zondag 31 mei 2015

Egypte I


Vallei der Koningen

Ja, wij waren even weg.
12 Dagen Egypte.
Voor de echte huismus die ik ben een mega onderneming.
Ik ben geen avonturier of ondernemend type en kan mij prima vermaken in en rond mijn huisje met de vele hobby's die ik heb.
Met uitzicht op het weidse polderland in het prachtige Oud Ade heb ik trouwens dagelijks het gevoel op vakantie te zijn.
Mijn lief echter is wat reislustiger aangelegd en vindt het heerlijk om een aantal malen per jaar naar verre oorden af te reizen.
En wat doe je dan? Dan ga je mee.
Het klinkt een beetje alsof ik mijzelf opoffer, maar dat is beslist niet het geval.
Dank zij haar heb ik al een paar prachtige reizen gemaakt en veel gezien.
Ervaringen die ik (achteraf) niet had willen missen.
Want als ik eenmaal in den vreemde ben, vermaak ik mij ook prima.

We zijn neergestreken in Hurghada in een van de vele resorts die daar sinds de jaren '90 van de vorige eeuw als paddestoelen uit de grond zijn verrezen. En... er wordt nog steeds gebouwd.
Het een nog mooier dan het ander.
Tijdens de busreis naar Luxor zagen we het schrille contrast wat bestaat tussen de luxe resorts en de dagelijkse werkelijkheid in Egypte.
Waar binnen de grenzen van het resort een heel leger van tuinmannen dagelijks in touw is om de illusie van een paradijselijke omgeving, met wuivende palmen, ficussen, prachtig bloeiende planten en frisgroene grasvelden, in stand te houden, valt de karige begroeiing wel op zodra je buiten hun muren komt.
We rijden door Hurghada.
De hoofdweg is goed, en de bebouwing langs die weg is zeer afwisselend: onooglijke winkeltjes, puinhopen maar ook luxe panden, soms opgesierd met grote billboards waarop reclame gemaakt wordt voor..... bontjassen! Je verzint het niet.
Zodra je echter een blik in een zijstraat werpt zie je ongeplaveide wegen en woonblokken waar de armoe van afstraalt.
Buiten de stad begint de oostelijke woestijn. Zand en rotsen, rotsen en zand, drie uur lang.
Halverwege maken we een tussenstop. Een uitspanning midden in de woestenij waar we even de benen kunnen strekken en het toilet bezoeken. Rond het gebouwtje hebben zich in schamele kraampjes "kleine  middenstanders" verzameld, die ons met smekende ogen en veel overtuigingskracht proberen het een en ander te verkopen.
Kleine bedoeïnen meisjes, met een schattig jong geitje op de arm bedelen om een aalmoes.
(gek woord eigenlijk...... geprakte paling?)

De woestijn houdt ineens op als de weg draait en plaats maakt voor uitgestrekte akkerlanden met rijstvelden, bananenplantages en andere cultuurgewassen. Grote en kleinere kanalen doorsnijden het land.
Op de velden zijn mannen in de brandende zon aan het werk. Soms zie je een oude verroeste tractor in het land staan. De ezeltjes zijn talrijker. Hier en daar staan wat hopen gestapelde stenen waarvan ik vrees dat het de behuizing moet voorstellen van de landarbeiders.

Op de weg is het druk. Al het verkeer rijdt kriskras door elkaar. We passeren karren met vracht, voortgetrokken door ezeltjes, pick-ups, afgeladen met groenten of flessen water. En als ik zeg afgeladen, dan bedoel ik ook afgeladen. Brommers scheuren overal tussendoor.
Op geregelde afstanden politieposten waar besnorde mannen achteloos een sigaretje rokend, leunen op hun karabijn, zoals de arbeiders van de plantsoenendienst bij ons op hun schoffel hangen.
Voor de zoveelste keer ben ik blij dat mijn wiegje in Nederland stond.....

In Luxor, het vroegere Thebe, de hoofdstad van Opper-Egypte, bezoeken we de restanten van het enorme tempelcomplex van Karnak, de tempel van Amon. De uitgestrektheid (totale oppervlakte 123 ha) en de afmetingen van de muren en zuilen zijn meer dan indrukwekkend.
Toegangspoorten (pylonen) van 120 meter breed, 15 meter dik en 43 meter hoog!
De gids wist te vertellen dat er dagelijks zo'n 2000 man, vooral slaven, op de bouwplaatsen werkzaam waren.

Met een bootje steekt ons gezelschap de Nijl over. Een imposante rivier met glashelder water.
Ik heb de rietkragen langs de oevers nog afgezocht of ik misschien nijlpaarden kon ontwaren (of mandjes met vondelingen), maar helaas.
En dan.... op weg naar de vallei der koningen.
De plek die ik zo goed kende uit de boeken van Wilbur Smith "Vallei der Koningen" en "Het Koningsgraf" (echt een aanrader!). De wereld van Taita, de Egyptische slaaf.
Het gebergte waar (tot nu toe) 63 graven gevonden zijn, allen uitgehakt in de rotsformatie. We hebben drie graven bezocht. De gangen, versierd met reliëfs en hiërogliefen, die uitmonden in de ruimten waar eens de sarcofagen stonden. Nee, de rijkdommen die ooit in deze graven stonden zijn verdwenen. Wie deze wil bezichtigen moet naar het Museum der Egyptische Oudheden in Caïro.
Te bedenken dat in dit gebergte waarschijnlijk nog enkele niet ontdekte graven verborgen liggen.
Van enkele farao's, die ooit over Egypte regeerden, zijn de graven nog niet gevonden....
In stilte hoop ik, dat ze nooit gevonden zullen worden, zodat een klein deel van het verleden blijft voortbestaan zoals het bedoeld was: een koningsgraf voor de eeuwigheid....

Egypte, toch een mysterieus land.
Bekend uit Bijbelverhalen, uit de geschiedenislessen op school.
De vele verhalen die er bestaan rond de archeologische opgravingen in het verleden.
Inspiratiebron voor vele verhalen, boeken, films etc.
Ik ben er geweest en dat geeft me een goed gevoel.
Maar ook een beetje triest.
Als je bedenkt dat een land, dat eens zo'n rijke beschaving kende, nu zulke moeilijke tijden doormaakt.


Maar na twaalf dagen strakblauwe luchten, een brandende zon en temperaturen tussen de 30 en 40 graden, begin ik langzaam te verlangen naar een fris buitje.
Bij thuiskomst werd ik op mijn wenken bediend.....


2 opmerkingen:

  1. Een supermooi reisverslag van Piet.
    Daardoor ben ik weer helemaal 'bij' en hoef ik er zelf niet heen.
    Da's ook een fijn gevoel.

    Een zondagse groet van Pieter van Ruiten

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Leuk dat je je vrienden laat meegenieten van een bijzondere vakantie!

    BeantwoordenVerwijderen