Het is een groot voorrecht om te mogen wonen in Oud Ade.
Niet alleen omdat het een van de mooiste dorpen van Nederland is, maar ook omdat je, als je een bepaalde leeftijd bereikt hebt, wordt uitgenodigd voor het jaarlijkse Senioren uitje.
Al bijna 50 jaar organiseert het Fancy Fair comité in de eerste week van november een ludieke kleine kermis in het Dorpshuis, oorspronkelijk om het huurbedrag bijeen te brengen voor de verenigingen die van datzelfde Dorpshuis gebruik maken (maakten).
Vele verenigingen zijn vertrokken uit deze accommodatie, maar de Fancy Fair is gebleven!
Deze brengt tot nu toe zò veel pecunia in het laatje, dat het comité ieder jaar een fikse gift kan doen aan stichting Het Dorpshuis, voor de instandhouding van dit gebouw (!), de verenigingen een mooi bedrag kan toeschuiven èn het senioren comité een flinke donatie kan doen waarvan zij een uitgaansdag kan organiseren voor de ouderen van het dorp.
Natuurlijk was het even schrikken toen ik een aantal jaren geleden voor het eerst werd uitgenodigd om deel te nemen aan een van de door het senioren comité georganiseerde evenementen. (Verwarde mannen) Ik heb die eerste invitatie dan ook vriendelijk afgeslagen, maar toen een paar maanden later het verzoek kwam om deel te nemen aan het jaarlijkse uitje, heb ik, enigszins van de schrik bekomen, schoorvoetend ingestemd. Men moet tenslotte de feiten onder ogen durven zien.
Afgelopen woensdag ging ik dus welgemoed rond kwart over 9 richting Dorpshuis, waar zich al een grote menigte had verzameld die zich tegoed deed aan koffie met gebak.
Ik liet mijn blik door de zaal gaan en constateerde dat er in de loop der jaren langzaam een zekere verjonging optreedt. Dat maakt toch dat je je wat meer op je plaats gaat voelen.
Daarnaast ontwaarde ik ook een flink aantal dienende en oudgedienden van mijn cluppie Vios die in dezelfde levensfase verkeren als ik. Altijd prettig om bekende gezichten te zien voor een lichtelijk contactgestoorde zoals ik.
Na enkele begroetingen zocht ik een plekje en knoopte een praatje aan met mijn tafelgenoten.
Om kwart voor 10 namen we plaats in een dubbeldekker van Koninklijke Beuk, welke ons naar de Zaanse Schans zou rijden.
Onder het motto: "Je moet wat gokken in het leven", vond ik een plaatsje voorin, boven in de bus, zodat ik als een van de eersten zou bemerken als een viaduct toch nèt iets te laag zou zijn.
Gelukkig had de chauffeur de route goed bestudeerd, zodat wij, met de kop nog op de romp, een uurtje later onze bestemming bereikten.
Er staan al vele bussen en het aantal Japanners is opvallend. Schichtig schieten zij in grote haast met hun camera's over het terrein. Waarschijnlijk hebben zij de Keukenhof vandaag al bezocht en maken zij deze tussenstop, op weg naar Volendam en Marken die vandaag ook nog moeten worden aangedaan.
En.... foto's maken! Kunnen ze straks in Japan rustig gaan bekijken wat ze hier allemaal hadden kunnen zien....
Natuurlijk werd er eerst weer koffie gedronken (met gebak uiteraard) en werd door een lieftallige dame de planning voor de dag nog even doorgenomen.
We begonnen met een bezoek aan het museum. Wij gingen met een groepje eerst door het Verkademuseum, waar we een beeld kregen van de evolutie die dit bedrijf doormaakte: van eenvoudige biscuitbakker tot bedrijf met wereldfaam.
Werkende machines gaven een beeld van het productieproces van het Mariakaakje en de bereiding van chocolade.
De "meisjes van Verkade" waren slechts te bewonderen op een enorme fotowand.....
In het andere deel van het museum werd duidelijk hoe de Zaanstreek zich ontwikkelde tot ooit het belangrijkste industriegebied ter wereld.
Veel is echter vergane glorie. In de tweede helft van de vorige eeuw werden veel bedrijven overgenomen of onderdeel van grotere concerns.
Het was in die tijd dat restanten van de glorietijd bijeen gebracht werden op "De Zaanse Schans".
Na het museumbezoek was het tijd voor een uitgebreide en goed verzorgde lunch.
Toen we daarna naar buiten stapten was warempel het zonnetje gaan schijnen en maakten we een wandeling langs pure nostalgie. Een oude bakkerij, de mosterdmolen, een klompenmaker, een replica van het kruidenierswinkeltje waar Appie zijn imperium begon......
De kaasmakerij lieten we links liggen. Dat wisten wij Oudaaiers wel.....
Na een rondvaart op de Zaan langs de monumentale fabrieksgebouwen van weleer, prachtig gerestaureerd maar nu grotendeels in gebruik als kantoorruimte of verbouwd tot appartementen, gingen we weer richting bus, welke ons terug bracht naar het Dorpshuis in Oud Ade.
Daar wachtte ons een borrel en daarna een uitgebreid warm en koud buffet, verzorgd door "De Vergulde Vos".
Nou, dan weet je het wel. Het smaakte meer dan voortreffelijk......
Ik weet zeker dat ik uit naam van alle deelnemers aan deze prachtige dag mag spreken en ik zeg: "Dank, lieve mensen van Fancy Fair comité en het organiserende Senioren comité. Jullie hebben ons een geweldig "daggie uit" gegeven!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten