zondag 30 december 2012
Kerstdiner
Onze jachtige maatschappij heeft één mooi ding voortgebracht: de "Kant-en-Klaar Maaltijd".
Deze stelt ons in staat om na een dag hard buffelen voor de baas, toch een smakelijk, goed ogend gerecht op tafel te toveren.
Want laten we wel zijn, de kwaliteit en smaak van deze producten is de afgelopen jaren met sprongen vooruit gegaan.
Het hele jaar door maken wij dankbaar gebruik van deze inspanningen van Unilever.
Wat is het toch, dat de mens met Kerst al deze verworvenheden overboord zet en zo nodig zelf moet gaan kokkerellen.....
De soep had hij de dag van tevoren al gemaakt. Een grote pan, want ze zouden met twaalf personen zijn.
Een gezonde, goed gevulde wintersoep, met veel verse groenten.
Naarmate meerdere ingrediënten werden toegevoegd, bleek de grootste pan niet groot genoeg, met als gevolg dat hij al snel in twee, en later in drie pannen soep stond te roeren. Het rook voortreffelijk en er zou in ieder geval genoeg zijn.....
Hij was zeer tevreden.
Toch voelde hij enige onrust voor de nakende Kerstdag en besloot daarom op Kerstavond alvast ook maar even het toetje te maken.
Hij had op het internet een recept gevonden van "luchtige limoenbavarois met kersensaus" en dat moest immers 3 tot 4 uur opstijven. Hiermee ging hij zeker eer inleggen.
Het werken met gelatineblaadjes was nieuw voor hem, en de verwerking ervan werd in het recept niet echt duidelijk weergegeven. Het vermenigvuldigen van de hoeveelheden ingrediënten (het recept was voor 4 personen) leidde er al snel toe dat alle vier de pitten van het kooktoestel bezet waren.
Hij had aan Sinterklaas toch beter wat grote pannen kunnen vragen in plaats van de prachtige lamswollen kersttrui (dennengroen met ingemaasde galopperende rendieren) waarin hij zich morgen zou hullen.
Het uitpersen van de limoenen kende wat tegenslag toen de kop van zijn volautomatische citruspers bleek te ontbreken. Dan maar gewoon flink knijpen en hopen dat hij voldoende sap kon verzamelen. Het stijf kloppen van de eiwitten duurde lang, maar lukte uiteindelijk. Het opkloppen van de slagroom was een ander verhaal, omdat op zeker moment de turboknop van de mixer bleef steken en hij het kreng met geen mogelijkheid meer uit kreeg. Dan maar de stekker eruit. Hij tilde de draaiende mixer uit de slagroomkom en..... dat had hij beter niet kunnen doen.
Vanuit de huiskamer klonk de zoetgevooisde stem van Bing Crosby: I'm dreaming of a White Christmas.....
Hij veegde zijn bril af en nam de schade op. Plafond en muren waren bespikkeld met kleine vetvlekjes. Het patroon was regelmatig en had zelfs een artistieke uitstraling, zo vond hij. Ook zijn overhemd (een ouwetje) zat vol vetvlekken en met een zucht van verlichting bedacht hij dat hij gelukkig nog niet zijn Kersttrui aanhad.
Het mengen van het gelatinemengsel met limoensap, het opgeklopte eiwit en de slagroom wilde niet erg lukken. In de glazen schaal (die het pannenleger was komen versterken) zag hij, dat deze substanties zich slecht lieten mengen. Steeds weer ontstond een afscheiding van een waterige laag onderin met daarbovenop een sneeuwwitte etage.
Na eindeloos omscheppen leek de strijd toch gewonnen.
Twaalf ijscoupes werden gevuld en op een dienblad gezet om in de schuur af te koelen.
Balancerend met het blad liep hij richting achterdeur.
Toen schoot de kat tussen zijn benen door.....
De keukenvloer werd bedekt met een sneeuwwitte laag.
In de huiskamer zette Bing nog een keer in....
Wonder boven wonder was slechts een ijscoupe gesneuveld, de rest was nog heel.
Op de TV in de huiskamer was inmiddels de nachtmis begonnen en terwijl daar muzikaal kond werd gedaan van het feit dat de herders neerknielden bij het kindeke, knielde hij neer op de keukenvloer en ging met dweil en emmertje sop de witte massa te lijf.
De ijscoupes werden afgewassen en opnieuw gevuld, na het geheel opnieuw flink doorgeroerd te hebben (de witte substantie was weer halsstarrig boven komen drijven). Deze keer bereikte hij de schuur zonder ongelukken. Het restant van de bavarois werd in drie halve liter bakken gedaan en in de overvolle koelkast gepropt. Zonde om weg te gooien, nietwaar?
De volgende morgen stond hij om 8 uur naast zijn bed. Hij trok zijn nieuwe broek en zijn Kersttrui aan om alvast in de stemming te komen. Even een broodje en een kopje thee. Rond half elf zou hij zijn werkzaamheden onderbreken voor het geplande Kerstontbijt.
Op naar de keuken om aan het hoofdgerecht te beginnen: gevulde kipfilet. Een beproefd recept dat hij in het verleden al vaker met veel succes had bereid.
Eigenlijk had hij zijn gasten een exclusief bultrugbiefstukje voor willen zetten en was daarom de afgelopen week naar Texel afgereisd, in de hoop stiekem een mooi lapje uit de daar kwijnende Johannes te kunnen snijden, doch hij had daar, vanwege de grote publieke belangstelling, maar van afgezien.
Gevulde kipfilet werd het dus.
Wel even een schortje voor, want hij had immers zijn goeie goed al aan.
De mooie filetjes werden open gevouwen, afgedekt met folie en daarna met een steelpan flink platgeslagen.
Bij de derde kippenborst vloog echter de pan door de keuken en keek hij verbouwereerd naar de steel die in zijn hand was achtergebleven.
De rest van de kipfilets werd met de vlakke hand in de vorm geslagen. De vulling werd gemaakt en over de filets verdeeld. Daarna werden ze dichtgevouwen en met cocktailprikkers vastgezet. Niet elke filet liet zich gemakkelijk dichtvouwen, zodat enkelen een vrij hoog houtgehalte kregen. Paneren en aanbraden.
Het rook goddelijk!
Na het heerlijke ontbijt, compleet met een van de vier Kerststollen uit de diverse Kerstpakketten, afgebakken kaiserbrötchen en croissants, betrad hij wederom de keuken om te beginnen aan de salade.
Tonijnsalade met koude pasta: gemengde sla, babymaïs, zongedroogde tomaatjes, geroosterde pijnboompitten en nog een heleboel andere lekkere dingen en afgemaakt met een heerlijke dressing.
De tonijn was niet zelf gevangen, maar kwam uit een blikje: tonijn in olijfolie.
Om te voorkomen dat zijn gasten de komende dagen de volledige controle over hun stoelgang zouden verliezen, besloot hij om wat van de olie weg te laten lopen. Hij opende het blikje aan de daarvoor bedoelde ring en drukte zacht op het deksel om de olie er uit te drukken.
Niet zacht genoeg....
Het deksel schoot naar binnen en een golf olijfolie spoot in het rond.
Shit........!!!!!
Na het ontbijt was hij vergeten zijn schort weer voor te doen.....
Op zijn lamswollen trui zaten enkele glanzende donkere vlekken. De rendieren leken slippende bewegingen te maken.....
Die kon zo de zak van Max in.
Ook zijn broek vertoonde een aantal vette plekken.
Enkele flinke spetters hadden zelfs de muur achter hem bereikt.
Het patroon was niet regelmatig en had zeker geen artistieke uitstraling.
Hij wist meteen hoe hij zijn vrije dagen tussen Kerst en Oud en Nieuw zou doorbrengen.....
De gasten kwamen en genoten volop van de smaakvolle gerechten.
Het was een prachtig en gezellig kerstdiner met mooie verhalen, anekdotes en goedgevulde glazen....
Het toetje, afgemaakt met kersensaus, was een gedeeltelijk succes. De meeste gasten kozen ervoor om de glazige, rubberen substantie op de bodem daar maar te laten......
Na afloop overzag hij de restanten en overschotten.
Hij zou in ieder geval tot Nieuwjaar geen boodschappen hoeven doen.
Met de soep en de bavarois haalde hij waarschijnlijk zelfs de Pasen.
De keuken was een ravage.......
Na een afwas van twee uur kwam, bij het wegzetten van de laatste pannen, iets uit het keukenkastje rollen.
De kop van de citruspers.....
Volgend jaar gaat hij het anders doen.
Een zak Franse uiensoep van Unox als voorgerecht, als tussendoortje een zalmslaatje van Johma, als hoofdgerecht Tagliatelle met zalm en spinazie in roomsaus van meneer Iglo en als toetje roomyoghurt met straciatella van Mona.
Een prachtig en smaakvol 4-gangenmenu.
Ook lekker.
Voor nog geen 6 euri p.p. .........
Van zijn Kerstgratificatie koopt hij aandelen Unilever.
Ik wens u een mooie, liefdevolle, gezellige, maar vooral veilige overstap naar 2013!
zondag 23 december 2012
Armageddon
De premier van Australië heeft afscheid genomen van haar bevolking. Ze deed dit met een blij gemoed. Alleen al het vooruitzicht nooit meer te hoeven verschijnen bij saaie persconferenties...
De wereld, zoals wij die kennen zou immers na 21 december 2012 niet meer bestaan.....
Volgens de Mayakalender zou de wereld op die dag vergaan en, omdat u dit nu leest, is het evident, dat dit niet bewaarheid is geworden.
Toch zag ik vrijdag menig voorbijganger schichtig omhoog kijken om te zien, of de hemel nog geen aanstalten maakte om naar beneden te komen. Het zicht was nogal slecht door de kerstmist.....
Behoorde u tot de pessimistische doemdenkers die dit misschien de beste oplossing vonden voor onze jammerlijke wereld? Gewoon de stekker eruit....?
Jammer voor u. Maar....., ik voel met u mee.
U zult als de sodemieter naar de winkels moeten om toch nog kerstcadeautjes en een Kerstkalkoen te kopen.
U zult er waarschijnlijk ook niet onderuit komen om op 2e Kerstdag bij uw schoonmoeder, die absoluut niet kan koken, te moeten dineren.
Een schrale troost voor u. Waarschijnlijk wordt het, zoals bij 80% van de Nederlandse bevolking, gourmetten.
Word je uitgenodigd om te komen eten, moet je je eigen vreten klaar gaan zitten maken in zo'n rottig klein pannetje. Maar goed, alles beter dan de culinaire escapades van uw schoonmoeder.
En... hopen dat de brutaliteiten die u zich veroorloofde tegenover uw baas met het oog op de komende Apocalyps u niet noodlottig worden, en dat u na het Kerstreces nog welkom bent bij uw werkgever.
U zult weer goede voornemens moeten maken, want, zoals het er nu naar uit ziet, draait de wereld voorlopig gewoon door......
De laatste weken werd er met regelmaat aandacht aan geschonken.
Zo verscheen de burgemeester van het Franse gehucht Bugarach op het Journaal. De man maakte zich ernstige zorgen omdat velen de overtuiging waren toegedaan dat de "Pic de Bugarach", een afgetopte berg in de omgeving, een uitvalsbasis huisvestte van buitenaardse wezens en dat deze toegestroomde mensen hoopten met deze extraterrestrials, die uiteraard de vernietiging van de aarde zouden ontvluchten, te mogen meerreizen en zo het einde van onze wereld te ontlopen.
De berg zou worden afgezet om te voorkomen dat mensen hem zouden beklimmen. De burgemeester vreesde dat velen van hen zich in het ravijn zouden storten als onverhoopt de wereld toch niet zou vergaan. Uit teleurstelling.
Beetje rare gedachte van de burgemeester. Die mensen wilden immers de dood ontvluchten? Waarom zouden zij zich dan van de berg storten.
Hoe deze doemdenkers in hemelsnaam bij de gedachte zijn gekomen dat dit Franse gehucht een ontsnappingspoort zou zijn aan het onvermijdelijke, is voor mij een raadsel. Ik kan me niet voorstellen dat dit plaatsje in de oude Maya geschriften vermeld stond.
Een wetenschapper trachtte de mensheid gerust te stellen met de vergelijking de Maya kalender te bezien als de kilometerteller in een auto. Ja, de cyclus eindigt. Maar als de teller in de auto na 999.999 weer op 000.000 springt, betekent dat niet het einde van de auto.
Ook de wereld begint gewoon weer op 0.
Kijk, en dat opent toch weer geheel nieuwe perspectieven.
Dat zou toch mooi zijn.....
Dat we als mensheid nou echt weer opnieuw zouden kunnen en mogen beginnen.
Zo vaak krijgen we die kans niet.......
Als we al onze geschillen, ruzies en vooringenomenheid nu eens gewoon vergeten, overboord zetten.
Binnen ons gezin, onze vrienden- en kennissenkring.
Tussen landen, rassen, religies.
Op wereldschaal.
Streep eronder. Zand erover.
We beginnen met een schone lei.
Als alle leden van de mensheid vanaf nu eens gewoon open, eerlijk en met respect met elkaar om zouden gaan.....
Een mooiere Kerstgedachte kan ik niet bedenken.......
Rekening houden met de gevoelens van anderen.
Ook met die van uw schoonmoeder.
Controleer even of de os in uw kerststalletje met zijn rug naar de boom staat.
Ook dieren hebben tenslotte gevoel.......
Ik wens u niet alleen mooie Kerstdagen toe, maar ook een mooie, nieuwe wereld.......
zondag 16 december 2012
Schijt
Op 23 oktober gaf mijn oudste kleindochter blijk van grote cognitieve vermogens toen zij, na twee maanden leesonderwijs, haar moeder een blad papier met tekst toonde en haar meedeelde: "Kijk mam, ik heb een stout woord geschreven!!!"
Niet alleen word je als opa vervuld van trots omdat jouw kleindochter aan het begin lijkt te staan van een veelbelovende carrière als schrijfster van realistische romans, maar vooral vanwege het feit dat dit kind van zes, met jouw genen, reeds haarscherp in de gaten heeft wat kan en niet kan.
Sgijt is een stout woord! Sgijt hoort niet!
Als kinderen van zes dit onderkennen is er nog hoop voor onze maatschappij.
Er is vandaag de dag te veel schijt in onze samenleving.
Schijt aan politie, aan hulpverleners, leerkrachten.
Schijt aan gezagsdragers in het algemeen.
Schijt aan scheids- en grensrechters, met als afschuwelijke apotheose de gebeurtenissen van 2 december.
Een gebeurtenis die nu al twee weken het nieuws blijft beheersen.
Een grensrechter werd dusdanig in elkaar geslagen, dat hij een dag later overleed.
Geert zag zijn kans schoon om weer eens wat van zich te laten horen en maakte er meteen een Marokkanen probleem van.
Feit is dat Marrokaanse jongeren procentueel vaker betrokken zijn bij geweldsdelicten, maar deze simplificatie vind ik toch wat kort door de bocht.
We zijn het afgelopen jaar te vaak geconfronteerd met onacceptabele vormen van agressie waar Marokkanen part nog deel aan hadden. Denk maar aan de toestanden in Haaren.
Simpele mensen zullen Geerts uitspraken echter ongetwijfeld gretig omarmen.
De geschiedenis heeft al zo vaak aangetoond hoe gevaarlijk en misplaatst het is om hele bevolkingsgroepen over één kam te scheren naar aanleiding van de misstappen van enkele individuen binnen zo'n groep.
Zo werd de moordenaar van Marianne Vaatstra al snel gezocht onder de bewoners van een asielzoekers centrum in de buurt.
Jasper S. blijkt een gewone Friese boer te zijn, zonder Marokkaanse of Antilliaanse roots.
Na een prachtige sportzomer is een sportherfst aangebroken vol incidenten en kwalijke praktijken.
Kickboksers die hun sport buiten de ring beoefenen, de ontluisterende ontmanteling van de beroeps wielersport.
En nu, als ultiem dieptepunt, het doodschoppen van een grensrechter.
Er wordt weer van alle kanten geschreeuwd, dat er iets moet gebeuren.
Zelfs JC heeft zich in de discussie gemengd.
En ik ga deze keer een heel eind met hem mee.
Kinderen zijn zich van nature wel degelijk bewust van wat wel en niet kan. Ze schamen zich als welpje kapot als hun vader of moeder schreeuwend, scheldend en tierend langs de zijlijn staat tijdens een potje voetbal op zaterdagmorgen.
Maar... kinderen zijn zeer gevoelig, beïnvloedbaar, en spiegelen zich aan hun opvoeders.
Als pappa of mamma de leerkracht, de scheidsrechter of welke gezagsdrager dan ook in het bijzijn van hun kinderen een trut of klootzak vindt, zullen zij dit gedrag overnemen, gaan na-apen. Wat pappa of mamma zegt is immers waar.
En zo kan het gebeuren dat ze, eenmaal in de A1, dezelfde woordenschat bezigen tegenover de spelleiding als hun ouders, de leraar voor klootzak uitmaken en hulpverleners en andere gezagsdragers respectloos benaderen.
Kleur of religie heeft daar niets mee te maken.
Het meest pijnlijk is, dat onze leiders zelf van tijd tot tijd zo'n verschrikkelijk slecht voorbeeld geven. Ook kinderen krijgen via het journaal de beelden binnen van het respectloze gekissebis in ons parlement: "Doe eens normaal man. Doe zelf eens normaal".
Zo ondermijnen ze de inspanningen van ouders die wèl hun best doen om hun kinderen respect voor andersdenkenden bij te brengen.
En dan nu hun afschuw uitspreken over de vreselijke gebeurtenissen en de mond vol hebben over respect, vind ik ronduit hypocriet.
Er wordt gezegd, dat we allemaal eens goed bij ons zelf te rade moeten gaan, in hoeverre wij in onze opvoedende taken tekort schieten.
Een boodschap die bepaalde volksvertegenwoordigers zich zeer ter harte zouden moeten nemen.
Hoe kun je respect verwachten van een bevolkingsgroep als je deze groep straffeloos in de media als tweederangsburgers wegzet, hun religie of cultuur belachelijk maakt en hen bewust krenkt in het diepst van hun ziel. Mensen die zich zo uiten zijn niet bezig het probleem op te lossen, maar zijn er zelf een onderdeel van.
Nee, ik geef ze niet de schuld van de gebeurtenissen, maar dat ze door hun gedrag en hun uitingen hierin een zware medeverantwoordelijkheid dragen, staat voor mij als een paal boven water.
Sport verbroedert.
De Coubertin had mooie idealen.
"Het belangrijke in het leven is niet de triomf, maar de strijd, het essentiële is niet om te hebben gewonnen, maar om goed te hebben gestreden."
Sport als alternatief voor de primitieve drang in de mens om elkaar te bekampen. Volgens afgesproken regels, met respect voor de tegenstander.
Maar veel strijders wensen zich niet aan de regels te houden, gaan respectloos de strijd aan.
En zo verwordt een sportwedstrijd soms tot een ordinaire, primitieve stammenoorlog.
"Voetbal is oorlog", zei De Generaal.
En volgens het spreekwoord is in liefde en oorlog immers alles geoorloofd......
Sport verbroedert,
Nee, sport verloedert.
Of, met onze Chinese vrienden te spreken: Sport verbloedert.
Overigens, ooit gezien dat een Chinees door het lint ging tijdens een sportmanifestatie omdat hij het niet eens was met de scheidsrechter?
Kunnen wij nog een hoop van leren........
zondag 9 december 2012
Noordeinde 104 IV
Melktandjes
Zodra het eerste tandje bij de kleine verschijnt, wordt tegenwoordig een tube kindertandpasta aangeschaft en een borsteltje. Elke avond wordt het tandje grondig geschrobd. De poetsbeurt gaat langer duren naarmate er meerdere tandjes verschijnen. Elk half jaar gaat de kleine mee met pappa en mamma om de tandarts tegen een tarief van €35 even in de mond te laten kijken en te horen dat het er keurig uitziet.
En dan kom je goed weg.
Want als het er nièt keurig uitziet, overstijgen de kosten de €35 meestal ruimschoots. De investering in meters flosdraad en een elektrische tandenborstel is daarom ten allen tijde gerechtvaardigd.
Wee het ouderpaar, wiens kind in het bezit is van een onregelmatig gebit, van een over- of underbite, of, God verhoede, een crossbite. De kosten om dit door de specialisten te laten reguleren noopt velen tot het afsluiten van een tweede hypotheek en dat is in deze tijden bepaald geen sinecure.
In de tijd dat ik aan het wisselen was, speelden dit soort zaken nog niet.
De dagelijkse verzorging van het gebit had nog geen prioriteit.
Ik kan mij daar tenminste niets van herinneren.
De enige borstels die ik kende, zaten in het schoenpoetsmandje van moeder.
Wij hadden in het dorp geen tandarts.
Op het platteland heersten toen nog toestanden die zich, met enige fantasie, laten vergelijken met de huidige Afrikaanse binnenlanden. Een aantal keren per jaar(maand?) streek een tandentrekker neer in het dorp, huurde een zaaltje af in een café of andere openbare ruimte en was dan beschikbaar voor de lijdende bevolking. Volwassenen met kies- of tandpijn zagen zich tussendoor waarschijnlijk genoodzaakt om naar "de grote stad" (=Leiden) te gaan om daar uit hun lijden verlost te worden.
Wij kinderen moesten wachten op de rondtrekkende smoelensmid.
Overigens voor de hand liggend, dat leden van deze beroepsgroep een trekkend bestaan leidden.
Mijn ouders hadden een vooruitziende blik. Met twee broertjes boven mij hadden zij waarschijnlijk al geleerd, dat tijdig ingrijpen in deze een verstandige keuze was. In hun bezorgdheid voor mij, en om toekomstig leed te voorkomen, hadden ze daarom besloten dat het slim was om mijn melkgebitje preventief te ruimen, zodat er ruimte vrij kwam voor de doorkomende blijvende tanden en kiezen.
Op de dag dat de reizende bijtspijkerspecialist zitting hield, was er bij ons thuis een feestje.
Een van mijn broertjes was jarig.
Ooms en tantes kwamen op visite.
Het krioelde van de buurkinderen.
Mijn moeder had het er druk mee, dus werd ik opgehaald door Sjaan (de Jong), een ouder buurmeisje, die met mij wel even naar de tandarts zou gaan.
Achterop gezeten op het bagagerekje van haar fiets hield ik haar stevig vast.
Niet wetend wat mij te wachten stond, onderging ik gelaten het schijnbaar onafwendbare noodlot.
De verhalen van mijn oudere broertjes hadden er bepaald niet toe geleid dat ik de confrontatie met de tandarts vol vertrouwen tegemoet zag.
Antoinetti heette de man. Een prachtige naam.
We kwamen in een kamertje, naar ik meen ergens achter het schildersbedrijf van Van Beek.
We moesten lang wachten. Het wachtkamertje zat vol met schichtig rondkijkende mensen.
Er werd nauwelijks gesproken, wat mij een onbehaaglijk gevoel gaf.
Toen ik eindelijk aan de beurt was, moest ik in een grote stoel gaan zitten.
Ik keek gebiologeerd naar de enorm behaarde armen van de man voor mij.
Hij glimlachte en vroeg mij om mijn mond open te doen.
Mond open, oogjes stijf dicht.
Ik schatte in, dat ik de aanblik van de tangen en andere martelwerktuigen, secuur door mijn broertjes omschreven, zeker niet zou overleven en koos daarom voor deze struisvogelpolitiek.
In rap tempo rooide hij zeven melktandjes.
Ik weet niet meer of het zeer deed.
Ik weet niet meer of ik gehuild heb.
Wat ik wel weet is, dat toen we thuis kwamen, het feest in volle gang was.
Er was limonade en taart, er waren pannekoeken (dat schreef je toen nog zonder tussen-n), lekkernijen die slechts sporadisch bij ons op tafel kwamen.
Maar Pietje hoefde niet.
Pietje had een zere bek.
Ik heb mezelf, na die dag, nooit meer zò zielig gevonden.....
Op het gebied van mondhygiëne had Nederland nog een flinke inhaalslag te maken.
De schooltandarts deed zijn intrede.
Met mij zullen nog velen het klamme zweet voelen uitbreken bij de herinnering van het voorrijden van "de bus" voor de school.
Meteen gonsde het op de speelplaats van de meest bloederige verhalen, zodat op het moment van betreden van de bus het "Morituri te salutant-gevoel" groot was.
In die bus werd mijn eerste kies gevuld.
Hoewel de boor aanzienlijk kleinere afmetingen had dan mijn klasgenoten mij hadden doen geloven, weet ik nog wel dat het een zeer pijnlijke ervaring was.
Sinds die tijd ben ik de leden van het tandartsengilde gaan beschouwen als uitermate sadistische mensen, die blijkbaar kicken op de pijnbeleving van hun patiënten.
Volledig ten onrechte overigens.
Menigmaal ontpopten zij zich tot ware weldoeners op de momenten dat pijnscheuten door mijn kaken raasden.
Tot mijn grootste vrienden heb ik ze echter nooit gerekend.
De preventieve ruiming had niet het beoogde effect.
Ik ontwikkelde een probleemgebit, dat in deze tijden beslist had geleid tot een verwijzing naar de orthodontist.
Dank zij de inspanningen van mijn tandartsen (hulde!) heb ik het nog aardig lang uit kunnen zingen, maar een aantal jaren terug hebben we, na rijp beraad, de handdoek geworpen.
Als ik nu nog een enkele keer last heb van een zere mond, flikker ik mijn tanden en kiezen in een glas water met de toevoeging: "Jonges, foek het lekke felf uit........"
zondag 2 december 2012
Noordeinde 104 III
Hij komt, hij komt.....
In mijn kindertijd waren de "Close Encounters" met Sinterklaas nogal schaars.
Ja, hij werd ingehaald bij het sluisje. Maar de Veen kende toen vele kinderrijke gezinnen, met als gevolg dat ik, als klein menneke, aan de hand van mijn moeder, toch niet meer dan een glimp opving van de Goedheiligman.
Ik weet nog dat hij een keer zitting hield in de winkel van de plaatselijke manufacturier (B.H. Stockmann, what's in a name) en dat ik hem daar met mijn moeder heb bezocht. Diep onder de indruk, was ik niet bij machte om mijn verlanglijstje op te dreunen, met als gevolg dat ik al die schatten ook nooit heb gekregen.
Ja, hij is zelfs een keer bij ons aan huis geweest! Jammer dat mijn vader niet thuis was. Dan had ik hem kunnen wijzen op het feit dat Sint Nicolaas door de week gewoon op zondagse schoenen liep, net zulke als hij ook had.
Verder zag je Sint Nicolaas niet. Maar ja, hij moest ook naar zoveel plaatsen toe!
Daar heeft de Sint blijkbaar iets op gevonden, want tegenwoordig is hij op televisie nog maar net uit de boot gestapt of hij maakt al zijn opwachting in vele dorpen en steden in ons land en verschijnt in optochten, buurthuizen, bejaardenhuizen en op personeelsfeesten. Hij komt te paard, per stoomboot, per auto, in een motor met zijspan, op rolschaatsen of op de step naar alle scholen van Nederland en komt ook nog eens bij de meeste kinderen aan huis om daar een zak cadeautjes af te leveren.
Sint heeft het mystieke geheim van de alomtegenwoordigheid doorgrond.
Waarom was hij in mijn kindertijd niet zo inventief en energiek.
Hij was toen per slot van rekening nog een stuk jonger....
Op weg naar school vergaapten wij ons aan de etalages van de bakker, waar de mooiste suikerbeesten stonden uitgestald, naast de banketstaven en de worsten en varkentjes van marsepein. Omdat er bij ons nog geen boekjes van Bart Smit of Intertoys op de mat vielen, waarin we alles konden aankruisen, stonden we kwijlend voor de winkelruit van de plaatselijke speelgoedzaak om ons vooral goed in te prenten hoe de auto eruit zag die we graag wilden hebben, zodat we 's avonds, bij de kachel, het vehikel minutieus konden beschrijven, hopend dat Zwarte Piet, die in de schoorsteen luisterde, de boodschap goed zou overbrengen.
Elke avond zongen we bij het potkacheltje ons de longen uit het lijf, in de hoop dat hij wat brengen zou in de keurig voor het kacheltje opgestelde schoentjes.
Soms werden wij verblijd met een chocolade kikker of muis, een paar pepernoten of chocolade sigaretjes, toen nog een zoete delicatesse en geen verderfelijke waar, en daarom thans bij Europees decreet verboden.....
Vaak bleek echter ons gezang niet het beoogde effect teweeg te hebben gebracht. Moeder vertelde ons dan, dat Sint echt niet elke avond langs kon komen; er waren immers zovèèl kinderen die iets in hun schoentje verwachtten. Ik begreep dat wel, maar vond het toch betreurenswaardig als bleek, dat hij op zo'n avond wèl bij de buren was geweest. Uit het oogpunt van efficiëntie was dit toch niet te verklaren?
Daar komt nog bij, dat ik een zeer braaf jongetje was, veel braver dan mijn buurjongetje, en daarom veel meer recht kon doen gelden op een lekkernij in mijn schoen.
Maar goed, ik hield wijselijk mijn mond.
Zwarte Piet hoorde immers alles en gemor van mijn kant zou kunnen leiden tot helemààl niets krijgen op de grote dag.
Mijn moeder wist ons meesterlijk te bespelen met verhalen, dat ook de beurs van Sinterklaas een bodem had en dat we daarom onze verwachtingen niet te hoog moesten stellen. Dat het al heel mooi zou zijn als we überhaupt iets zouden krijgen.
Door deze voorbereiding slaagde zij erin om bij ons een brede lach van dankbaarheid tevoorschijn te toveren als we op 6 december 's morgens de kamer inkwamen en daar een tafel aantroffen met cadeautjes. Een kleurboek, een doosje kleurtjes, een taai-taai-pop, een suikerbeest, een blokkendoos!
Ik weet nog dat wij, de drie oudste jongens, een keer een bestuurbare auto kregen! (Sinterklaas had blijkbaar een goed jaar achter de rug) De auto zat met een snoertje aan een doosje (waarin de batterijen zaten), met daarop een stuurtje en een aan/uit knop. Geweldig! Je moest er natuurlijk wel hard achteraan hollen, want het autootje werd beperkt in zijn bewegingen door het snoertje.
Toen de batterijen leeg waren, was het uit met de pret. Nieuwe batterijen kwamen er niet.
Veel te duur.
Onze aandacht verlegde zich toen al gauw naar de pop die ons zusje van de Sint had gekregen. Het was wel geen BabyBorn die kon poepen, plassen, kotsen, huilen, kruipen en liedjes zingen, maar het was voor die tijd een zeer geavanceerd exemplaar. De pop kon "mamma" zeggen.....
Je moest de pop dan wel eerst naar voren buigen en dan naar achter, iets wat bij een echte baby gegarandeerd het fruithapje of de laatste fles doet uitstappen, maar het resultaat was steeds weer verbluffend: "Mamma.... Mamma...."
Terwijl onze auto's door de lege batterijen geen enkel teken van leven meer vertoonden, bleef de pop "mamma" zeggen. Dit intrigeerde ons.
En wel zodanig, dat we de pop aan een nader onderzoek hebben onderworpen om dit magische mysterie te ontraadselen.
Kortom, wij hebben de pop vakkundig gesloopt en vonden in haar buik het doosje, dat het "mamma"-geluid voortbracht.
Mijn zusje heeft het ons nooit helemaal vergeven......
Later heb ik de Sint leren kennen als een zeer aimabel man. Ik kom hem ook in de loop van het jaar regelmatig tegen. We maken dan wel eens een praatje. Ik mag ook gewoon "je" en "jij" tegen hem zeggen.
Maar....., hij wordt nu toch wel oud hoor.
Deze week keerde hij per openbaar vervoer huiswaarts, terwijl hij 's morgens toch op zijn schimmel het bisschoppelijk paleis verlaten had. Stond het arme dier de hele dag in een troosteloze Haagse parkeergarage te wachten op zijn baasje.
Vergeten.....
Ik hoop dat hij nog wel weet, wat ik graag in mijn schoentje wil hebben......
zondag 25 november 2012
De dromer en de manager
Dromers lopen vaak met hun hoofd in de wolken.
Hebben daardoor weinig zicht op wat er beneden in de alledaagse realiteit gebeurt.
Hoeven ze ook niet te weten.
Willen ze misschien niet weten.
Dat leidt alleen maar af.
Liever zoeken zij hun afleiding in een schijnwereld.
Van theater of poëzie.
Een fantasiewereld.
Following the Yellow Brick Road......
Ze dromen van het ultieme.
Onsterfelijkheid.
De wereld veranderen.
Met hun denkbeelden.
Hun ontdekkingen of uitvindingen.
Hun handelen, hun daden.
Door te schrijven, te schilderen, te componeren.
Of door met oneindig veel geduld narcissen onderling te kruisen,
op zoek naar de perfecte gele trompetnarcis........
Moeilijke mensen, die dromers.
Lastig om mee samen te leven.
Dat lukt alleen als je ze de ruimte wilt geven.
Als je je eigen dromen opzij wilt zetten, minder belangrijk kunt maken.
Als je bereid bent de losse eindjes op te rapen die de dromer achterlaat.
De alledaagse dingen voor hem regelt.
Zijn boterhammen gesmeerd.
De warme hap op tafel.
De kinderen verzorgd.
De manager spelen.......
Soms wordt het te veel en wil je de dromer wakker schudden.
Maar een echte dromer zal nooit helemaal ontwaken.
Dan staan liefde en toewijding wel eens onder druk.
Maar deze zijn onontbeerlijk om stand te houden.
De manager spreekt niet over dromen.
Die spreekt over doelstellingen.
Doelstellingen zijn haalbare dromen.
Maar die worden niet zo maar verwezenlijkt.
Daar moet hard voor gewerkt worden.
Met inzet en efficiëntie.
Met creativiteit en empathie.
Met zorg, met consequent handelen.
Maar vooral...... met liefde.
Manager word je niet door het volgen van een cursus.
Manager word je door het runnen van een gezin.
Zij was zo'n manager.
Een manager in de beste zin des woords.
Een laatste groet van haar kleinzoon Jeroen tijdens de uitvaartdienst......
zondag 18 november 2012
Moedertje
Het is dinsdagavond, 13 november, 10 voor 12.
Dag, lief moedertje...........
In Memoriam
Catharina Maria
Elisabeth Pouw-Meijer
O
|
p
15 mei 1919 werd in Roelofarendsveen bij bakker Albert Meijer en zijn vrouw
Mien Jansen een tweeling geboren: Marietje en Catootje. Zij waren de oudste
dochters in een gezin dat uitgroeide tot een dertiental kinderen: 5
jongens en 8 meiden.
In
de naweeën van de Eerste wereldoorlog, door de crisistijd heen en op weg naar
de Tweede wereldoorlog, zal er geen sprake geweest zijn van een onbezorgde
jeugd.
To
leerde Piet Pouw kennen, die op 20 jarige leeftijd, na het overlijden van zijn
vader, als oudste zoon diens bloembollenbedrijf voortzette en zo zijn moeder met twaalf
broertjes en zusjes door die moeilijke tijden moest loodsen.
Op
5 juni 1947 traden zij in het huwelijk en betrokken een kleine woning op de
werft achter Wijsman: Noordeinde 104.
Daar
werd in 1948 de eerste zoon geboren: Ger.
En
elk jaar kwam er eentje bij; zo ging dat in die tijden.
Er
werden 6 jongens geboren en één meisje.
Terwijl
vader Piet van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat in de Blauwe Polder een
karig inkomen bijeen schraapte, stond moeder To nagenoeg alleen voor de
opvoeding en verzorging van de kinderen. Zonder de moderne hulpmiddelen en met
minimale financiën slaagde zij erin de monden te voeden en de kinderen netjes
in de kleren te houden.
In
1959 verhuisden ze naar de Binnenweg in Rijpwetering en betrokken daar een
nieuwbouwwoning die, in tegenstelling tot hun oude huisje, de nodige ruimte
bood aan het kinderrijke gezin.
Hoewel
in de 60-jaren de welvaart gestaag groeide, bleef het bollenbedrijf van haar
man een onzeker bestaan en zag To zich genoodzaakt om spaarzaam en efficiënt te
werk te gaan om de eindjes aan elkaar te knopen. Zij is daar wonderbaarlijk in
geslaagd. De kinderen werden groter en mochten, terwijl het financieel eigenlijk
niet kon, studeren. Haar eerste zorg en inzet was altijd het welbevinden van haar
kinderen en daarvoor was zij bereid zichzelf weg te cijferen.
Toen
de kinderen een voor een het ouderlijk huis verlieten om aan hun eigen toekomst
te bouwen, kreeg zij eindelijk de gelegenheid om haar eigen vleugels wat uit te
slaan.
En
dat deed ze dan ook. Dat haar man nooit tijd had voor een uitstapje werd licht
morrend geaccepteerd maar weerhield haar niet om er dan maar alleen op uit te
trekken. Familiebezoekjes naar Castricum of Nijmegen en regelmatig naar haar
enige dochter in Wezep.
Hun
eerste kleinkind werd geboren op de dag dat ze 25 jaar getrouwd waren. Vele
kleinkinderen volgden. Ze was trots en vol interesse en volgde hun opgroeien
met grote belangstelling.
Eindelijk
liet vader Piet zich overhalen en verhuisden zij in 1995 naar een
bejaardenwoning aan de Piet Mondriaanlaan om daar samen te gaan genieten van
een welverdiende oude dag.
Het
was van korte duur. In datzelfde jaar werd haar man getroffen door een
herseninfarct waardoor hun samenzijn beperkt werd tot de bezoekuren in het
verpleeghuis.
Maar,
de beker was nog niet leeg.
Het
jaar daarop overleed na een kort ziekbed haar oudste zoon Ger.
In
1997 moest zij afscheid nemen van haar man.
Toch
heeft ze nooit haar zonnig humeur en optimisme verloren.
Vele
jaren leefde zij blij en tevreden in haar huisje aan de Mondriaanlaan.
Maar
diabetes eiste zijn tol.
Haar
zicht werd snel minder en andere complicaties deden haar in het verpleeghuis
belanden. Dat viel haar zwaar.
Achterkleinkinderen
werden geboren. We zagen haar vreugde en trots dat ze dat nog mocht meemaken.
Maar
ook het stille verdriet dat het haar niet meer gegeven was om de kleinen te
zien.
Ondanks
het feit dat haar wereldje door haar handicaps al maar kleiner werd, bleef zij
altijd haar goede humeur bewaren.
En
scherp van geest. Tot het laatste moment.
Gelukkig
heeft ze haar laatste jaren mogen doorbrengen in Huize Jacobus, waar zij
liefdevol werd verzorgd, in de haar zo vertrouwde Veen.
De
Dood heeft erbarmen getoond. Ze heeft de dag mogen doorbrengen met allen die
haar zo dierbaar waren en in de late avond heeft ze in alle rust afscheid mogen
nemen van dit Leven.
Het
donker was al vele jaren
haar
metgezel, haar reisgenoot
Wij
konden dan ook niet verklaren
Dat
ze steeds zei: ‘k Wil nog niet dood
Haar
sterke lichaam, door de tijd gebroken
Het
duister dat haar steeds omsloot
Van
licht, van beeld, van kleur verstoken.
Toch
zei ze steeds: ‘k Wil nog niet dood.
Toch is hij ’s avonds laat gekomen
Ze heeft zijn boodschap goed verstaan
Want vrede lag op haar gezicht.
Hij heeft haar bij de hand genomen
En rustig is ze meegegaan
Om te gaan wandelen in het Licht.
Zoveel gegeven
Tekst, muziek en zang door Jeroen
zondag 11 november 2012
Naar de knoppen
De knoppen zijn geïnstalleerd en Mark gaat eraan draaien....
Toen hij tijdens een discussie deze reddingsboei kreeg toegeworpen door een landelijke partijgenoot, greep Mark deze beeldspraak onmiddellijk met beide handen aan.
Taal blijkt een mijnenveld......
Hoewel Mark ongetwijfeld bedoelde dat hij letterlijk aan deze figuurlijke knoppen wilde gaan draaien, realiseerde hij zich waarschijnlijk niet dat hij daarvoor wèl naar de knoppen moet gààn.
En als je dat zo opschrijft en herleest, krijg je toch een wee gevoel van binnen.
Naar de knoppen gaan.....
We weten allemaal wat deze uitdrukking betekent: kapot, stuk gaan.
Er zijn vele vaste combinaties die dezelfde betekenis hebben.
Zo kun je naar de kloten, de vaantjes, de Filistijnen, de verdommenis, de bliksem, de haaien, de barrebiesjes gaan.
Of naar z'n grootje, of naar z'n mallemoer.
Dat kan Mark nooit bedoeld hebben.
De knoppen waaraan Mark wil draaien zitten niet aan kastdeurtjes, zijn ook niet bloemen in foetushouding of de opgevouwen boomblaadjes, wachtend op de eerste lentezon.
En de knoppen waar vrouwen over beschikken zijn al helemaal niet voor zijn geestesoog verschenen.
Mark had waarschijnlijk de knoppen van de radio van zijn oma voor ogen: potentiometers waarmee je kunt finetunen. Misschien had hij dit moeten uitleggen in deze tijd van tiptoets en touchscreen.
De euforie bij de vlotte geboorte van het tweede kabinet Rutte was snel verdwenen toen na ademhalingsproblemen ook hartritme stoornissen werden geconstateerd bij de boreling.
Het bleek toch niet zo gezond als zich aanvankelijk liet aanzien en noopte de jonge ouders tot nader overleg op donderdagavond.
Er werd aan knoppen gedraaid, wat leidde tot radiostilte.....
Is er wel sprake geweest van een geboorte?
Hebben Mark en Diederik, ondanks al hun goede bedoelingen, zich onder de tijdsdruk niet laten verleiden tot een andere optie dan die van conceptie en in verwachting zijn.
Met de onlangs gehouden donorweek nog in gedachte vraag ik mij af of zij geen Monster van Frankenstein hebben gecreëerd: delen uit elkaars partijprogramma uitruilen en aaneensmeden tot een regeerakkoord. Dat zich dan afstotingsverschijnselen voordoen, is niet zo verwonderlijk.
Op vrijdagmiddag werd de patiënt al opengesneden en werden nieuwe plannen opgesteld die nog wel doorgerekend moeten worden.
Naar ik aanneem door het CPB, dat de afgelopen weken al meerdere malen een brevet van onvermogen heeft afgegeven en de Kamer deed besluiten om hun berekeningen betreffende de oude plannen opnieuw te laten doen door het Nibud.
Vooralsnog geen geruststellende gedachte.....
Niettemin blijven Mark en Diederik optimistisch en zingen elkaar de titelsong toe van de vandaag (11 november) in première gaande musical: "Hij gelooft in mij."
Ik vraag het mij voorzichtig af.
Voor hoe lang nog?
Het verhaal over een onmogelijke liefde......
En komt hun met passie gezongen lied recht uit het hart of spelen zij, net als de musicalsterren, slechts een rol.....
Mark en Diederik staan voor een schier onmogelijke taak. Wij, de kiezers, hebben hen door ons stemgedrag in deze positie gemanoeuvreerd, hen tot elkaar veroordeeld, terwijl het merendeel van het volk juist òf de een, òf de ander wilde.
Gelukkig leven we in een land van coalities en compromissen, want als links of rechts het alleen voor het zeggen krijgt, zal dit altijd ten koste gaan van bepaalde bevolkingsgroepen.
Maar de visies en uitgangspunten van beide partijen liggen zò ver uit elkaar.....
Water en olie mengen niet.
Ik heb het idee dat ze er werkelijk voor vechten om het tot een goed einde te brengen.
Misschien tegen beter weten in.
Is deze samenwerking werkelijk levensvatbaar, of wordt zij.....
in de knop gebroken........
Kom op jongens, het wordt tijd dat er geregeerd gaat worden!
De knop moet om!
We doen wel lacherig over de Belgen die 541 dagen nodig hadden om een regering te formeren, maar volgens mij zitten we hier in Nederland al jàren zonder een echte regering.....
zondag 4 november 2012
Moszkowisch gebak met advocaat
Het (voor)oordeel over advocaten is bij de gemiddelde man in de straat nogal negatief: zakkenvullers, mooipraters en aartsleugenaars. De talloze moppen over deze beroepsgroep zijn allemaal gebaseerd op deze veronderstelde eigenschappen.
Zij worden minder sympathiek gevonden omdat zij beroepshalve, moordenaars, zedendelinquenten, rovers en dieven trachten te behoeden voor een al te zware straf.
Ook een film als "Liar, liar" bevestigt dit soort onderbuikgevoelens.
Toch denk ik dat het goed is dat ze er zijn. Zij houden het Openbaar Ministerie in het gareel en behoeden ons menigmaal voor gerechtelijke dwalingen, welke soms ontstaan door de ongebreidelde ijver van het OM.
Een ijver, die overigens aan de dag gelegd wordt onder druk van de publieke opinie.
Van u en mij dus.
Wij willen immers dat boeven en criminelen flink gestraft worden.
Maar zonder advocatuur zou onze maatschappij waarschijnlijk al snel afglijden tot een politiestaat.
En dat willen we ook niet. Toch?
De Nederlandse advocatuur kent een aantal kleurrijke figuren.
Ze komen regelmatig langs in de praatprogramma's op TV.
Wat te denken van Inez Weski, de dame met de opvallend opgemaakte ogen, en Gerard Spong, de man die kijkt alsof hij constant moeite heeft om zijn ogen open te houden.
En dan natuurlijk onze Bram.Ik mag hem wel.
Mensen die in staat zijn om woorden als "infaam" en "abject" nonchalant in hun spreektaal in te voegen, zijn van grote waarde voor het behoud van de rijkdom van onze Nederlandse taal.
Die hebben bij mij een streepje voor.
En nu is Brammetje aan de kant gezet.
Niet alleen door zijn lieve Eva, maar ook door zijn eigen vakbroeders notabene.
De advocatuur is als een slager die zijn eigen vlees keurt en is wars van inmenging en toezicht van buitenaf. Dat geeft al te denken. Vanwaar deze aversie als je niets te verbergen hebt?
Het hoofd van de Orde van Advocaten heet waarschijnlijk niet voor niets "deken".
Het spreekwoord: "Zij liggen samen onder een deken" duidt niet op seksuele uitspattingen van dit hoofd, maar heeft de betekenis van geheime afspraken maken.
Met een deken kun je veel toedekken, verbergen, aan het oog onttrekken.
Het heeft er alle schijn van dat onze Bram van deze autonomie het slachtoffer is geworden, dat de ferme aanpak die hem nu treft moet aantonen, hoe zelfregulerend de advocatuur wel werkt.
Niet Barbertje, maar Brammetje moet hangen.
Bram is waarschijnlijk slachtoffer geworden van zijn eigen succes.
Misschien ook van jaloezie en kinnesinne onder zijn vakgenoten.
Maar ook slachtoffer van zijn eigen hoogmoed.
Op grond van valse bescheidenheid zal hij nooit veroordeeld worden.
Hij dacht alles te kunnen maken, maar heeft ze nu toch tè bruin gebakken.
Is Bram dan onschuldig?
Nou, onschuld is spreekwoordelijk slechts voorbehouden aan pasgeboren kinderen en aangezien Bram al 52 jaar op dit ondermaanse vertoeft, komt hij, net als u en ik, hiervoor niet in aanmerking.
Nee, hoewel Bram denkt alle aantijgingen in hoger beroep nog te kunnen weerleggen, had hij afgelopen dinsdag, tijdens de uitzending van P&W, toch een hoge Armstrong uitstraling.
Ja, hij gaf toe dat er in zijn praktijk vaak contant betaald wordt, maar dat is volgens Bram heel gangbaar in de branche. Maar hij heeft altijd keurig een ontvangstbewijs afgegeven en het geld netjes op de bank gestort, zodat ook de fiscus een helder zicht op zijn inkomsten had. Anders handelen zou gezien kunnen worden als valsheid in geschrifte of belastingontduiking, zo voegde hij er aan toe.
Blijf ik toch met een prangende vraag zitten, Bram.......
Als jij je altijd zo keurig aan de regeltjes hield, waarom heeft de belastingdienst jou dan zo'n 400.000 euro aan boetes opgelegd en ben jij met diezelfde belastingdienst tot een schikking gekomen?
Jou kennende had jij deze boetes te vuur en te zwaard bevochten indien deze onrechtmatig waren opgelegd........
Was er toch een beetje sprake van belastingontduiking of was het gewoon een kwestie van "slordigheid" in geschrifte?
Misschien kan Bram beter wat inbinden en zoete broodjes gaan bakken.
Mocht het hoger beroep niets opleveren, dan kan hij altijd nog in (een ander) beroep gaan: dat van banketbakker.....
Hieronder een recept voor "Brammetjes", Moskovisch gebak met advocaat glazuur. Een (h)eerlijk "gerecht".
Deeg
- 5 eieren
- mespunt zout
- 100 gram kristalsuiker
- 100 gram boter
- 5 gram geraspte citroenschil
- 110 gram bloem
- 15 gram maïzena
Glazuur
- 4 eetlepels advocaat
- 5 eetlepels poedersuiker
Het proces begint met het voorverwarmen van de oven tot 170 graden. De eieren zijn in deze zaak duidelijk het slachtoffer: eerst breken, dan scheiden. Klop de (pl)eidooiers met de helft van de suiker au bain-marie luchtig. Klop de eiwitten met de rest van de suiker tot stijve pieken (oftewel: de zaak flink opkloppen). Spatel het eiwit door de (pl)eidooiers. Zeef de bloem en de maïzena en spatel dit samen met de geraspte citroenschil en de gesmolten boter dooreen. Vul cupcake vormpjes iets meer dan de helft met het beslag en bak ze ongeveer 20 minuten in de oven. (Bak ze niet te bruin!)
Meng de advocaat met de poedersuiker tot een stevige gladde massa en smeer dit op de afgekoelde cake's.
Toefje slagroom erop en garneren met chocoladekorrels.
Let op! De korrels niet gewoon strooien, maar "schikken".
P.S. Bij het maken van deze Brammetjes spreken we niet van "beslag maken", maar van "beslag leggen".
Indien het bij het hoger beroep toch niet goed afloopt met Bram, de slagroom vervangen door zure room.
zondag 28 oktober 2012
Crimineel
"Zo, die durven", dacht ik nog toen ik een aantal maanden geleden deze poster ergens zag hangen, "Dat gaat ze stemmen kosten".
De VVD is immers de partij voor de rijken, ook al doen ze af en toe een beetje hun best om ons iets anders te doen geloven. En hoe word je rijk?
Ooit las ik op een tegeltje: "Wie niet steelt of erft, zal werken tot hij sterft".
Natuurlijk zijn er vele rijken in Nederland die hun fortuin bijeen gegaard hebben op een fatsoenlijke manier: door hard werken, door slim (maar eerlijk) inspelen op zich voordoende kansen, door het aan te durven risico's te nemen of gewoon door geluk of pure mazzel.
Zulke mensen gun ik hun rijkdom en ik begrijp dat je, als je er hard voor gewerkt hebt, dat bezit ook wilt behouden. Een stem op de VVD is dan ook volkomen legitiem en logisch.
Toch denk ik dat er nogal wat Nederlanders zijn die op een berg geld zitten, waar ze misschien niet helemaal eerlijk aan gekomen zijn.
Nou, soms misschien wel eerlijk (volgens de letter van de wet dan), maar dan toch niet op een fatsoenlijke manier. Dan denk ik aan de berichten over bestuurders en directeuren die enorme bonussen opstrijken of gouden handdrukken accepteren, terwijl ze hun bedrijf in terminale staat achterlaten.
Ook zij zullen hun vergaarde fortuin willen behouden en dus VVD stemmen.
Maar bij het zien van bovenstaande poster hadden zij zich misschien kunnen bedenken.....
Gezien de verkiezingsuitslag zien zij zichzelf niet als crimineel en denken dus buiten schot te blijven.
Wat is een crimineel eigenlijk? Het woordenboek geeft meerdere omschrijvingen.
Iemand die misdaden pleegt.
Tja, dat ligt moeilijk. Dat moet wel bewezen worden. Dan moet je door een rechtbank veroordeeld worden. Deze jongens hebben echter vaak voldoende pecunia om slimme advocaten in te huren om de mazen in de wet te vinden of de zaak, door vormfouten of een verkeerd geplaatste komma in de dagvaarding, geseponeerd te krijgen.
Maar ik vond ook de omschrijving: iemand die slechte dingen doet.
Kijk, dan komen bovenomschreven figuren volgens mij wèl in beeld.
Dan komen ze in het rijtje van het meisje dat een lipstick jat bij de drogist, de onfortuinlijke vogeltjesdief en Willem Holleeder.
Mensen die slechte dingen doen.
Nee, ik stem geen VVD.
Kent u meteen mijn financiële positie.
Mocht u spontaan overwegen een collecte voor mij te gaan houden: niet doen. Niet nodig.
Nee, u hoort mij niet klagen. Ik heb het goed en kan prima rondkomen.
Bovenstaande poster had mij misschien zelfs kunnen verleiden om toch een keer VVD te stemmen.
Maar ik weet.
Verkiezingsbeloften worden per definitie niet gehouden.
Hoe zat dat ook alweer met die hypotheekrenteaftrek, Mark?
Of...................?
Misschien komt het doordat we met een demissionair kabinet zitten en de onderhandelingen voor een volgend nog in volle gang zijn, maar het is wel opmerkelijk.
In één maand tijd worden twee VVD coryfeeën aangeklaagd wegens corruptie, fraude en omkoping.
Nu maar eens afwachten in hoeverre de postertekst ook daadwerkelijk in praktijk gebracht wordt.
Als gevolg van een van deze affaires, zegt een (VVD)burgemeester zijn baan op en stapt de volledige VVD fractie uit de gemeenteraad van Roermond.
Uit solidariteit? Niet echt een woord dat bij de VVD hoort.
Of wordt ook hen de grond te heet onder de voeten, hebben ook zij boter op hun hoofd, en vrezen ze de door de eigen partij aangekondigde ferme aanpak van mensen die stoute dingen doen.
Macht corrumpeert.
Dat is nou eenmaal zo.
En het is voor de hand liggend dat juist politici daar extra vatbaar voor zijn.
Ze zitten nou eenmaal op een positie waarin gehandeld en gedeald moet worden om dingen voor elkaar te krijgen.
Integriteit is echter voor onze bestuurders een absolute must.
Maar.... het zijn en blijven wel mensen.
Zoals u en ik.
Wie zonder zonden is, werpe de eerste steen.....
En, eerlijk is eerlijk.
Als ze mij, bij mijn afscheid van het onderwijs, een gouden handdruk hadden aangeboden (wat niet gebeurd is overigens) van 100.000 euro.....
Ik had mijn menselijke kant getoond en het gewoon aangepakt.
Had ik bij de laatste stembusgang misschien wel VVD gestemd.....
zondag 21 oktober 2012
Noordeinde 104 II
De Bullebak
Ons huisje aan het Noordeinde stond op een zogenaamde "wurft". De Veen kende meer van die wurften. Sommigen hadden zelfs een naam, zoals de Suiker-en-Bolwurft (waar oma Pouw woonde) en de Kakelwurft.
Een wurft was de benaming voor een stuk land achter de lintbebouwing van het dorp, waarop een aantal arbeidershuisjes bijeen stonden. De paden rondom die huisjes waren niet meer dan aangestampte aarde, hier en daar "verhard" met koolas of grind. Onze wurft werd aan de noord- en zuidzijde begrensd door een sloot. De sloot ten noordzijde, waar mijn vader mij de eerste beginselen van de schaatssport bijbracht, werd eind 50-er jaren in het kader van de ruilverkaveling gedempt en werd de plek waar buurman Kobus de Krijger zijn oude ijzer verzamelde. Een verboden, en dus voor ons kinderen zeer aantrekkelijke speelplek. De mooiste schatten waren daar te vinden.
Als peuter was mijn wereldje nog beperkt. Met zoveel water in de buurt werd ik angstvallig binnen "het hek" gehouden. Daar mocht ik spelen in het grind of in de bleek, onder de esdoorn die daar stond. Urenlang kon ik mij vermaken met het kijken naar de eigenwijs in de grond krabbelende kippen in het kippenhok.
Er kwam echter een tijd dat ik "los" gelaten werd en mijn wereld vergroot werd met de omliggende wurft.
Daar stond de schuur, waar soms in het deurgat een onvoorzichtige haas hing, welke door mijn vader op zijn dagelijkse gang van of naar zijn werk langs de wegkant gevonden was, en daar hing om "te besterven". Het bericht in de Volkskrant van 19 oktober dat opgravingen hadden aangetoond, dat de prehistorische mens ook aaseter was, was voor mij dan ook geen wereldschokkend nieuws.
In de schuur was ook het kolenhok, waar wij zomers, als hij leeg was, poppenkast speelden, waarbij wij zelf de poppen waren. Ik herinner mij nog een voorstelling waarbij ik, als Jan Klaassen, agent buurjongetje Dick blijkbaar een iets te harde tik verkocht, waarop hij met een paar fikse meppen arme Jan (ik dus) volledig achter het schot sloeg.
Ooit heb ik als kleuter de wurft een keer stiekem verlaten en ben het dorp in gegaan, de wijde wereld in.....
In mijn herinnering had ik uren gelopen en was er vast van overtuigd, dat ik nu toch wel in "het buitenland", waar ik mijn ouders wel eens over had horen spreken, terecht gekomen moest zijn. Ik weet nog dat het mij zeer bevreemde, dat ik enkele mensen die met elkaar stonden te praten, gewoon verstond. Mijn ouders hadden namelijk verteld, dat mensen in het buitenland vreemde talen spraken die wij niet begrepen. Altijd zoekend naar een plausibele verklaring zal ik ongetwijfeld gedacht hebben dat het Veenders waren die op vakantie waren in het buitenland.....
Op de wurft speelden we met de buurkinderen, lieten we onze vlieger, samen gemaakt met pappa, op en leerden we fietsen.
Niet op een kinderfietsje met zijwieltjes, maar op een "grote mensen fiets", opzijhangend, met één been onder de stang door.
De sloot, daar bleef ik uit de buurt.....
Vanmiddag (vrijdag, 19 oktober) wandelde ik nog langs die plek waar ik geboren ben....
De ooit zo wijds lijkende sloot bleek slechts enkele meters breed.
Een sloot, die ik in mijn kindertijd angstvallig heb gemeden.
Want daar.... woonde de bullebak!
Om mij te behoeden voor een nat pak, of erger, hadden mijn ouders mij namelijk verteld dat in de sloot een monster huisde: de bullebak. Deze was gek op kleine kinderen en aasde altijd op peuters die iets te dicht bij de slootkant kwamen. Hij greep ze dan onvoorwaardelijk en sleepte ze mee naar de diepte, om ze daar op te peuzelen.
Moderne pedagogen zullen ongetwijfeld hun kanttekeningen plaatsen bij deze aanpak, maar zij hielp wel! Ik, noch een van mijn broertjes of zusje is ooit te water geraakt in die toch waterrijke omgeving waar wij opgroeiden.
Achteraf beschouwd ligt hier misschien wel de oorzaak waarom ik nooit een echte zwemliefhebber ben geworden.
Maar dat kan ook veroorzaakt zijn door de "zwemlessen" die ik later mocht ondergaan tijdens het schoolzwemmen in het "zwembad". Een afgezet stuk Braassemermeer, waar we bij een temperatuur van 16 graden eerst een kwartier mochten droogzwemmen op het koude natte zand, om daarna het water van 12 graden in gejaagd te worden.
Het water, waar de bullebak huisde.....
Twee maal "Brrrrr" dus.....
Het volgende liedje, gemaakt in het kader van een schoolproject tijdens mijn onderwijsjaren, was dan ook zò geschreven....
De Bullebak van de Braassem
Wat mij laatst toch is overkomen:
maakte een wandelingetje langs de Noordka,
liep in het zonnetje te dromen,
zo langs de Braassem, ga maar na.
Plots grote golven in het water.
Ik schrok me rot, er ging iets vreselijk te keer!
Ik zag een kop en even later
een heel groot monster in het meer.
Refrein 1
Er zit een
monster in de Braassem.
Het is een
grote boze bullebak, ja heus!
Hij heeft
een stinkende asem
en er komt
rook uit zijn neus.
Een dinosaurus uit ’t verleden,
misschien een neefje van het Monster van Loch Ness,
kwam uit het water aangegleden.
Ik schoot volledig in de stress.
Hij keek me aan met schele ogen.
Zijn tanden flikkerden gevaarlijk in de zon.
Hij hapte naar me, ongelogen!
‘k Ging aan de haal zo hard ik kon.
Refrein 2
Er zit een
monster in de Braassem.
Een
vrees’lijk beest, het is echt waar wat ik beweer!
De Bullebak van de Braassem
woont in de diepten van het meer.
Er zit een monster in de Braassem (2x)
Refrein 1 en 2
Abonneren op:
Posts (Atom)