel "Moort" genoemd, met als gevolg dat de inwoners de naam "moordenaars" kregen. Heel verwarrend allemaal, toch? Je zou zo maar kunnen bedenken dat het misschien wel moorkoppensnellers waren!
Het is vooral belangrijk hoè een woord gebruikt wordt. Als straks een rascistische voetbalhooligan het in zijn hoofd haalt om donkergekleurde spelers voor bijvoorbeeld Aboriginals uit te maken, is dat straks óók een verboden woord. Kijk, als elk woord dat een keer als scheldwoord gebruikt wordt moet worden verbannen, dan hebben we straks wel een héél dun woordenboekje. Het wordt tijd dat we ons taalgebruik niet langer aanpassen vanwege deze randdebielen. Elk woord, met respect uitgesproken, is en blijft, wat mij betreft, gewoon acceptabel.


Deze week ligt ineens de "moorkop" onder vuur. Een Westlandse bakker heeft bedacht dat "moor" een andere naam voor "neger" is en omdat "neger" tegenwoordig niet meer kan en mag, doet hij ook "moor" in de ban. Na de negerzoen, de zigeunersaus en Zwarte Piet moet nu ook de moorkop het ontgelden. De bakker wordt van meerdere kanten belaagd. Fout! Het is toch overduidelijk dat deze man hulp nodig heeft?
Trouwens, misschien dankt de moorkop zijn naam wel aan het feit dat het een behoorlijk "zompig" baksel is. En die chocolade laag? Turf is ook bruin........

Op de radio hoorde ik van een Amsterdamse bakker die "kabouterbrood" verkoopt. (Ontstaan ten tijde van de Provo / Kabouter beweging eind 60-er jaren.) Er zijn mensen die zich afvragen of die naam nog wel kan en niet als kwetsend kan worden ervaren door kleine mensen en willen dat de naam verboden wordt.
Het mot toch nie gekker worde!!!!
Als dàt gebeurt, dan trek ik naar het Malieveld in Den Haag!
Met Joris!!!!!!


zondag 2 februari 2020

Uitgeblazen


Eind jaren 80 liet ik mij strikken om bij "De Liefde" dwarsfluit te gaan spelen. Aan de verkeerde kant van de 30 was ik toen bepaald geen jongeling meer en zo er al sprake was van enige muzikale ontplooiing mogen we stellen dat ik dus een laatbloeier was.
Na een jaartje les mocht ik mij aansluiten bij het leerlingenorkest waar ik verder mocht "rijpen" om uiteindelijk door te stromen naar het groot orkest.
Dat voelde best onwennig tussen al die gelouterde muzikanten waarvan velen reeds sinds hun jonge jeugd deel uitmaakten van "De Liefde".

Zo trof ik hem voor het eerst bij Liefde voor Harmonie.
Jan Bakker. Een kleine, wat oudere rustige man zonder kapsones, met vriendelijke knijpoogjes die fier zijn partijtje meeblies op de kornet en tijdens de derde helft altijd wel wat te vertellen had. Hoewel een gezellige "prosser", dicteerde hij nooit het gesprek. Maar het werd mij al snel duidelijk dat muziek voor hem een serieuze zaak was. Hij kon relativerend spreken, kleine dingen weglachen, maar fel de discussie met je voeren als voor hem belangrijke zaken in twijfel werden getrokken.
Later hoorde ik de verhalen dat hij in de 50-er jaren voorzitter was van "De Liefde" en de vereniging door een heel moeilijke periode loodste en weer deed opbloeien. Het is zelfs de vraag of "De Liefde" zonder hem nog had bestaan.......
Ik moest dat van anderen horen. Ik geloof niet dat hij daar zelf over zou vertellen, want hij was geen snoever, geen pocher. Ik denk dat hij het nooit gezien heeft als een verdienste, maar meer als zijn plicht, tegenover de muziek.

Deze week kwam het bericht dat Jan is overleden.
Op 25 januari, 96 jaar oud. Dat is natuurlijk een prachtige leeftijd en in de wetenschap dat het leven nou eenmaal eindig is, kun je er wel vrede mee hebben. Maar de pijn van het gemis zal er natuurlijk zijn, zeker bij de directe familie.
Maar ook wij van "De Liefde" gaan hem missen.
Als 15-jarige kwam hij "an de harremenie" en hij zou haar nooit meer verlaten.
Tot op hoge leeftijd speelde hij zijn partijtje mee in het orkest. Toen hij uitgeblazen was en "zijn lier" aan de wilgen hing, werd hij benoemd tot erevoorzitter van de vereniging. Maar het was geen afscheid van "De Liefde", want bij elke feestelijke gelegenheid, bij elk concert was hij, als het even kon, aanwezig.

Ik mocht hem wel. Misschien omdat hij mij aan mijn vader deed denken? Ook een "landman" met zo'n doorgroefde kop, die zijn werkzame leven had doorgebracht op de akker om aan de aarde een schamel bestaan te ontfutselen? Of misschien omdat hij een van die laatste Veenders was die het echte Veens tot in al haar facetten beheerste: iemand die kon prossen in accentloos Veens.....
Met zijn overlijden heeft De Veen een markante inwoner verloren en is het toch weer iets minder "De Veen" geworden.


Afgelopen zaterdag hebben we tijdens de sfeervolle kerkdienst een aantal mooie stukken mogen spelen bij het afscheid van Jan Bakker, erevoorzitter van Liefde voor Harmonie.
Het was mooi en indrukwekkend en het leek alsof iedereen een beetje extra zijn best deed.
We hebben Jan mooi uitgeblazen, za'k maar zegge.......