zondag 26 juli 2015

Gezellig


Dat oer-Hollandse woord, dat nauwelijks haar equivalent kent in andere talen.
Het Engelse "cozy" en het Franse "confortable" zijn het nèt niet.
Het Duitse "gemütlich" komt nog het meest in de buurt.
Gezellig, een woord dat hoort bij dat andere oer-Hollandse gebeuren: De Nijmeegse Vierdaagse.
Het is niet alleen de prestatiedrang, maar toch vooral de "gezelligheid", die elk jaar weer vele duizenden verleid tot deelneming.
Die pijnlijke voeten nemen ze op de koop toe.
Het zit er weer op.
De blaren zijn geprikt, het bloed uit de schoenen gegoten en de stramme kuiten gemasseerd.
De Via Gladiola heet weer gewoon St. Anna straat.
Op naar volgend jaar, als het evenement voor de 100ste keer zal plaatsvinden.
Diep respect voor al die kilometervreters.....

Jo met de banjo, en Mien met de mandolien...
Ach, wie kent het niet. Half Nederland kan het zò meezingen.
De Wandelclub, de evergreen geschreven door Toon Hermans voor zijn geflopte speelfilm "Moutarde van Sonaansee" uit 1959, dat echter de hitparade besteeg toen Jasperina de Jong het in 1967 op een single-tje uitbracht.
In 1995 kende het nummer een revival toen Suger Lee Hooper met het lied wederom de Top-40 binnenkwam.

De wandelclub, ach ja, het roept mooie herinneringen bij mij op.
Na onze verhuizing naar Rijpwetering in '59 werden mijn broertjes en zusje al snel lid van de plaatselijke wandelclub. De contributie was zeer bescheiden en investeren in sportkleding was niet nodig (schoenen hadden we immers al), zodat dit het fiat van mijn ouders kreeg.
Begonnen als een clubje wandelaars rond Bertus en Theo Otto groeide "De Rippers" al ras uit tot een bloeiende vereniging onder de bezielende leiding van o.a. Dorus Lek, Jan van Berkel en "good old" Aris Disseldorp.
Dat wandelen een sport was, bleek uit het feit dat er heus getraind werd.
Wekelijks werd 's avonds geoefend op het schoolplein in het in de maat lopen, afstand houden en keurige bochten en "rechtsomkeer" maken.
Ja, ja, wandelen was toen zeer prestatie gericht. Niet alleen het afleggen van een aantal kilometers was de prestatie, maar vooral het volbrengen van zo'n tocht, strak in het gelid. Bij georganiseerde tochten waren zelfs prijzen te verdienen voor de groepen die het "mooist liepen".
Zo eens in de maand, op zater- of zondag in de bus en dan naar verre oorden, zoals Den Haag, Scheveningen, Hilversum of Katwijk om daar deel te nemen aan een wandeltocht.
Gezellig zingen en lol trappen onderweg.
Maar.... als wij ons opstelden, werden we bloedserieus en gingen de strijd aan voor het hoogste: de beker! En als het ultieme doel bereikt werd, was het natuurlijk op de terugweg groot feest in de bus, dat begrijpt u!
Hoogtepunt van het jaar was de deelname aan de Jeugdvierdaagse in Breda.
Voor een klein menneke als ik, was dat, vooral in de beginjaren, bijna buitenland (de mensen daar spraken ook een andere taal en waren nauwelijks te verstaan).
Het was voor mij ook de kans om het "vakantiewerk" in de Blauwe Polder voor een week te ontvluchten, weg van het bollen rapen en vuil trekken. Mijn vader liet mij node gaan....
Geweldige kampweken waren dat! Gezellig!
Wij waren ondergebracht in het verenigingsgebouw van "Jong en Blij", een jeugd tamboer-en pijperkorps, gelegen in een grote speeltuin. Kon het nog mooier!
Wel elke dag 10 of 15 kilometer lopen door vooral de prachtige bossen (die we bij "ons thuis" niet hadden), maar daarnaast was er alle tijd om te ravotten en te spelen.
Dagelijks kregen we een gulden "zakgeld" om snoep te kopen.
Dat deden we dan ook braaf, tot we in de buurt een dierenwinkel vonden waar we tegen een geringe vergoeding een hamster of muis konden aanschaffen, dit tot groot afgrijzen van de kookploeg, Dhr. en Mevr. Van den Berg, Van Zoen en Dongelmans.
Op donderdagavond het Songfestival met als topper door de jaren heen "Bwandend zand en een vewlowen land".
En 's avonds "op bed" natuurlijk keten en "overlopen".
Zelfs nadat deze Vierdaagse opgehouden was te bestaan door een terugloop van de belangstelling hebben "De Rippers" nog vele jaren volgehouden en jaarlijks hun kampement opgeslagen in Breda om daar gewoon "hun" vierdaagse te lopen.
De animo voor het wandelen werd in de loop der jaren minder.
Niet spannend genoeg en de jeugd van de 80-er, 90-er jaren zag het al helemaal niet zitten om militairistisch te gaan marcheren.
Volkomen terecht. Niet meer van die tijd.
Georganiseerde tochten werden steeds schaarser en vele verenigingen overleefden deze "dip" in het wandelgebeuren niet.
"De Rippers" werd meer een jeugdvereniging waar knutselen en sport- en spel de boventoon ging voeren, tot de vereniging tenslotte zieltogend ten onder ging.
De jeugd kreeg andere interesses.
Toch jammer.

Nee, ik ben geen fanatiek wandelaar.
Ik heb tenminste nooit de aanvechting gevoeld om de Nijmeegse Vierdaagse te lopen.
50 Kilometer per dag..... Ik vond 15 kilometer al een heel end.
En daar kon je net zo goed blaren van krijgen.
Deelnemen voor de gezelligheid? Ach, ik ben nou eenmaal niet zo'n gezelligheidsdier.
Een eindje wandelen in een omgeving die ik nog niet ken vind ik wel leuk, maar kilometers maken, alleen om het wandelen (of omdat het goed voor je is) hoeft niet meer van mij.
Wat dat betreft heb ik in mijn jeugd genoeg gewandeld.
Net zoals ik in mijn kinderjaren genoeg vuiltjes heb getrokken. (zie mijn voor- en achtertuin.....)


Van dat wandelen krijg je trouwens wel zweetbillen.
Inderdaad, een wandelaars......



1 opmerking:

  1. Een mooi en herkenbaar verhaal.
    Opa Piet vertelt ..... Gezellig !

    Een zondagse groet van Pieter van Ruiten

    BeantwoordenVerwijderen