zondag 27 november 2016

Kosteloos


Terwijl ik op de lagere school nog handenarbeid kreeg, veranderde dit toen ik aan de opleiding begon
voor onderwijzer op de Kweekschool (wat later Pedagogische Academie werd) in Den Haag.
Ook daar werden wij op dit vakgebied onderwezen, en wel door Dhr. Kleijs.
Een man, door velen gehaat en verguisd omdat hij op onnavolgbare wijze een leerling volledig kon afbranden, als deze, naar zijn inzichten, een inferieur product had afgeleverd.
Zo zal ik nooit het gezicht vergeten van Ardje Nieuwenhuizen.
Ardje had zijn huiswerkopdracht (ja, wij kregen ook opdrachten voor thuis!), een "machine", gemaakt van doosjes, kurken, doppen, wc-rolletjes e.d., vol trots ingeleverd.
Dhr. Kleijs bekeek het product van alle kanten, zijn hand aan de kin, zachtjes "tja,... tja...." mompelend.
Terwijl hij daarna verbaal aangaf dat het niet veel voorstelde, begon hij delen van de "machine" te verwijderen, tot hij alleen nog het doosje van de gestampte muisjes in zijn hand hield en sprak: "Kijk, dit heeft een eenvoudige, maar toch sublieme en prachtige vorm. Als je dit nu zò ingeleverd had, dan had je een 8 gekregen. Nu een 3......."
Misschien was de handelwijze van Dhr. Kleijs niet helemaal pedagogisch verantwoord, maar het zorgde er wel voor dat zijn leerlingen altijd hun stinkende best deden, al was het maar om zo'n smadelijke confrontatie te ontlopen.
Gelukkig beschikte ik over iets meer creatief talent dan Ardje, zodat dit soort publieke vernederingen mij bespaard zijn gebleven.
Ik kon het wel aardig vinden met meneer Kleijs.
En, eerlijk is eerlijk, die "machine" van Ardje stelde ook niet veel voor.....

In de ogen van Dhr. Kleijs kon de term "handenarbeid" geen genade vinden. Ook het veel gebezigde "handvaardigheid" kon aan zijn hoge standaard niet voldoen.
Misschien omdat dit bepaalde, seksueel getinte associaties bij hem opriep? Ik weet het niet.
Dhr. Kleijs sprak over "manuele expressie", en wenste dat ook wij deze term zouden hanteren.
Of dit ook werkelijk de lading dekte, is natuurlijk discutabel, al had ik niet de aanvechting om deze discussie met Dhr. Kleijs aan te gaan.
Ook was het ons, op straffe van een dikke onvoldoende, verboden om te spreken over "waardeloos materiaal", om luciferdoosjes, doppen, klosjes e.d. aan te duiden (inderdaad, de materialen waaruit Ardjes machine was opgebouwd).
Dhr. Kleijs wees ons op het feit, dat deze materialen de grondstoffen konden vormen voor creatieve hoogstandjes en ergo, niet als waardeloos bestempeld mochten worden.
Hij sprak over "kostenloos materiaal"........
Hè?!?!?

Het foutloos schrijven van de Nederlandse Taal is geen sinecure.
Als onderwijzer heb ik veel energie en tijd gestoken in mijn leerlingen om dit onder de knie te krijgen en de waarheid gebied mij te zeggen, dat dit maar zeer ten dele gelukt is.
Gelukkig hebben we op onze computer de spellingcontrole, waardoor het voor de meesten van ons mogelijk is, om nagenoeg foutloos te schrijven.
En dan word je soms toch nog verrast.....

Zo schreef ik hierboven het woord "kostenloos" en zag direct de rode stipjes verschijnen, die mij opmerkzaam wilden maken op het feit, dat dit niet de juiste schrijfwijze was.
Wat? Niet goed? Hoe kan dat nou!
Zeker een foutje in de spellingcontrole.
Mijn taalgevoel vertelde mij dat het "kostenloos" moest zijn, en niet "kosteloos" zoals mijn computer voorstelde.
Het achtervoegsel "-loos" laat zich immers vertalen door "zonder".
Iets zonder waarde is waardeloos, iets zonder nut, nutteloos.
Dus, iets waaraan geen kosten zijn verbonden, is kostenloos. Toch?
Een uitstapje naar Meneer Van Dale leerde mij echter, dat het woord wel degelijk als "kosteloos" moet worden geschreven.
Kosteloos? Dat is zonder kost!
Logies zonder ontbijt, dàt kan aangemerkt worden als een kosteloos arrangement.
Zoals alle kampeervakanties ook kosteloos zijn omdat men zelf voor zijn natje en droogje zal moeten zorgen.
Dus wel kosteloos, maar niet kostenloos.
We schrijven wèl: gewetenloos, meedogenloos.
De Nederlandse spelling is al ingewikkeld genoeg, ook zonder dit soort inconsequenties.
Ik zou hierover graag eens discussiëren met Dhr. Kleijs.......

Maar..... het is nog gekker.
Het is juist het consequent toepassen van regels wat leidt tot dit soort inconsequenties.
Volgens de laatste officiële Woordenlijst Nederlandse Taal (editie 2005) van de Nederlandse Taalunie, die de tussen -n in samenstellingen, eindigend op -loos, gewoon overal schrapt, mogen we bijvoorbeeld alleen nog maar "bandeloos" gebruiken.
Een bandeloos leven leiden oké, maar ook een auto zonder banden worden we geacht als bandeloos te omschrijven.
Kasteloos is: niet behorend tot een kaste. Maar ook een kamer zonder kasten is volgens deze spellingregel: kasteloos.
En ik moet schrijven: ideeëloos! Dat ziet er toch niet uit!
Ik heb voor dit soort spellingregels maar één woord: waardeloos!

Gelukkig is Het Genootschap "Onze Taal" milder in zijn oordeel en vindt dat woorden als kostenloos, ideeënloos, bandenloos, wolkenloos e.d. wèl gebruikt mogen worden.


972 is een achteloos getal.
En een café zonder kroegbaas is waardeloos.

Maurice de Hond stelt voor om de "ei" en de "ou" af te schaffen, omdat dit een vereenvoudiging van de spelling zou betekenen.
Ik ben het niet met Maurice eens.
Naast het feit, dat dit een verarming van onze taal zou betekenen, kan het ook tot verwarring en misverstanden leiden.
Als ik zou lezen, dat de kok het varken berijdt, dan krijg ik toch vreemde beelden voor ogen.
En wat te denken van het zinnetje:
"Hij zij dat wij in mij niet in de wij maar op de hij gaan wandelen."
Maurice de Hond, een vreemde, ijgenwijze opiniepijler........





zondag 20 november 2016

Voor een prikje


Wij gingen vroeger regelmatig voor een prikje.
Als baby heb ik het ontlopen, daar het massaal vaccineren van de Nederlandse jeugd pas in 1957 werd ingevoerd.
Vandaar dat ik al mijn prikjes bewust heb meegemaakt.
Mijn vroegste herinneringen gaan terug naar de Pancratiuszaal in Roelofarendsveen, waar de jeugd uit het dorp in lange rijen werd opgesteld en daar aan de lopende band zijn prik in ontvangst nam.
Ja, je voelde het even en had een paar dagen last van een stijve bovenarm, maar dat was het.
Wij werden nog ingeënt tegen de pokken en ik draag dan ook nog de drie littekens op mijn bovenarm.
Tegen pokken wordt niet meer gevaccineerd.
Door een wereldwijd vaccinatieprogramma is de ziekte volledig uitgeroeid en van de aardbodem verdwenen.
Vaccinatie kàn een probaat middel zijn in de strijd tegen besmettelijke ziektes.

Ik zeg, kàn, want de kritiek, die deze week losbarstte op het inentingsprogramma in Nederland, naar aanleiding van de extra gelden die worden vrijgemaakt voor het beter informeren van de bevolking vanwege een terugloop in het laten vaccineren van kinderen, is naar mijn mening niet geheel onterecht.
Niet alle vaccins bieden namelijk de beoogde bescherming.
Een aantal ziektes kun je nog steeds krijgen, al is het verloop van de ziekte vaak milder.
En zelfs dàt kan nog wel eens anders uitpakken.
Één keer heb ik de griepprik gehaald en ik ben die winter nog nooit zò ziek geweest van een griepje....

Terwijl sommige tegenstanders van vaccineren dit baseren op religieuze gronden, zijn er ook mensen die principieel weigeren omdat ze, volgens hen, geen adequaat antwoord krijgen op de vraag: "Waarom zou ik ziektekiemen in mijn volkomen gezonde kind laten spuiten?"
"Om uw kind te beschermen tegen die ziekte.", zal de voorstander antwoorden.
Maar met dat antwoord wordt geen genoegen genomen.
De uitleg, dat het gaat om dode of sterk afgezwakte ziektekiemen die het kind in staat stellen om antistoffen te produceren, zodat bij een wèrkelijke besmetting het afweersysteem direct in werking kan treden, wordt blijkbaar niet gehoord, of wìl men niet horen.
Sommige tegenstanders denken dat vaccinatie kan leiden tot autisme of een hogere vatbaarheid voor multiple sclerose, diabetes mellitus en astma. Grondig onderzoek in de afgelopen jaren heeft echter geen relatie aangetoond.
Maar ja, in hoeverre waren deze onderzoeken onafhankelijk? Misschien bekostigd door de farmaceutische industrie?
Is het werkelijk nodig om tegen alles en nog wat te vaccineren?
Is het niet voldoende om in te enten tegen werkelijk bedreigende ziektes, waarvan onomstotelijk is bewezen dat het vaccin ook werkelijk werkt?
Waarom trekt de regering miljoenen uit om het vaccineren te stimuleren?
Zit daar misschien de lobby van de farmaceutische industrie achter, die gebaat is bij programma's die massale vaccinatie voorstaan?
Ja, sorry regering, ik vertrouw jullie voor geen meter meer.
Maar, daar hebben jullie het wel zelf naar gemaakt.

Laten we het eens van een heel andere kant bekijken.
Momenteel vindt er massale sterfte plaats onder trekvogels, vooral watervogels.
De vogelgriep is terug en noopt de kippenboeren om hun pluimvee binnen te houden.
Zullen bepaalde vogelsoorten door deze ziekte uitsterven? Welnee.
Sommige vogels zullen de griep overleven en in het voorjaar weer voor nieuwe nakomelingen zorgen.
Sterke nakomelingen, die een grotere kans hebben om een nieuwe griepgolf te doorstaan, doordat zij de sterke genen van hun ouders erven.
Natuurlijke selectie.
Dit zal de soort steeds weerbaarder maken tegen de ziekte en uiteindelijk kunnen leiden tot immuniteit.
Vele diersoorten worden bij tijd en wijle getroffen door besmettelijke ziekten die de populatie decimeren. De dieren die de ziekten weerstaan zijn de sterke dieren, die hun eigenschappen, waaronder een verhoogde weerstand, zullen doorgeven aan een volgende generatie. De zwakkere dieren sterven en zullen hun vatbaarheid voor die ziekte niet door kunnen geven aan hun nakomelingen.
Zo werkt dat in de natuur.....

Ooit was de mens onderdeel van die natuur.
Zo woedde tussen 1346 en 1351 de Zwarte Dood, de pest, die wereldwijd zo'n 75 tot 100 miljoen slachtoffers maakte.
Tijdens de pestepidemie van 1635 tot 1637 stierf een kwart van de bevolking van Haarlem.
In ontwikkelingslanden staat de bevolking nog steeds bloot aan de gevaren van besmettelijke ziekten, zoals het Ebolavirus dat op gezette tijden in Afrika de kop opsteekt.
In onze westerse wereld zijn we in staat om de bevolking te beschermen tegen dit soort epidemieën, door een betere hygiëne en de zich sterk ontwikkelende medische wetenschap, die ons ook de vaccins levert tegen dit soort ziekten.
De mensen blijven leven.
Ook de zwakkeren.
Door de medische wetenschap is het proces van natuurlijke selectie grotendeels buiten spel gezet.....


Moeten we medisch ingrijpen dan maar aan de kant schuiven?
Nee, natuurlijk niet.
De opkomst en stormachtige ontwikkeling van de medische wetenschap is in staat gebleken om heel veel leed te voorkomen.
Maar....
Zij heeft ook haar keerzijde, waarvoor we de ogen niet mogen sluiten.
Door het ongeremd gebruik van antibiotica, zijn er bacteriën ontstaan die resistent geraakt zijn voor dit geneesmiddel (door natuurlijke selectie!).
Èn, we zullen moeten accepteren dat door het terugdringen van epidemische ziekten en het massaal vaccineren de genenpool van het menselijk ras langzaam verslechtert......




zondag 13 november 2016

De gans met de gouden eieren


U kent vast het verhaal van de kip met de gouden eieren.
Het was de Griekse dichter Aisopos (620-560 v. Chr.) die dit verhaal optekende.
In zijn verhaal was de kip een gans, maar dat is van minder belang.
Het gaat over een boertje, dat op een goede dag een gouden ei vindt, gelegd door zijn lievelingsgans.
Zijn verbazing wordt nog groter als hij de volgende dag wéér een gouden ei onder de gans aantreft.
Elke volgende dag rent hij in alle vroegte naar het nest en warempel, telkens vindt hij een nieuw gouden ei.
Het boertje kan op een gegeven moment zijn hebzucht niet langer bedwingen en slacht de gans, om alle gouden eieren er in één keer uit te kunnen halen.
Maar, hij vindt geen gouden eieren en omdat de gans nu dood is, zal zij ze ook nooit meer kunnen leggen.

In het begin van de vorige eeuw ontstonden de eerste industrieën in ons land.
Zij zorgden voor een enorme toename van de werkgelegenheid.
De meeste van de industriëlen hadden wel in de gaten, dat het lonend was, om goed voor je personeel te zorgen. Zo bouwden maatschappelijk betrokken ondernemers als Dirk Frans Wilhelmi en Anton Philips zelfs huizen voor hun werknemers (Heveadorp en Philipsdorp).
Er ontstonden coöperatieve ondernemingen, banken, zuivelfabrieken, waarin leidinggevenden, deelnemers en klanten dicht bij elkaar stonden. Zij beseften dat een eerlijke behandeling van elkaar leidde tot de beste resultaten en dus het meeste voordeel voor ieder van hen bood.
Hoewel de Heveafabriek in de 70-er jaren moest sluiten, groeide Philips uit tot een wereldimperium.
Er zijn talloze voorbeelden van bedrijven die floreerden, mede vanwege de goede arbeidsomstandigheden welke geboden werden aan de werknemers.
De gans werd elke dag liefdevol gevoed.....

Tijden veranderen en aan het einde van de vorige eeuw zagen we veel van deze familiebedrijven en coöperaties over gaan in de handen van een ander slag ondernemers. Mensen die minder betrokken waren bij het welzijn van hun werknemers en klanten en slechts één groot doel voor ogen hadden: winst maken, de eigen zakken vullen.
Er werd onvoldoende ingespeeld op nieuwe ontwikkelingen en minder geïnvesteerd, waardoor heel wat bedrijven naar de knoppen gingen.
De gans met de gouden eieren werd geslacht.....

Is dat, waar we momenteel mee te maken hebben?
Zijn het de verhalen over de graaiers en zakkenvullers die ons verontrusten?
Wordt hen, terecht of onterecht, aangerekend dat de werkeloosheid hoog is en de kloof tussen arm en rijk almaar groter wordt?
En verliezen wij het geloof in onze politieke leiders omdat zij niet bij machte lijken om hier tegen op te treden? Staan zij het misschien oogluikend toe om er zelf beter van te worden?
De twijfel is gezaaid en maakt ruimte voor de proteststem.

"Een volk krijgt de leider die het verdient".
Het stond op voorhand al vast, dat de Amerikanen geen goede leider verdienden, gezien het feit dat zij de keuze hadden tussen Hillary Clinton en Donald Trump.
Was dat het "beste" wat deze machtige natie als kandidaten naar voren kon schuiven?
Clinton werd een grote ervaring op politiek gebied toegedicht.
Maar dat werd ook haar valkuil. Ze was tè veel een onderdeel van de gevestigde orde, het establishment, en daardoor gegijzeld door de grootindustriëlen, die werkelijk de dienst uitmaken en de veroorzakers zijn van de groeiende kloof tussen arm en rijk en het in verval geraken van de eens zo trotse USA.
Zij zou niet bij machte geweest zijn om deze macht te breken en het tij te keren.
Of Trump dat wel kan? Ik waag het te betwijfelen.
Een geslepen zakenman die zijn miljoenen heeft binnengehaald over de ruggen van zijn werknemers en sluw gebruik maakte van de hem geboden mazen in de belastingwetgeving.
Een man, die met minachting spreekt over vrouwen, die racistische uitspraken doet en dingen belooft die hij nooit kan waarmaken.
Zo iemand moet het machtigste land ter wereld gaan leiden?
Hoe ter wereld is het mogelijk dat een volk voor zo'n leider kiest.
Obama had er goed aan gedaan wat extra geld uit te trekken voor de geestelijke volksgezondheid.

En toch,........ het gebeurt!
Geert probeert mee te liften op het succes van Trump door te twitteren: "We'll make the Netherlands great again".
Ja, Mark, je mag het jezelf aanrekenen als het Nederlandse volk straks een proteststem laat horen.
Jij hebt het grootkapitaal te veel uit de wind gehouden de afgelopen jaren en daardoor de onderkant van de samenleving tegen je in het harnas gejaagd.
Je beweert historicus te zijn? Trek je dan geen lering uit de ontstaansgeschiedenis van de Franse Revolutie, waarbij het genegeerde volk ten strijde trok tegen de absolute machthebbers die leefden in weelde en deden aan ongebreidelde zelfverrijking?

Ik heb er nog altijd het volste vertrouwen in dat de Nederlandse nuchterheid zal zegevieren, maar een volgend kabinet zal wel rigoureus het roer om moeten gooien.
En dan bedoel ik niet dat er een uiterst linkse koers gevaren moet worden, die ingegeven wordt door afgunst en dezelfde hebzucht. Ook dat zal uiteindelijk leiden tot een dode gans.
Stop met polariseren, met leugens en valse beloftes en ga op zoek naar een model waarin liberalisme en socialisme harmonieus in evenwicht zijn.
Waar ruimte en respect is voor andere meningen.
Waarin niet geldbejag, maar welbevinden voor iedereen en zorg voor onze leefomgeving de drijfveer is.
Nederland is gebaat bij een gezond, florerend groot-, midden-, en kleinbedrijf, geleid door maatschappelijk betrokken ondernemers. Zìj moeten zorgen voor een gezonde economie en voor werkgelegenheid, want alleen dan ontstaat er ruimte voor sociaal beleid.
Mensen, die de gans liefdevol verzorgen.
En als zij dat doen, dan mogen ze van mij best de gouden eieren rapen, mits zij bereid zijn om daarover eerlijk belasting te betalen, uitgaande van het solidariteitsbeginsel, dat de sterkste schouders de zwaarste lasten zullen dragen.
Maar iedereen die probeert zijn zakken te vullen met publieke gelden moet keihard worden aangepakt.
De prioriteit van een volgend kabinet moet liggen bij de Zorg, en wel het bestrijden van volksziekte nummer één: Hebzucht.
De Griek Laertius schreef het al in de 3e eeuw na Chr.


De PVV stelt voor om de eigen bijdrage in de zorg te verlagen met €100.
Ze wil dit bekostigen door de post ontwikkelingssamenwerking te schrappen.
Een failliet systeem in stand houden, waarbij zorgverzekeraars en farmaceuten de zakken vullen, ten koste van de minder bedeelden op deze aarde.....
Het grootkapitaal heeft van Geert niets te vrezen. Hij verloochent zijn VVD-roots niet.....




zondag 6 november 2016

Joris 3


Regenboog

Maandagmorgen werd ik wreed gewekt door een snerpend geluid.
Een blik naar buiten leerde mij dat de renovatie van ons straatje was begonnen.
Een jongeman ging, gewapend met helm, oorbeschermers en kettingzaag de bossages te lijf die mij deze zomer, langzaam opschietend, de weidse blik op de polder ontnamen.
Mooi. Maar moet dat dan zo vroeg?
Maandagavond maar een beetje op tijd naar bed gegaan, in de veronderstelling dat de dinsdag ook wel vroeg zou beginnen.....
En inderdaad, de morgenstilte werd al vroeg verstoord door aan en af rijdende shovels en vrachtwagens en in de daarop volgende dagen werd in rap tempo het asfalt weggeschept, evenals het trottoir.

Woensdagochtend stond ik in mijn tuintje mijn koffie te drinken en aanschouwde de nijvere werklieden, toen ik voelde dat er aan mijn broekspijp werd getrokken.
"Joris! Tijd niet gezien!"
Hij keek mij aan met een narrig gezicht.
Ik pakte hem op en zette hem op de tuintafel.
"Heb je voor mij ook?, zei hij, wijzend op mijn koffiebeker.
"Ja, natuurlijk. Ik zal even halen", zei ik en liep richting achterdeur.
"Vergeet de suiker niet!", riep hij mij na.
Terugkomend zag ik hem zitten op mijn bloempot-asbak, met een oorwurmengezicht, starend naar de werkzaamheden.
"Wat is dat, Joris? Slecht geslapen?", vroeg ik lachend.
"Klereherrie", gromde hij.
"Ja, hoor eens, daar kan ik niks aan doen. Zo af en toe moet er nou eenmaal groot onderhoud aan de weg plaats vinden. En ja, dat geeft een beetje herrie en overlast".
Joris vertelde dat hij de afgelopen nachten druk bezig geweest was om het egeltjes echtpaar, dat in mijn tuintje wilde overwinteren, en het veldmuizenstelletje te helpen verhuizen, omdat zij niet tegen de herrie konden.
"Dat lawaai verstoort de natuur", zei hij knorrig.
"O, ja....., natuurlijk", antwoordde ik, een beetje beschaamd, omdat ik niet aan die diertjes gedacht had.
"Ik denk dat ik ook maar een poosje wegga....", zei Joris.
"Wat? Maar je komt toch wel terug?", zei ik geschrokken.
Er verscheen een kleine twinkeling in zijn oogjes en langzaam verkreeg zijn gerimpelde gezichtje weer de vriendelijke uitstraling die ik zo goed kende.
"Natuurlijk kom ik terug", zei hij glimlachend en dronk zijn koffie op. "Als jij dat wilt, dan kom ik terug..... Heb je nog?", vroeg hij, mij het vingerhoedje aanbiedend.
"Ja, ja, natuurlijk", zei ik, en haastte mij om hem op zijn wenken te bedienen.
Zijn aangekondigde vertrek, al was het maar voor tijdelijk, had mij toch even in verwarring gebracht.
Toen ik weer buiten kwam, begon er een miezerig regentje neer te dalen.
We richtten gelijktijdig onze blik naar het zuidoosten, waar het waterige zonnetje een prachtige regenboog deed verschijnen tegen de grijsblauwe hemel.
Het werd stil.
Het was voor de werklui blijkbaar ook koffietijd.....

"Mooi hè?", fluisterde Joris.
"Prachtig", zei ik. "Dat zo iets nutteloos, zo mooi kan zijn....."
"Wat nou nutteloos!", zei Joris verstoord. "Typisch iets voor jou om een regenboog 'nutteloos' te noemen. Hoezo nutteloos?"
"Nou, ja, ik bedoel....."
"Voor jullie mensen moet alles maar nut hebben! Geniet je dan niet van die schoonheid? Maakt dat je niet blij? Als jullie toch eens leerden genieten van al die wonderen om je heen. Een regenboog, een sterrenhemel, een zonsondergang....."
"Maar, maar dat doe ik ook!", haastte ik mij te zeggen. "Natuurlijk geniet ik van die dingen!"
"Nou, dan zijn ze toch niet nutteloos?", zei Joris met een grote grijns.
"Je hebt gelijk," zei ik, "verkeerde woordkeus. En juist de regenboog, daar heb ik iets mee....."
"Dat weet ik", zei Joris langzaam, starend naar het wonderlijke natuurverschijnsel.
"Als de regenboog verschijnt, zijn ze heel dicht bij je, is het niet?"
"Ja, heel dicht bij.......", fluisterde ik.
"Misschien helemaal niet zo toevallig, dat hij vandaag aan de hemel staat", zei Joris peinzend.
"Nee....., 2 november, Allerzielen......., morgen zou mijn vader jarig zijn......."
Joris grinnikte. "Niet nutteloos. Een kostbaar geschenk, dàt is het......"
Hij kletste met z'n handen op zijn dijen en wreef over zijn knokige knietjes.
"De mooiste dingen in het leven zijn gratis, weet je, voor niets. Maar ja, mensen denken vaak: Als het niks kost, dan zal het wel niet veel zijn.....
Weet je waarom ze niets kosten?"
"Nou....?"
"Omdat ze onbetaalbaar zijn......."


Hij kwam overeind, krabde in zijn baard en rekte zich uit.
"Ik denk dat ik mijn koffertje maar eens ga pakken", zei hij en keek mij glimlachend aan.
Bezorgd vroeg ik: "Maar waar wil je dan heen?"
"O, ik heb een neef, die woont in dat natuurparkje in Nieuwe Wetering. Daar kan ik wel een poosje terecht."
Lichtelijk bedrukt door zijn aangekondigde vertrek pakte ik Joris van de tafel en zette hem op de grond.
"Zal ik je brengen?", vroeg ik.
Hij glimlachte. "Nee, dat is niet nodig. Ik ga wel met het openbaar vervoer."
"Het openbaar vervoer? De bùs?"
Hij schoot in een schaterende lach. "Nee joh! Gewoon, met een haas of met een gans!....."
Nog schuddebuikend van het lachen verdween hij, hoofdschuddend, tussen de in herfstkleuren getooide struiken.
Ik keek naar de lucht.
De regenboog was verdwenen.......
Mijn gedachten niet......