zondag 28 april 2013

Feestje!


Het is natuurlijk wel typisch Nederlands.
Vragen hoeveel het kost.
Zo'n feestje op 30 april.
Wij zijn nu eenmaal een zuinig volkje, tenminste, als het om onze eigen portemonnee gaat.
Als wij ons eenmaal een plaatsje in het staatsapparaat verworven hebben, geven we veel gemakkelijker uit.
Het is nu eenmaal gemakkelijk grote hompen snijden van andermans kaas.

Deze week de uitzending van "De Rekenkamer" bekeken.
Zij gingen eens uitzoeken wat dat feestje op de 30ste ons als belastingbetalers wel gaat kosten.
Begrijpelijk dat de nota in deze tijden van economische crisis met argusogen bekeken wordt.
De kille cijfers lijken schokkend: € 55.000.000!!!
Nu blijkt, dat het bedrijfsleven door directe of indirecte sponsoring € 22.000.000 bijdraagt.
Da's mooi.
Maar ja, blijft nog altijd een bedrag over van € 33.000.000 dat uit onze belastingcentjes betaald moet worden.
Bedrijfsanalist Paul Turken rekent echter voor, dat de staat per dag € 700.000.000 uitgeeft, wat betekent, dat het feestje nog geen 5 % van de dagelijkse uitgaven van de staat omvat.

33 Miljoen.
Nog geen 2 euro per inwoner.
Dat moet kunnen.
Probeert u maar eens een feestje te geven voor 2 euro per genodigde.
Dat gaat u niet lukken.
Met koningsspelen, inclusief ontbijt, waarbij de jeugd toch volop genoten heeft.
En met zo'n prachtig kroningslied.
Ach, daarover is al genoeg geschreven.
Ik sluit me graag aan bij de woorden van Frits Huffnagel in WNL afgelopen vrijdag.
Guus Meeuwis had een hit met Kedengedeng en de laatste keer dat we het Songfestival wonnen was dat met het liedje Ding, dinge-dong.
Het kroningslied past qua tekst feilloos in deze traditie.

Die 33 miljoen is trouwens een behoorlijke injectie voor de economie.
Vele bedrijven krijgen opdrachten om allerlei zaken of diensten te leveren voor het feest.
Dat betekent werkgelegenheid, en dat is een goede zaak in deze tijden.
Ook de sponsoren zijn niet gek en hopen hun investering, door de reclame die hun bedrijf via deze bijdrage levert, dubbel en dwars terug te verdienen.
Dat klinkt toch als vertrouwen in de toekomst hebben!
Zal Mark als muziek in de oren klinken.
Als je dan ook nog bedenkt dat van die 33 miljoen 1/5 via BTW weer terugvloeit in de staatskas, kunnen ze in Den Haag vast hun lol niet op.
Ik zou zeggen, elke week zo'n feestje!
Zijn we aan het einde van de zomer boven Jan!

Nee, dit feestje gaat ons niet onze Triple-A rating kosten.
Wat meer zorgen baart, is het feit dat de staat der Nederlanden dagelijks 700 miljoen uitgeeft.
Dat is nogal een bedrag.
Kan het niet een onsje minder?
En dan te bedenken dat dit blijkbaar nog niet genoeg is, gezien de lastenverzwaringen die het kabinet eenieder oplegt.
Bezuinigen is volgens het woordenboek: minder uitgeven dan er binnen komt.
Niet volgens Haagse begrippen.
Daar is minder meer uitgeven ook al bezuinigen.
Dat schiet niet echt op, Mark.


700 miljoen......
Hoe krijg je het in godsnaam in één dag uitgegeven.
Dat lukt toch alleen maar, als je aan Bulgaren die hun hand op komen houden geen al te moeilijke vragen stelt.......


zondag 21 april 2013

Verboden te somberen


Er was eens.....
een keizer!
Een keizer die ontzettend veel van mooie kleren hield.
Uit alle landen van de wereld liet hij kleermakers komen die voor hem de meest fantastische kleren moesten maken.......

De nieuwe kleren van de keizer.
Een wereldberoemd sprookje van Christian Andersen.
De afgelopen weken brachten we het met veel plezier op de planken in een bewerking van Aris Bremer.
Sprookjes bestaan niet.
Maar soms zie je frappante paralellen in het dagelijks leven...

Er was eens..... een premier!
Hij heette Mark.
Hij was de baas over een mooi, klein landje, waar de mensen hard werkten en veel belasting betaalden.
Maar, de tijden waren zwaar en door meerdere tegenslagen ging het niet zo goed meer in het land.
Daarbij hadden voorgaande regeringen steeds meer geld uitgegeven, dan er binnen kwam, waardoor het land onder een zware schuldenlast gebukt ging.
Mark wilde daar graag iets aan doen.
Hij kwam met allerlei plannetjes om flink te bezuinigen, maar doorberekeningen maakten al snel duidelijk dat het daardoor in het land nòg slechter zou gaan.
Als hij werkelijk dingen wilde veranderen, had hij meer geld nodig.
En dat was het hem nou juist, dat had hij niet......

Hij liet zich door zijn raadgevers overtuigen dat, als je de onderdanen hun geld afneemt, dat ze dan bang zouden worden en het kleine beetje geld dat ze nog hadden, snel zouden gaan uitgeven, omdat dat anders óók afgepakt zou worden. En zo zou de economie weer aangezwengeld worden en het land uit de diepe depressie geraken waarin het vertoefde.
Zij vertelden hem, dat dit op hogere psychologie was gestoeld en dat waarschijnlijk niet iedereen het begrijpen zou. Maar ja, veel mensen waren nou eenmaal dom.
Mark begreep het niet helemaal, maar uit angst om dom gevonden te worden, knikte hij:
"Ja, ja...."
Hij ging aan het werk.
Hij vertelde zijn ministers over de plannen, dat het hogere psychologie was en daarom moeilijk te begrijpen. Maar wijze mannen en vrouwen zoals zij, zouden het wel snappen. Alleen domme mensen konden het immers niet begrijpen.
De ministers fronsten hun wenkbrauwen, trokken een heel wijs gezicht en knikten.
Niet dat ze het helemaal begrepen hadden, maar ze waren bang om voor dom versleten te worden.
Ze gingen met elkaar aan de slag.
Ze verhoogden de BTW en andere belastingen, haalden geld weg bij de ouderen, verminderden de pensioenuitkeringen en verhoogden de huren.

In het parlement kregen ze de wind van voren!
Mark begreep wel waar de schoen wrong.
De parlementsleden waren gewoon dom en begrepen geen hogere psychologie.
Hij besloot te gaan praten met de leiders van de werkgevers en de werknemers.
Hij vertelde hen over de gedachte die er achter zijn plannen zat, dat het hogere psychologie was die voor de doorsnee volksvertegenwoordiger nou eenmaal niet te begrijpen was. Alleen scherpe geesten en hoog intellectuelen hadden toegang tot deze materie.
De heren keken elkaar aan.
De een zei: "Juist ja...." en trok een begrijpend gezicht, hoewel hij er geen barst van snapte.
Toen zei de ander: "Inderdaad, een goed idee!"
Ook hij had er geen hol van begrepen, maar wilde vóór alles vermijden dat hij dommer zou overkomen dan zijn kompaan.
Ze sloten met elkaar een sociaal akkoord........

Daarna verscheen Mark op TV en sprak het volk met verve en vol overtuiging toe:
"Weg met dat negativisme! We moeten de handen ineen slaan.
Ga die auto kopen of dat nieuwe huis dat je zo graag wilt!"

Hoe dit sprookje afloopt?
Ik weet het niet.
In ieder geval niet met een: "En ze leefden nog lang en gelukkig."
Het zou mij niet verbazen als aan het slot de premier in zijn hemd staat.......


Afgelopen woensdag mocht de regering het sociaal akkoord verdedigen in de Kamer.
Wat een gestuntel, wat een gedraai.
Alle mooie beloften dat de bezuinigingen waarschijnlijk niet door behoeven gaan, lijken gebaseerd op gebakken lucht.
Het kabinet zwalkt van links naar rechts, komt met ferme uitspraken om die vervolgens weer in te ruilen voor nog wolliger retoriek.
Intussen vraagt zij wel het publiek om meer vertrouwen te hebben, om meer geld uit te geven, terwijl het volk door de maatregelen van de regering steeds minder te besteden heeft.
Donderdag kwam het bericht dat ons land nog nooit zoveel werkelozen kende........

Woensdagavond was daar het interview met het toekomstig koningspaar.
Wat een verademing.
Eindelijk een man, die rustig, open en eerlijk vertelt wat hij denkt en vindt (voor zover hem dat is toegestaan) en waarlijk oprecht overkomt.
Ja, zegt men dan, het was zo doordacht, weloverwogen, geoefend en weinig spontaan.
Ik wou dat Mark zo goed nadacht voordat hij zijn mond open doet.
In het parlement zijn vele groeperingen die de invloed van de koning willen beperken.
Ze denken, dat ze het zelf allemaal veel beter weten en kunnen.
Heeft Mark toch een beetje gelijk.
Een hoop dom volk in het parlement........




zondag 14 april 2013

Noordeinde 104 IX


Oma Chrissie.

De gemeente wil de behuizing voor arbeidsmigranten goed regelen.
Iedere bewoner moet minimaal één eigen slaapkamer hebben en in het pand mogen maximaal tien mensen wonen.
Een quote uit het Witte Weekblad van 27 maart.

Een mooi streven van de gemeente. Zij wil er zorg voor dragen dat buitenlandse werknemers zoveel mogelijk onze levensstandaard kunnen volgen en tegelijkertijd waken voor uitbuiting door louche figuren.
Onze levensstandaard.
Het is wel duidelijk dat deze de afgelopen 100 jaar met sprongen is gestegen.......

Ik schreef al eerder over ons kleine huisje aan het Noordeinde, waar wij woonden met 2 volwassenen en 7 kinderen.
Wij woonden nog riant vergeleken bij de omstandigheden waarin mijn vader opgroeide......

Regelmatig gingen we op zondag op bezoek bij Oma Pouw. Ze woonde in een huisje op de Suyker en Bolwurft, in het zuiden van Roelofarendsveen.
Bij binnenkomst zat oma altijd pontificaal op haar stoel achter de grote tafel en heette eenieder die binnentrad van harte welkom. Als kleuter vermoedde ik bovennatuurlijke gaven bij mijn oma, daar ze iedereen, bij naam en toenaam, al begroette, nog voordat ze goed en wel binnen waren. Alsof ze door de deur heen kon zien, wie er voor stonden. Later kwam ik er achter dat zij vanaf haar positie via het spionnetje (een spiegeltje, bevestigd aan het raam buiten) feilloos in de gaten kon houden wie haar huisje naderden.
Vanuit haar stoel regelde ze alles, als een echte matriarch, hoewel ze noch het postuur, noch de uitstraling daarvoor had.
Het was een klein vrouwtje, dat snel en vinnig praatte met altijd een olijke ondertoon.
Ze had ook altijd aandacht voor ons, kleinkinderen.
Het meest fascinerend was haar gezicht.
Het had duizenden rimpeltjes en groefjes....
Daar ontmoetten we ook de vele neefjes en nichtjes, die bij oma op bezoek waren. Ik denk dat we vaak buiten speelden, want de ruimte binnen was beperkt.
Maar goed dat we nooit allemaal tegelijk op bezoek waren.
Oma had 76 kleinkinderen......

Haar huisje was zo mogelijk nog kleiner dan het onze.
Een huisje waarin je, met de wetgeving van vandaag de dag, gezien het vloeroppervlak en de kwaliteit van de behuizing, maar net zes varkens mag houden.
Daar woonde zij, samen met haar man Gerrit, en haar kinderen.
Allemaal een eigen slaapkamertje? Forget it!
Opa Gerrit overleed op 11 april 1933 op 46-jarige leeftijd (deze week dus 80 jaar geleden) en Oma Chrissie bleef achter met twaalf kinderen.
Een tijd van crisis, een tijd van politieke onrust, die zou leiden tot de Tweede Wereldoorlog.
Een tijd zonder voorzieningen voor mensen zoals mijn oma, door het noodlot getroffen.
De Algemene Weduwen- en Wezenwet kwam pas in 1959.....
Toch slaagde zij er in om haar gezin door deze moeilijke tijden heen te loodsen.
Ik begrijp nu waar al die rimpeltjes vandaan kwamen.....
Een standbeeld? Er zijn er, die het voor minder gekregen hebben.

Het verhaal gaat, dat mijnheer pastoor een keer op bezoek was en dat oma haar zorgen tegenover hem uitsprak. Mijnheer pastoor zei haar dat ze dan maar een voorbeeld moest nemen aan de Heilige Moeder Maria. Oma schijnt gereageerd te hebben met: "Ja, dank je de koekoek! Zij had er maar ééntje en dat was ook nog eens Onze Lieve Heer!"


Ons land zit in een diepe crisis.
Het zal wel.
Keer op keer verwonder ik mij.
Als ik overdenk hoe de mensen in Nederland nog geen 100 jaar geleden moesten leven.
Dan denk ik wel eens, waar hebben we het over......

- - - - - - - - - 

Een kijkje in het huisje van oma, bij viering van haar verjaardag. (1955)
Op de eerste foto zien we, dat de tussendeur (4 planken) naar "de hal" openstaat. Daar was ook de "keuken". We zien nog net het laddertje, dat leidde naar de zolder waar in hun jonge jaren de 12 kinderen sliepen. Achter de deur op de derde foto was de slaapkamer van oma.

zondag 7 april 2013

Noordeinde 104 VIII


Zoals de ouden zongen.....

Gisteren weer opgetreden met mijn Cluppie.
Toneel.
Het is en blijft een avontuurlijke en enerverende bezigheid.
Een podium waar je mensen echt leert kennen.
Je moet je immers open stellen voor de ander.
Je moet meer van jezelf durven tonen dan je in het dagelijks leven doet.
Ook heerlijk om eens dingen te doen of te zeggen die je niet persoonlijk aangerekend zullen worden.
Fascinerend.

Toen wij nog in De Veen woonden, speelde mijn vader bij toneelvereniging Pancratius.
Mijn vader was een echt toneelbeest.
Voor hem bestonden er maar twee gespreksonderwerpen die van enig belang waren: zijn narcissen en toneel.
In het algemeen een weinig spraakzame man, kon hij, als het over deze dingen ging, vol vuur en passie vertellen.
Moeder mopperde wel eens, dat zij op de derde plek kwam.
Misschien had ze wel een beetje gelijk....

Mijn twee oudste broers gingen altijd samen met mijn moeder naar een voorstelling kijken, terwijl een buurmeisje op het thuisgebleven grut paste.
Ik mocht de avond daarop alleen mee met mijn vader.....
Dat betekende al vroeg aanwezig zijn.
We betraden dan de, in mijn ogen, immense Pancratiuszaal aan het Noordeinde, tegenover de kerk.
Een aai over mijn bol van de reeds aanwezige spelers en speelsters.
Een pepermuntje hier en een chocoladereepje daar scorend.
Ik liep vol verwondering over het grote toneel, waar het straks allemaal zou gebeuren.
Ik zag van dichtbij hoe nep alles was, maar van een afstandje zo verbluffend echt leek.
Ademloos keek ik naar de grimeur die met verf uit allerlei potjes en met potloden de spelers veranderde in aardige, mooie, strenge of oude mannen en vrouwen.
Baarden en snorren, pruiken. Ik vond het prachtig.....
En dan de voorstelling.
Helemaal alleen als klein menneke op de eerste rij, zittend tussen voor mij allemaal vreemde mensen, genoot ik van alles wat er te zien was.
De jonge man die mij een uurtje geleden nog vriendelijk had toegesproken was op het toneel geworden tot een smerige hufter die een aardig meisje de huid vol schold.
Ik zag mijn vader, zo heel anders als ik hem kende.
De clou van het verhaal ontging mij meestal grotendeels.
Maar deze ambiance, die spanning, dit magische.....
Dit wilde ik ook.

Voor mijn verjaardag vroeg ik grimeerspulletjes.
Mijn vader zal mijn interesse in het toneelgebeuren ongetwijfeld mooi gevonden hebben.
Maar ja, dat was (en is) in geen enkele speelgoedwinkel te koop.
Ik herinner mij dat ik met mijn moeder met de bus naar Leiden ging en dat we een bezoek brachten aan de zaak van Wim Hoppezak.
Toen nog een jonge man, maar al wel met een reusachtige snor.
Een vriendelijke man met pretoogjes.
Ook hij vond het blijkbaar leuk dat zo'n klein mannetje interesse had voor zijn vak.
Hij vulde wat doosjes met schmink, zocht wat potloodjes en sponsjes bij elkaar en stelde zo een basissetje voor mij samen, onderwijl uitleg en raadgevingen gevend.
Ik was de koning te rijk!
Het mooiste verjaardagscadeau dat ik ooit gekregen heb.
En met 5 broertjes en een zusje had ik ook geen gebrek aan oefenmateriaal.
Toen het nieuwtje er voor hen af was en zij zich niet langer beschikbaar stelden, moesten de buurkinderen het ontgelden.
Ik smeerde tot de doosjes leeg en de potloodjes op waren.....


In mijn jeugd speelde ik toneel bij de plaatselijke jeugdvereniging en op school.
Op 18-jarige leeftijd meldde ik mij aan bij Toneelvereniging VIOS.
Een unieke vereniging met geweldige mensen.
Een heel dik boek, met prachtige herinneringen.
Waar ik samen speelde met mijn vader.
Waar ik samen speelde met mijn zoon.
Mijn Cluppie.
Met een hoofdletter.
Bedankt, pa.......